Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief over ontwikkeling van een bossenstrategie

"Minister Schouten informeert de Tweede Kamer over een drietal zaken. Het voornemen om een bossenstrategie te ontwikkelen. Haar reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op een tweetal burgerbrieven over de overwegingen van Staatsbosbeheer over houtkap en beantwoordt de minister Kamervragen over bomenkap."

20 mei 2019

Nieuws

Graag informeer ik uw Kamer met deze brief over mijn voornemen om een bossenstrategie te ontwikkelen. Verder reageer ik in deze brief op het verzoek van uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om in te gaan op een tweetal burgerbrieven (kenmerk 2019Z05988/2019D12800) en daarbij in te gaan op de gronden en overwegingen die Staatsbosbeheer hanteert bij het al dan niet overgaan tot houtkap. Ten slotte vindt u bijgevoegd ook de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Van Kooten-Arissen en Wassenberg over bomenkap in Nederland (kenmerk 2019Z05381, ingezonden op 19 maart 2019).

Bossenstrategie

Graag informeer ik uw Kamer dat ik bezig ben met de ontwikkeling van een bossenstrategie. Deze bossenstrategie is nodig om meer samenhang te ontwikkelen ten aanzien van het bossen-, natuur-en klimaatbeleid. Ook heb ik de afgelopen periode gezien dat het kappen van bomen emoties oproept. En ik snap goed dat het vragen oproept als enerzijds bos wordt gekapt en anderzijds, bijvoorbeeld vanwege het klimaatbeleid, het aanplanten van bos wordt gepleit. Dit onderwerp leeft en de energie die daarbij vrijkomt wil ik gebruiken om met de samenleving en betrokken partijen te komen tot een beleid waar mensen zich in kunnen herkennen en dat ten goede komt aan biodiversiteit, natuur en klimaat.

In bepaalde situaties zal deze strategie leiden tot synergie en in andere gevallen zal spanning ontstaan en moeten keuzes worden gemaakt. Zo zit in de meeste gevallen geen spanning tussen het nastreven van de Natura 2000-doelen en de klimaatdoelen, maar bij het omvormen van bos naar andere natuur kan deze tegenstrijdigheid wel optreden. Mijn bossenstrategie moet helpen om in deze gevallen een zorgvuldige afweging te kunnen maken. Bij het maken van een bossenstrategie wil ik graag samenwerken met alle relevante partners, zoals provincies en de natuurbeheerders, zowel terreinbeherende organisaties als particuliere boseigenaren. Het is dan ook mijn voornemen om de bosvisie, die de provincies hebben aangekondigd bij de klimaattafel, aan te laten sluiten bij mijn bossenstrategie.

Ten eerste wil ik in mijn bossenstrategie verwoorden hoe ik om wil gaan met de keuzes en dilemmas bij het natuur-en bosbeheer in Nederland. Voorbeelden hierbij zijn de omvorming van bos naar andere natuur, de afweging tussen de verschillende functies van het bos (zoals biodiversiteit, koolstofvastlegging, houtproductie en recreatie) en de gewenste bosuitbreiding in relatie tot andere ruimtelijke functies (zoals landbouw, verstedelijking, landschap). Ten tweede wil ik het belang van bossen in het kader van klimaatbeleid beschrijven. Daarbij besteed ik aandacht aan het behouden van CO2-voorraden door het tegengaan van ontbossing, het vastleggen van CO2 door de aanleg van nieuwe bossen en het verhogen van de weerstand van bossen tegen klimaatverandering. Bij het uitwerking van het ontwerp-Klimaatakkoord zijn we hier al mee aan de slag, in samenwerking met provincies en terreinbeheerders. Ten derde wil ik in de bossenstrategie het belang van bossen in het kader van internationale biodiversiteit benoemen. Daarbij is het wereldwijd beschermen van bossen en het verminderen van de druk op het resterende bosareaal van belang, bijvoorbeeld door een efficiëntere landbouw. Een ander belangrijk element is het wereldwijd bevorderen van duurzaam bosbeheer, bijvoorbeeld door inzet van groene financieringsinstrumenten (publiek en privaat). En het verkleinen van de ecologische voetdruk in de wereld is van belang, zoals door onze inzet op het gebied van import en verbruik van hout en agrarische grondstoffen zoals palmolie, cacao en soja.

eerste wil ik in mijn bossenstrategie verwoorden hoe ik om wil gaan met de keuzes en dilemmas bij het natuur-en bosbeheer in Nederland. Voorbeelden hierbij zijn de omvorming van bos naar andere natuur, de afweging tussen de verschillende functies van het bos (zoals biodiversiteit, koolstofvastlegging, houtproductie en recreatie) en de gewenste bosuitbreiding in relatie tot andere ruimtelijke functies (zoals landbouw, verstedelijking, landschap). Ten tweede wil ik het belang van bossen in het kader van klimaatbeleid beschrijven. Daarbij besteed ik aandacht aan het behouden van CO2-voorraden door het tegengaan van ontbossing, het vastleggen van CO2 door de aanleg van nieuwe bossen en het verhogen van de weerstand van bossen tegen klimaatverandering. Bij het uitwerking van het ontwerp-Klimaatakkoord zijn we hier al mee aan de slag, in samenwerking met provincies en terreinbeheerders. Ten derde wil ik in de bossenstrategie het belang van bossen in het kader van internationale biodiversiteit benoemen. Daarbij is het wereldwijd beschermen van bossen en het verminderen van de druk op het resterende bosareaal van belang, bijvoorbeeld door een efficiëntere landbouw. Een ander belangrijk element is het wereldwijd bevorderen van duurzaam bosbeheer, bijvoorbeeld door inzet van groene financieringsinstrumenten (publiek en privaat). En het verkleinen van de ecologische voetdruk in de wereld is van belang, zoals door onze inzet op het gebied van import en verbruik van hout en agrarische grondstoffen zoals palmolie, cacao en soja.

Ten slotte komt in de bossenstrategie ook het bevorderen van de duurzame houtketen aan de orde komen, zowel bij import als bij binnenlands geproduceerd hout. Ik streef ernaar de bossenstrategie voor het einde van dit jaar aan uw Kamer aan te bieden.

Reactie op burgerbrieven

In de beide door uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontvangen burgerbrieven wordt gevraagd waarom zoveel bos wordt gekapt, terwijl bos een bijdrage levert aan de vermindering van de CO2-uitstoot en ook andere belangrijke functies kent, zoals recreatie. Zij vinden dat meer bos moet worden aangeplant.

Uit deze brieven spreekt dezelfde zorg en emotie die ik aan het begin van brief benoemde en die ik goed begrijp. Er zijn veel verschillende redenen waarom bomen worden gekapt. Soms is het onderdeel van regulier bosbeheer; dan wordt er gekapt om nieuw bos juist de ruimte te bieden. Soms wordt er gekapt vanwege de veiligheid; bijvoorbeeld als essen die zijn aangetast door de essentaksterfte in de nabijheid van wegen en paden dreigen om te vallen. Ook is er de afgelopen jaren relatief veel bos gekapt door het aflopen van subsidieregelingen voor tijdelijk, snelgroeiend bos op landbouwgrond.

Het is niet zo dat in Nederland lukraak bos kan worden gekapt. Binnen de bebouwde kom, zoals bedoeld in de Wet natuurbescherming, hebben gemeenten hun eigen kapbeleid. Daarbuiten geldt de Wet natuurbescherming, het onderdeel houtopstanden. Deze wetgeving is er juist op gericht de hoeveelheid bos in stand te houden. Uitgangspunten daarbij zijn de meldingsplicht en de herplantplicht.

Indien bos wordt omgevormd naar andere vormen van natuur, zoals heide en stuifzand, ten behoeve van het bereiken van Natura 2000-doelstellingen, geldt op grond van de Wet natuurbescherming geen meldings-en herplantplicht. Het gaat hierbij om bijzondere natuurwaarden, waaraan Nederland zich in EU- verband heeft verbonden.

Provincies hebben mij laten weten dat zij een inventarisatie uitvoeren naar de hoeveelheid bos die in de huidige plannen voor Natura 2000 en het Programma Aanpak Stikstof (PAS) worden omgevormd naar andere natuur. Mede in het kader van de voorgenomen bossenstrategie wil ik in gesprek gaan met provincies en terreinbeheerders over de vraag of er ruimte is om binnen de bestaande afspraken minder bomen te kappen. Zo ja, dan moeten de mogelijke consequenties hiervan wel goed in beeld worden gebracht. De oproep in de burgerbrieven om in de toekomst meer bos aan te planten, onderschrijf ik. Onder andere -maar niet alleen-vanwege onze klimaatdoelstellingen vind ik het van groot belang dat het areaal bos in de toekomst weer gaat groeien. Ik ben en ga, in de uitwerking van het ontwerp- Klimaatakkoord en bij het ontwikkelen van de bossenstrategie, met andere betrokken partijen aan het werk aan voorstellen die ervoor zorgen dat in de toekomst ook extra bos wordt aangeplant. bos wordt omgevormd naar andere vormen van natuur, zoals heide en stuifzand, ten behoeve van het bereiken van Natura 2000-doelstellingen, geldt op grond van de Wet natuurbescherming geen meldings-en herplantplicht. Het gaat hierbij om bijzondere natuurwaarden, waaraan Nederland zich in EU- verband heeft verbonden.

Provincies hebben mij laten weten dat zij een inventarisatie uitvoeren naar de hoeveelheid bos die in de huidige plannen voor Natura 2000 en het Programma Aanpak Stikstof (PAS) worden omgevormd naar andere natuur. Mede in het kader van de voorgenomen bossenstrategie wil ik in gesprek gaan met provincies en terreinbeheerders over de vraag of er ruimte is om binnen de bestaande afspraken minder bomen te kappen. Zo ja, dan moeten de mogelijke consequenties hiervan wel goed in beeld worden gebracht. De oproep in de burgerbrieven om in de toekomst meer bos aan te planten, onderschrijf ik. Onder andere -maar niet alleen-vanwege onze klimaatdoelstellingen vind ik het van groot belang dat het areaal bos in de toekomst weer gaat groeien. Ik ben en ga, in de uitwerking van het ontwerp- Klimaatakkoord en bij het ontwikkelen van de bossenstrategie, met andere betrokken partijen aan het werk aan voorstellen die ervoor zorgen dat in de toekomst ook extra bos wordt aangeplant.

In één van de burgerbrieven wordt gevraagd te inventariseren hoeveel bomen de laatste jaren door Staatsbosbeheer zijn gekapt, wie hiervoor verantwoordelijkheid is en of Staatsbosbeheer hiermee extra in haar eigen budget voorziet. De jaarlijkse houtoogst van Staatsbosbeheer beweegt al jaren tussen de 300 en 350 duizend m³ en bedraagt ongeveer 70-80% van de jaarlijkse bijgroei. Ook in de komende jaren zal dit peil worden behouden. In 2018 werd 330 duizend m³ hout geoogst; in 2015, 2016 en 2017 respectievelijk 338, 318 en 313 duizend m³. De netto opbrengst, die Staatsbosbeheer investeert in zijn maatschappelijke opgaven, ligt rond de 10 miljoen. Het is niet zo dat Staatsbosbeheer de laatste jaren meer bos kapt om meer inkomsten te genereren. Zie ook mijn antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Bromet (Aanhangsel van de Handelingen 20182019, nr. 2036). Inkomsten uit houtkap worden in mindering gebracht op de provinciale subsidies voor natuurbeheer. Uit de monitoring en de groei-en oogstprognoses blijkt dat Staatsbosbeheer de komende 25 jaar eenzelfde oogstniveau kan handhaven. In onderstaande grafiek, ziet u de opbrengst van 1996-2018.

Overwegingen Staatsbosbeheer bij houtkap

Ik heb het verzoek van uw commissie, om in te gaan op de gronden en overweging die Staatsbosbeheer hanteert bij het al dan niet overgaan tot houtkap, besproken met Staatsbosbeheer. Hieronder licht ik toe welke afwegingen Staatsbosbeheer hanteert bij het al dan niet kappen van bomen. In aanvulling hierop heeft Staatsbosbeheer op zijn website een dossier bos en hout:

https://www.staatsbosbeheer.nl/over-staatsbosbeheer/dossiers/bos-en-hout

. Dit dossier wordt, mede op basis van de huidige discussie, regelmatig geactualiseerd. De genoemde Bosvisie van Staatsbosbeheer is hier ook te raadplegen.

De bossen van Staatsbosbeheer bestaan voor grofweg één derde uit de zogenaamde Boscollectie; voor Nederland kenmerkende natuurbossen, belangrijke cultuurhistorische bossen en nog te ontwikkelen grootschalige boslandschappen. In deze bossen is houtkap slechts een middel om natuurdoelen te bereiken en geen doel op zich. Twee derde van het bos bestaat uit multifunctioneel bos; bossen waarin natuur en recreatie worden gecombineerd met houtkap. Waar welke functie in het multifunctioneel bos wordt benut, wordt zorgvuldig afgewogen. Dat betekent dat de verhouding tussen beschermen, beleven en benutten in minder toeristische gebieden anders ligt dan in gebieden waar veel mensen het bos willen beleven en er dus ook een grote druk op de natuur is. Uitgangspunten zijn in alle gevallen behoud en versterking van het bos als ecosysteem en een duurzame handelwijze gericht op een veerkrachtig en toekomstbestendig bos.

Er zijn twee redenen waarom Staatsbosbeheer in het algemeen bomen kapt. Ten eerste vinden dunning en verjonging plaats bij het reguliere beheer om bossen in gezonde dynamische staat te houden en de drie doelen van Staatsbosbeheer te behalen: beschermen, beleven en benutten. Ten tweede is er kap ten behoeve van natuurbeheer en -ontwikkeling, veelal om te voldoen aan internationale afspraken rondom biodiversiteit.

Dunning en verjonging

Bij het dunnen worden selectief een aantal bomen uit het bos weggehaald. Zo krijgen de bomen die blijven staan meer ruimte om groter en ouder te worden en krijgen jonge bomen meer kans. Dat levert een gevarieerder bos op, zowel in verschillende soorten als in leeftijden. Bij verjonging worden kleine open plekken in het bos gecreëerd van maximaal 0,5 tot 1 hectare, zodat er plaats komt voor nieuwe generaties bomen. Dit gebeurt als er nauwelijks nog bijgroei is, of het bos niet meer vitaal is. Op deze plekken groeit er dus nieuw bos voor in de plaats. Elke groeiplaats en elke bosontwikkelingsfase trekt bepaalde soorten. Door open plekken te creëren kan aan zoveel mogelijk soorten ruimte worden geboden en blijft een ecosysteem goed functioneren. In beginsel richt Staatsbosbeheer haar beheer op het goed functioneren van ecosystemen en dus het beschermen van de natuur. Staatsbosbeheer houdt bij werkzaamheden in het bos rekening met bomen en plekken waar individuele dieren broeden of wonen. Het tweede doel, beleven, is gebaat bij diverse begroeiing, waar grote en kleine bomen elkaar afwisselen. krijgen de bomen die blijven staan meer ruimte om groter en ouder te worden en krijgen jonge bomen meer kans. Dat levert een gevarieerder bos op, zowel in verschillende soorten als in leeftijden. Bij verjonging worden kleine open plekken in het bos gecreëerd van maximaal 0,5 tot 1 hectare, zodat er plaats komt voor nieuwe generaties bomen. Dit gebeurt als er nauwelijks nog bijgroei is, of het bos niet meer vitaal is. Op deze plekken groeit er dus nieuw bos voor in de plaats. Elke groeiplaats en elke bosontwikkelingsfase trekt bepaalde soorten. Door open plekken te creëren kan aan zoveel mogelijk soorten ruimte worden geboden en blijft een ecosysteem goed functioneren. In beginsel richt Staatsbosbeheer haar beheer op het goed functioneren van ecosystemen en dus het beschermen van de natuur. Staatsbosbeheer houdt bij werkzaamheden in het bos rekening met bomen en plekken waar individuele dieren broeden of wonen. Het tweede doel, beleven, is gebaat bij diverse begroeiing, waar grote en kleine bomen elkaar afwisselen.

Het derde doel, benutten, heeft baat bij het dunnen en verjongen, omdat er zo gezonde, grote bomen ontstaan met een hoogwaardige toepassing wanneer zij richting de einde van hun levensduur gaan. Bij het benutten gaat Staatsbosbeheer zorgvuldig om met bijvoorbeeld horstbomen, holenbomen, mierenhopen en dassenburchten. Dat is ook vastgelegd in de Gedragscode Bosbeheer. Zulke kwetsbare plekken worden vooraf in kaart gebracht en gemarkeerd. Extra zorg wordt gedragen voor kwetsbare en zeldzame soorten.

Natuurbeheer In Nederland staat de biodiversiteit onder druk. Als natuurbeheerder heeft Staatsbosbeheer een grote opgave om ervoor te zorgen dat de soortenrijkdom weer toeneemt. Dit is ook vastgelegd in internationale afspraken waar de Nederlandse overheid zich aan heeft gecommitteerd via Natura 2000 en PAS- maatregelen. Staatsbosbeheer draagt bij aan het behoud van deze soorten, omdat toename van biodiversiteit een belangrijk doel is van het natuurbeheer in Nederland. Dat betekent dat Staatsbosbeheer leefgebieden moet beschermen en soms uitbreiden. Bijvoorbeeld voor kwetsbare soorten die afhankelijk zijn van open terrein als heide en stuifduin en niet kunnen overleven in bos. Denk aan de nachtzwaluw, veldleeuwerik, tapuit en de zandhagedis. Om hier ruimte voor te maken kapt Staatsbosbeheer soms bomen om plaats te maken voor open leefgebieden voor deze soorten. Dit doet Staatsbosbeheer op plekken waar dat het meeste effect heeft; de beste natuur op de beste plek. Ik wil hierbij benadrukken dat Staatsbosbeheer deze maatregelen niet op eigen initiatief uitvoert, maar onder beleidsmatige regie en verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, meestal de provincies. Zoals eerder in deze brief gememoreerd, hoeft, op grond van de Wet natuurbescherming, bos dat wordt omgevormd naar andere natuur op basis van een Natura 2000-doelstelling, niet te worden herbeplant. Toch vindt Staatsbosbeheer het belangrijk dat waar mogelijk ook in deze gevallen elders nieuw bos wordt aangeplant. Mede daarom gaat Staatsbosbeheer zelf 5.000 hectare nieuw bos aanplanten op haar eigen terreinen.

Biomassa

Graag ga ik ook in op de rol van biomassa, ook omdat hierover veel vragen leven. Staatsbosbeheer kapt geen bomen met biomassacentrales als beoogd eindstation. De biomassa die gebruikt wordt voor energieopwekking is een bijproduct van het bosbeheer en geen doel op zich. Het hout van de bomen die Staatsbosbeheer kapt, wordt zo hoogwaardig mogelijk toegepast, zoals voor meubels en in de bouw. Delen die hiervoor niet bruikbaar zijn, zoals de kroon en takken, laat Staatsbosbeheer gedeeltelijk liggen als voeding voor het bodemleven en wordt gedeeltelijk aangeleverd als biomassa voor groene energie. Staatsbosbeheer levert alleen tak-en tophout aan warmtekrachtcentrales die honderd procent op biomassa draaien. Staatsbosbeheer levert geen biomassa als bijstook in kolencentrales. ook in op de rol van biomassa, ook omdat hierover veel vragen leven. Staatsbosbeheer kapt geen bomen met biomassacentrales als beoogd eindstation. De biomassa die gebruikt wordt voor energieopwekking is een bijproduct van het bosbeheer en geen doel op zich. Het hout van de bomen die Staatsbosbeheer kapt, wordt zo hoogwaardig mogelijk toegepast, zoals voor meubels en in de bouw. Delen die hiervoor niet bruikbaar zijn, zoals de kroon en takken, laat Staatsbosbeheer gedeeltelijk liggen als voeding voor het bodemleven en wordt gedeeltelijk aangeleverd als biomassa voor groene energie. Staatsbosbeheer levert alleen tak-en tophout aan warmtekrachtcentrales die honderd procent op biomassa draaien. Staatsbosbeheer levert geen biomassa als bijstook in kolencentrales.

Ten slotte wil ik benadrukken dat de bossen van Staatsbosbeheer zijn gecertificeerd door de Forest Stewardship Council (FSC-keurmerk). Periodiek wordt getoetst of Staatsbosbeheer nog aan de regels van het FSC-keurmerk voldoet.

1

Kent u het bericht Leve de natuur, weg met het bos?, waaruit blijkt dat er sprake is van massale bomenkap in Nederland?

Antwoord

Ja.

2

Is het waar dat de Nederlandse ontbossing verhoudingsgewijs harder gaat dan in het Braziliaanse Amazonegebied? Zo nee, in welk tempo is er in Nederland sprake van ontbossing?

Antwoord

Verhoudingsgewijs is deze uitspraak waar en dat is een serieus probleem. Wel is het zo dat het in absolute aantallen bomen en hectares uiteraard om onvergelijkbare grootheden gaat. Daarmee wil ik het probleem echter niet bagatelliseren.

3

Klopt het dat er in de praktijk ieder jaar tussen de 1500 en 3500 hectare aan bomen gekapt wordt in Nederland? Zo nee, hoeveel hectare bomen werden er op jaarbasis in de afgelopen vijf jaar gekapt?

Antwoord

Ja dat klopt. Dit zijn erg hoge aantallen, ook in absolute zin. Ik realiseer mij dat deze problematiek urgentie heeft en ben dan ook begonnen met het opzetten van een bossenstrategie, waarin deze aan de orde komt. Wat de cijfers betreft hebben wetenschappers van Wageningen Environmental Research in het Vakblad Natuur, Bos en Landschap uit september 2017 (Het Nederlandse bos als bron van CO2) cijfers gepubliceerd over ontbossing. Hierin stellen zij dat (na correctie) gedurende de periode 2013-2017 de netto-ontbossing (het saldo van bebossing minus ontbossing) per jaar gemiddeld 1350 ha besloeg. De bruto-ontbossing (dus zonder het meetellen van bebossing) bedroeg in deze periode 3036 ha. Nederland rapporteert in VN-en in EU-verband in het kader van de Klimaatconventie via de jaarlijkse zogeheten broeikasgas(inventaris)rapportages. Recent heeft Nederland gerapporteerd dat over de periode 2013-2017 per jaar de bruto ontbossing 4778 ha is en de bruto-bebossing 2237 ha was, resulterend in 2541 ha netto-ontbossing per jaar. Het verschil tussen deze 2541 ha en de 1350 ha uit het tijdschrift van de Wageningse onderzoekers, is dat het laatste cijfer voor een aantal aspecten is gecorrigeerd (Zo stond 3158 ha in 2013 ten onrechte als bos op de topografische kaart; zie verder de toelichting in het artikel). In de internationale broeikasgasrapportages was dit niet mogelijk, omdat consistent moet worden gerapporteerd ten opzichte van vorige rapportages.

4

Kunt u aangeven welk deel hiervan bestemd is om aan de vraag naar biomassa te voldoen en welk deel hiervan dient om aan de Natura 2000-doelstellingen te voldoen?

Antwoord

Ik beschik niet over exacte cijfers met betrekking tot de redenen van het kappen van bos. In het genoemde artikel in het vakblad Natuur, Bos en Landschap hebben de Wageningse wetenschappers in tabel 3 een indicatieve verdeling opgenomen. Hierin staat dat 38% van de ontbossing te maken heeft met de omvorming naar andere natuur. Biomassa staat hier niet genoemd. Zoals eerder in de begeleidende brief bij de beantwoording van deze schriftelijke vragen vermeld, voeren provincies een inventarisatie uit naar de beoogde houtkap in de bestaande Natura 2000-en PAS-maatregelen.

5

Kunt u aangeven welke impact grootschalige bomenkap heeft op de biodiversiteit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

We kunnen geen algemene conclusie trekken over het effect van bomenkap op biodiversiteit. Dit zal per situatie verschillen. Zo kan er bij omvorming van bos naar andere natuur op termijn sprake zijn van een stijging van de biodiversiteit. Bovendien wijs ik erop dat wet-en regelgeving er aan bijdragen dat in de meeste gevallen nieuwe bomen worden geplant als er bomen worden gekapt.

6

Deelt u de mening dat biodiversiteitdoelen gehaald zouden moeten worden via een bronaanpak (stikstofuitstoot, gifgebruik en monocultuur in de landbouw een halt toeroepen) in plaats van middels het kappen van bomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Mijn ambitie om de biodiversiteit te verbeteren kan worden gehaald door talloze, uiteenlopende acties van diverse betrokkenen. Zo dragen de afspraken met provincies in het Natuurpact, zoals de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland, in belangrijke mate bij aan het realiseren van de internationale biodiversiteitsdoelen. Ook weten we dat aanvullende acties nodig zijn om de doelen binnen handbereik te krijgen. Zo dragen de uitvoering van mijn LNV-visie en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, dat ik ondersteun, bij aan het verbeteren van de biodiversiteit. Ook zet ik me hier in EU-en VN-verband voor in. Zoals vermeld in het dertigledendebat over bedreigde diersoorten op 18 april 2019, zal ik uw Kamer nader informeren over mijn inzet in het traject voor een new deal for nature, waarover op de VN-Biodiversiteitsconferentie (CBD) eind volgend jaar afspraken moeten worden gemaakt.

Het kappen van bomen is uiteraard geen doel op zichzelf bij het versterken van de biodiversiteit, maar kan in sommige gevallen een noodzakelijk instrument zijn om ruimte te bieden aan andere natuurtypen die de biodiversiteit vergroten (zie ook het antwoord op vraag 5).

7

Vindt u het ook onterecht dat bomen die gekapt worden vanuit Natura 2000doelen niet gecompenseerd hoeven te worden via herplanting? Zo nee, waarom niet? Vindt u het ook onterecht dat bomen die gekapt worden vanuit Natura 2000doelen niet gecompenseerd hoeven te worden via herplanting? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Een strikte toepassing van de herplantplicht in en rondom Natura 2000-gebieden is in de Wet natuurbescherming losgelaten, omdat omvorming van bos tot andere natuur soms noodzakelijk kan zijn om natuurwaarden die behoren bij de habitats van beschermde soorten te realiseren of foerageergebieden voor beschermde soorten te creëren. Met het treffen van deze instandhoudingsmaatregelen wordt voldaan aan de verplichting die de Europese Habitatrichtlijn oplegt aan Nederland. Dat neemt niet weg dat ik daarnaast ook het belang van de aanplant van nieuw bos onderken. Bij het ontwikkelen van mijn bossenstrategie zal ik de mogelijkheden hiervoor dan ook in beeld brengen.

8

Kunt u aangeven hoeveel hectare natuurbos de afgelopen jaren is veranderd in productiebos en kunt u uitsluiten dat de vraag naar biomassa hier van invloed op is? Zo ja, waarop baseert u dat?

9

Deelt u de mening dat de omzetting van natuurbos naar productiebos slecht is voor de biodiversiteit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op de vragen 8 en 9

Deze vragen impliceren dat natuurbos wordt omgezet naar productiebos. Ik herken deze ontwikkeling niet. Pure productiebossen zijn er nauwelijks in Nederland. Het meeste bos in Nederland is multifunctioneel; dat wil zeggen dat de functies natuur, recreatie en productie daarin met elkaar worden gecombineerd. Daarnaast zijn er bossen waarin de natuurfunctie de overhand heeft. Ons beeld is dat biomassa veelal een restproduct van het bosbeheer is. Aangezien hier geen nauwkeurige cijfers over beschikbaar zijn, ga ik dit nader laten onderzoeken. Deze cijfers vormen vervolgens ook input voor de bossenstrategie.

10

Bent u nog steeds van mening dat Nederland de internationale en nationale verplichtingen om de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen in 2020, niet gaat halen?

Antwoord

Uit de Balans van de Leefomgeving blijkt dat de achteruitgang van soorten in natuurgebieden gemiddeld genomen stabiliseert, maar ook dat in met name agrarisch gebied nog sprake is van een neergaande lijn. Ook weten we dat we wereldwijd niet op schema liggen om de zogeheten Aichidoelen van het Biodiversiteitsverdrag (CBD) te halen. Ik zet mij daarom, samen met andere landen in de wereld en maatschappelijke partijen in Nederland, in voor een new deal for nature, waarover bij de CBD-conferentie in China eind volgend jaar afspraken gemaakt moeten worden (zie ook het antwoord op vraag 6).

Erkent u dat er juist tienduizenden hectares natuurbos in Nederland bij moeten komen om de klimaat-en biodiversiteitsdoelen te halen, in plaats van hout te gebruiken als energiebron? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik erken het belang van de aanplant voor nieuw bos. Dit is dan ook een onderwerp waarover ik bij de uitwerking van het ontwerp-Klimaatakkoord en de bossenstrategie volop in overleg ben en ga met provincies, natuurbeheerders en andere betrokken partijen.

Artikel delen