Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Meer regie om woningtekort te doorbreken

Nederland kampt met een groot woningtekort en de huizenprijzen blijven stijgen waardoor veel mensen regelmatig buiten de boot vallen. Minister de Jonge (Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) heeft op 11 maart 2022 de Tweede Kamer de Nationale Woon- en Bouwagenda en het Programma Woningbouw aangeboden. De gepresenteerde plannen moeten zorgen voor meer regie, meer tempo en tot betere beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het Nederlandse woningaanbod.

30 maart 2022

Doelstellingen

In de Nationale Woon- en Bouwagenda worden de oorzaken van de wooncrisis, de doelstellingen en de programmatische aanpak voor de komende jaren geschetst. Samen met de belangrijkste partners in het woonveld worden de krachten gebundeld om de geconstateerde problemen en de oorzaken aan te pakken. Het doel van de Nationale Woon- en Bouwagenda is om de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het woningaanbod in Nederland te bevorderen.

Figuur 1: Programma's Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (BZK)

De Nationale Woning- en Bouwagenda bevat drie kerndoelen:

1. Beschikbaarheid: 900.000 woningen tot en met 2030, waarvan twee derde betaalbaar

2. Betaalbaarheid: betere aansluiting van woonlasten bij het inkomen

3. Kwaliteit: voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen, perspectief voor kwetsbare gebieden en duurzame huisvesting voor iedereen bereikbaar. Ten aanzien van de beschikbaarheid is van belang dat is bepaald dat het doel is te groeien naar het realiseren van 100.000 woningen per jaar (inclusief flex- en transformatiewoningen en splitsing van woningen). Het langetermijndoel is erop gericht om tot en met 2030 in totaal 900.00 woningen te realiseren. In onderstaand figuur is de verdeling van 900.00 woningen naar segment weergegeven:

Figuur 2: Verdeling 900.000 woningen naar segment

Twee derde van de nieuwe huur- en koopwoningen moet betaalbaar zijn. De helft daarvan zou door de corporaties moeten worden gebouwd. Om vertraging te voorkomen zal dit gelden voor nieuwe projecten en niet voor al in gang gezette woningbouwprojecten.

De Nationale Woon- en Bouwagenda bevat zes programma’s die in de komende tijd zullen worden uitgewerkt. Volgens de planning worden ze voor de zomer gepresenteerd. Het programma Woningbouw is het eerste programma dat aan de Kamer is toegezonden. Hierin wordt de aanpak beschreven om de woningbouw te versnellen met als doel de realisatie van 900.000 woningen tot en met 2020 en het bereiken van 100.000 nieuwe woningen per jaar in de huidige kabinetsperiode.

Hoe?

Om de kerndoelen te verwezenlijken, worden de krachten gebundeld tussen het Rijk en de belangrijke partners in het woonveld, zoals medeoverheden, woningcorporaties en marktpartijen. Meer dan voorheen wil het Rijk de rol op zich nemen van normsteller en bewaker van nationale doelen. Om de opgaven mogelijk te maken wordt het volgende gedaan:

1. Versterken van de regie op volkshuisvesting

2. Corporaties in staat stellen hun volkshuisvestelijke opgaven te realiseren’

3. Wet- en regelgeving aanpassen en zorgen voor versnelling in de woningbouw

4. Bouwen in overeenkomst met de behoefte

5. Bouwen op de juiste plek en met goede ruimtelijke kwaliteit

6. Zorgen voor eerlijke kansen en betaalbare woonlasten

7. Verbeteren van de financiële prikkels in de woningmarkt

8. Versnellen van de verduurzaming van de gebouwde omgeving

9. Verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid van kwetsbaren gebieden

10. Stimuleren van innovatie in de bouw

11. Vergroting van de capaciteit en uitvoeringskracht

Meer regie

Het Rijk wil opnieuw de regie nemen als het gaat om volkshuisvesting. Het Rijk zal daarbij vaker dan in het verleden de lijnen uitzetten en normen stellen. Dit houdt niet in dat het Rijk het vraagstuk zelfstandig gaat oplossen. Medeoverheden spelen hierin een belangrijke rol. Samen met medeoverheden, corporaties, de Woonbond en marktpartijen worden afspraken gemaakt over de realisatie en kwaliteit van nieuw woonaanbod, de doorlooptijd van die realisatie en betaalbaarheid.

Daarbij wordt vastgelegd hoe nationale doelen zullen doorwerken in regionale afspraken, hoe deze in lokale prestatieafspraken landen en op welke manier bijgestuurd kan worden.

De nationale opgaven worden voor de zomer vastgelegd met vertegenwoordigers van corporaties, de Woonbond, gemeenten en provincies. De nationale opgaven worden doorvertaald in regionale afdwingbare prestatieafspraken in de vorm van provinciale taakstellingen, regionale woondeals en lokale prestatieafspraken. Deze zijn niet vrijblijvend. Eind 2022 moet voor iedere regio duidelijk zijn hoeveel woningen er de komende tien jaar jaarlijks bij komen alsook welk type woningen, in welk segment en op welke locaties.

Aanscherping juridisch instrumentarium

Om de doelstellingen uit de Nationale Woon- en Bouwagenda te bereiken, wordt het juridisch instrumentarium aangescherpt. Het huidige juridisch instrumentarium zal beter worden ingezet en daar waar nodig wordt aanvullende wetgeving voorbereid om de regie op volkshuisvesting verder te versterken.

Voor het realiseren van het beoogde aantal woningen is het verder nodig dat de periode van bouwplan tot oplevering van de woning korter wordt. Er zal daarom onder meer worden onderzocht of er mogelijkheden zijn om de wettelijke procedure te versnellen.

Op wetgevingsvlak zullen de instrumenten van Omgevingswet (die op 1 januari 2023 in werking moet treden) worden ingezet om te zorgen dat alle gemeenten, provincies en het Rijk hun deel van de taak en verantwoordelijkheid nemen op het terrein van volkshuisvesting. Daar waar nodig zal het Rijk instructieregels opstellen (bijvoorbeeld via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en het Besluit kwaliteit leefomgeving).

Voorts zal een integraal wetsvoorstel worden voorbereid waarin wordt vastgelegd hoe het Rijk weer de regie kan gaan voeren over het volkshuisvestingsbeleid (Wet versterken regie volkshuisvesting). Er wordt naar gestreefd het wetsvoorstel in het najaar van 2022 in consultatie te brengen.

Conclusie

Of het hernemen van de regie op het gebied van volkshuisvesting door het Rijk effectief is en daadwerkelijk zal leiden tot realisatie van de doelstellingen moet worden afgewacht. De uitkomst is mede afhankelijk van de nog in werking te treden Omgevingswet, de geplande nieuwe wetgeving, uitwerking van de genoemde programma’s en nog veel meer factoren. De minister geeft in dat kader bij het aanbieden van de stukken aan de Kamer ook aan dat de waarheid blijft dat er geen snelle oplossing is voor de uitdagingen die er liggen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.