Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Internetconsultatie wetsvoorstel Wijziging Awb stroomlijning omgevingsrecht

Dit wetsvoorstel vervangt de huidige coördinatieregeling uit afdeling 3.5 Awb door een nieuwe regeling voor het hele omgevingsrecht. Het wetsvoorstel past ook enkele andere wetten aan met het oog op de invoering van de algemene regeling over nadeelcompensatie in titel 4.5 Awb. Daarnaast wordt voorzien in de mogelijkheid van handhaving van de medewerkingsplicht ex artikel 5:20 Awb.

29 januari 2018

Verwachte effecten van de regeling

Voor burgers en bedrijven is het te verwachten effect van het

wetsvoorstel

dat toepassing van de nieuwe coördinatieregeling de procedures van voorbereiding en rechtsbescherming bij samenhangende besluiten zal stroomlijnen en daardoor tot een vermindering van de administratieve lasten zal leiden. Voor bestuursorganen zal het wetsvoorstel leiden tot betere besluitvorming en vermindering van de bestuurslasten.

Nieuwe coördinatieregeling

De huidige regeling (afdeling 3.5 Awb, artikelen 3:21 tot en met 3:29) wordt in de praktijk weinig toegepast, aldus de

ontwerp memorie van toelichting

. Een belangrijke reden hiervoor is het bestaan van specifieke coördinatieregelingen in het omgevingsrecht. Gelet op het feit dat de coördinatieregeling van afdeling 3.5 nagenoeg niet wordt gebruikt en er in de verschillende specifieke wetten coördinatieregelingen bestaan die op onderdelen afwijken van de Awb, adviseerde de Afdeling advisering in haar voorlichting om te onderzoeken of de coördinatieregelingen uit het omgevingsrecht kunnen worden geharmoniseerd en of deze omgezet kunnen worden in een regeling die zich leent voor algemene toepassing en kan worden opgenomen in de Awb.

Door bestaande bijzondere bevoegdheden en voorzieningen uit verschillende omgevingsrechtelijke wetten (in het bijzonder de Wet ruimtelijke ordening, de Tracéwet en de Elektriciteitswet 1998) een plek te geven in de coördinatieregeling van afdeling 3.5 Awb, kan deze regeling toepasbaar worden gemaakt voor het gehele omgevingsrecht. De nu voorgestelde regeling strekt hiertoe. In de Omgevingswet wordt de nieuwe coördinatieregeling van toepassing verklaard op daartoe aangewezen besluiten. Zo ontstaat één uniforme procedure voor de voorbereiding, totstandkoming en rechtsbescherming van samenhangende besluiten. Daarmee ontstaat meer duidelijkheid voor de betrokken burgers, bedrijven en overheden.

Aanpassing bijzondere nadeelcompensatieregelingen aan titel 4.5 van de Awb

Het égalitébeginsel heeft in artikel 4:126 Awb een wettelijke basis gekregen. Zowel schade door rechtmatige besluiten als schade door rechtmatige feitelijke handelingen vallen onder het bereik van de regeling van titel 4.5 Awb. Het égalitébeginsel levert geen verplichting op om de schade die het gevolg is van rechtmatig overheidshandelen volledig te vergoeden: alleen onevenredige schade dient te worden vergoed. Voor veel overheidshandelingen geldt dat ze worden gezien als een normale maatschappelijke ontwikkeling. De schade ten gevolge van zulke handelingen behoort dan in beginsel tot het normaal maatschappelijk risico. Door de algemene regeling over nadeelcompensatie van titel 4.5 Awb wordt de overzichtelijkheid van het nadeelcompensatierecht vergroot. Titel 4.5 moet echter nog in werking treden. Daarvoor is vereist dat een aantal bijzondere nadeelcompensatieregelingen in formele wetten worden aangepast.

Invoering van titel 4.5 Awb brengt mee dat bepalingen in andere wetten waarin geregeld is dat aan een benadeelde die ten gevolge van een bepaalde met name genoemde overheidsmaatregel schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, een vergoeding krijgt toegekend, kunnen komen te vervallen. Met de codificatie van de grondslag voor nadeelcompensatie in titel 4.5 Awb zijn de regelingen die op deze zelfde grondslag zijn terug te voeren overbodig geworden. In deze aanpassing voorziet dit onderdeel van het wetsvoorstel, aldus de ontwerp memorie van toelichting.

Handhaving van de medewerkingsplicht op grond van artikel 5:20 Awb

Bij de voorlichting over de herziening van het omgevingsrecht is geadviseerd om bij de voorbereiding van de nieuwe Omgevingswet te bezien welke aanvullingen en afwijkingen van de Awb noodzakelijk zijn, en of wellicht de Awb zelf in dit kader aanvulling behoeft. Gebleken is dat met name artikel 5.14 (handhaving van de medewerkingsplicht ex artikel 5:20 Awb) een onderwerp betreft dat zich leent voor algemene regeling in de Awb, zo volgt uit de ontwerp memorie van toelichting.

In verschillende wetten is een bevoegdheid opgenomen om een overtreding van de medewerkingsplicht van artikel 5:20 Awb te sanctioneren met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. Andere wetten bieden de mogelijkheid om een overtreding van de medewerkingsplicht te bestraffen met een bestuurlijke boete en er zijn wetten die het bestuur de keuze bieden tussen het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete. Gelet hierop acht de regering de tijd nu rijp voor een algemene regeling ten aanzien hiervan in de Awb.

Eerder schreef ik hierover al een column met R.P.A. Kraaijeveld (

Doet u ons maar uniformiteit; hoe niet-medewerking met verschillende boetehoogtes kan worden bestraft

, Tijdschrift voor sanctierecht en compliance, februari 2015).

Internetconsultatie

Er kan tot 18 mei 2018 op het wetsvoorstel gereageerd worden via het

reactieformulier

.

Artikel delen