Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief over vervolg advies versnelling duurzame veehouderij

Minister Schouten (LNV) informeert de Eerste Kamer over recente beleidsontwikkelingen in het vervolg van het advies 'Versnelling duurzame veehouderij' van de Sociaal-Economische Raad (SER).

12 oktober 2018

Op 22 januari 2018 (zie Kamerstuk 28973-G) heb ik u geïnformeerd over mijn reactie op uw brief van 21 november 2017 met nadere vragen van de leden van de fracties van de SP en de Partij voor de Dieren over de reactie op het SERadvies inzake versnelling duurzame veehouderij op 13 oktober 2017 (zie Kamerstuk 28973-E).

Op 8 september jl. is mijn Visie Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden verschenen. Hierin beschrijf ik dat voor de veehouderij een omslag naar kringlooplandbouw en verduurzaming nodig is. Daarbij gaat het om het verkleinen van de nutriëntenkringlopen in de veevoeding, het zo veel mogelijk voorkomen van verliezen van voedsel, reststromen, koolstof, energie en water, en de overgang naar integraal duurzame en emissiearme stal-en houderijsystemen die het leefklimaat voor mens en dier verbeteren en de emissies van broeikasgassen, ammoniak, geur en fijnstof verlagen of voorkomen. De huisvesting van dieren biedt ruimte aan hun natuurlijke gedrag en wordt gecombineerd met een goede zorg vanuit hun specifieke behoeften.

Om deze visie te realiseren wil ik samen met maatschappelijke partijen voortbouwen op de duurzaamheidsplannen die de veehouderijsectoren zelf de afgelopen jaren hebben opgesteld. Daarbij is het belangrijk om het handelen van overheid, ondernemers en maatschappelijke partijen de komende jaren te richten op meetbare doelen en resultaten. Ik ben inmiddels gesprekken gestart met maatschappelijke partijen om medio 2019 afspraken te hebben over de resultaten die de komende jaren per sector bereikt moeten worden, hoe deze gemeten gaan worden en welke inzet dat van eenieder vraagt. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de resultaten van het project Monitoring Verduurzaming Veehouderij 1.0., waarin een eerste proeve van een monitoringsystematiek is ontwikkeld waarmee de voortgang van de verduurzaming van de veehouderij kan worden gemeten.

In dit proces zal door overheid en maatschappelijke partijen ook invulling worden gegeven aan de aanbevelingen van de SER die zijn gericht op een vitale, duurzame en maatschappelijk geaccepteerde veehouderij. Met mijn visie geef ik de gewenste koers voor de toekomst en geef ik aan actief de verbinding te zullen zoeken met partijen om mee te denken in de verduurzamingstrajecten van de sectoren, en deze waar nodig te faciliteren. Daarbij hoort ook meer coördinatie op het verduurzamingsproces vanuit de overheid, meer samenhang in overheidsbeleid, het samen met sectoren bewaken van de voortgang en bijsturen waar nodig. Ik wil hier zelf de regie op voeren en stel daarom geen externe regisseur aan. Als de omslag stagneert of te traag gaat, zal de overheid vanuit haar publieke verantwoordelijkheid wet-en regelgeving toepassen.

Voor uw vragen over het thema dierenwelzijn en het thema volksgezondheid verwijs ik respectievelijk naar de Beleidsbrief Dierenwelzijn, die ik binnenkort zal uitbrengen, en naar mijn reactie op het Rli-advies Duurzaam en gezond Samen naar een houdbaar voedselsysteem (zie Kamerstuk 31532-A). In deze laatste brief heb ik mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat aangegeven hoe het kabinet zich inzet voor een verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheids-en leefomgevingsrisicos voor omwonenden van veehouderijen zo gering mogelijk te laten zijn. Daarnaast heb ik in deze brief ook aangegeven dat ik wil voorkomen dat de noodzakelijke beweging naar verduurzaming stokt doordat de discussie zich eenzijdig toespitst op mogelijke krimp van de veestapel. Vanuit de doelen voor een meer houdbaar en duurzaam voedselsysteem kan het resultaat een kleinere veestapel zijn. Dit is geen doel op zich, maar een mogelijk gevolg van het integrale verduurzamingsbeleid voor de veehouderij.

Artikel delen