Minister Schouten (LNV) meldt de Tweede Kamer dat zij van plan is voor het einde van het jaar een brief te sturen over verschillende onderwerpen rondom ammoniak.
Met deze brief informeer ik u over mijn voornemen om voor het einde van dit jaar een brief aan uw Kamer te sturen, waarin ik verschillende toezeggingen inzake ammoniak behandel en een aantal rapportages aan u doe toekomen. Ik informeer u hier graag integraal over, omdat ik wil dat deze zaken in goede onderlinge samenhang worden bezien.
In deze integrale brief wordt u over de volgende zaken geïnformeerd:
Het onderzoek naar het verschil tussen de trends van de berekende ammoniakemissies en de gemeten ammoniakconcentraties. Het RIVM en Wageningen Research kunnen het rapport niet eerder dan de tweede helft van november afronden. Dit zeg ik wel onder voorbehoud van de tijdige afronding van de lopende wetenschappelijke analyses die benodigd zijn voor dit rapport.
De rapportage met het advies van het Rathenau Instituut over de dialoog inzake het vertrouwen in de wetenschappelijke onderbouwing van het ammoniakbeleid. In mijn brief geef ik u mijn reactie en het rapport stuur ik u als bijlage mee.
Mijn reactie op het rapport Ammoniak in Nederland, de impact van een foutief geplaatst meetstation op het Nederlandse ammoniakbeleid (meetpunt Vreedepeel).
De verfijning van het meetnetwerk voor stikstofdepositie naar aanleiding van de conclusie uit mijn brief aan uw Kamer van 5 december 2017 (Kamerstuk 32 670, nr. 129) als antwoord op de motie van de leden Grashoff en De Groot over de verfijning van de meetnetten voor stikstofdepositie. Het RIVM heeft mij een eerste advies gegeven over de mogelijke aanpassingen van relevante meetnetten. Hierin ga ik in het bijzonder in op de raakvlakken met het beleid voor luchtkwaliteit en volksgezondheid. Tevens ga ik specifiek in op het meetnet voor natuur.
De stand van zaken in de juridische procedures bij het Europees Hof en de Raad van State. Op 25 juli jl. heeft de Advocaat-Generaal van het Europese Hof een advies uitgebracht inzake de prejudiciële vragen over het PAS. Inmiddels is bekend dat het Europese Hof van Justitie op 7 november a.s. uitspraak zal doen. U heeft juni jl. verzocht om een reactie op het arrest. Ik wil u er op wijzen dat de nationale rechter na het arrest van het Europese Hof nog een einduitspraak moet doen. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Pas na de einduitspraak geeft het kabinet een inhoudelijke reactie.
Ten slotte meld ik u dat de tussenevaluatie PAS volgens planning is voorzien begin november.
