Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Internetconsultatie tot 18 mei 2018 Wijziging Awb stroomlijning omgevingsrecht

De aanleiding voor dit wetsvoorstel wordt gevormd door de stelselwijzigingen in het omgevingsrecht en het nadeelcompensatierecht. Gelet op het feit dat de coördinatieregeling van afdeling 3.5 nagenoeg niet wordt gebruikt en er in de verschillende specifieke wetten coördinatieregelingen bestaan die op onderdelen afwijken van de Awb, adviseerde de Afdeling advisering in haar voorlichting om te onderzoeken of de coördinatieregelingen uit het omgevingsrecht kunnen worden geharmoniseerd en of deze omgezet kunnen worden in een regeling die zich leent voor algemene toepassing en kan worden opgenomen in de Awb. Gebleken is dat dit mogelijk is.

Rijksoverheid 19 januari 2018

Dit wetsvoorstel vervangt de huidige regeling voor de coördinatie van samenhangende besluiten in afdeling 3.5 van de Awb door een nieuwe regeling. De nieuwe coördinatieregeling is toepasbaar voor het gehele omgevingsrecht. Het wetsvoorstel bevat daarnaast ook nog enkele andere wijzigingen in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Tot slot past het wetsvoorstel enkele wetten aan met het oog op de invoering van de algemene regeling over nadeelcompensatie in titel 4.5 van de Awb.

Downloads:

Concept regeling

Consultatieversie Wijziging van de Awb i.v.m. de Omgevingswet

Ontwerp toelichting

Consultatieversie Wijziging van de Awb i.v.m. de Omgevingswet - MvT

Ga hier naar de Internetconsultatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving dient te voldoen. Uitgebreide informatie vind je op

www.naarhetiak.nl

.

1. Wat is de aanleiding?

De aanleiding voor dit wetsvoorstel wordt gevormd door de stelselwijzigingen in het omgevingsrecht en het nadeelcompensatierecht.

In de nieuwe Omgevingswet wordt het omgevingsrecht gebundeld en geuniformeerd. In 2012 heeft de Raad van State de regering geadviseerd over de plannen voor vernieuwing van het omgevingsrecht (bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, 33 118, nr. 3) In haar advies benadrukt de Raad dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de nieuwe Omgevingswet goed op elkaar moeten worden afgestemd. Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan dit advies. Concreet wordt de Awb op twee punten gewijzigd. Om te beginnen wordt de huidige regeling in Awb voor de gecoördineerde behandeling van samenhangende besluiten vervangen door een nieuwe regeling die toepasbaar is voor het hele omgevingsrecht. De bestaande specifieke coördinatieregelingen uit onder meer de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Tracéwet kunnen daarmee komen te vervallen. Verder wordt een algemene mogelijkheid geïntroduceerd om overtreding van de medewerkingsplicht (artikel 5:20 Awb) bestuurlijk te handhaven.

Sinds 2013 bevat de Awb in titel 4.5 een algemene regeling over nadeelcompensatie, d.w.z. de vergoeding van onevenredige, niet tot het normaal maatschappelijk risico behorende schade die is veroorzaakt door rechtmatig overheidsoptreden. Titel 4.5 Awb is tot nu nog niet in werking getreden, omdat daarvoor eerst een aantal bijzondere nadeelcompensatieregelingen in diverse wetten moeten worden aangepast. Dit wetsvoorstel bevat deze aanpassingswetgeving.

2. Wie zijn betrokken?

De nieuwe coördinatieregeling is van belang voor burgers en bedrijven die meerdere vergunningen of ontheffingen nodig hebben voor het kunnen verrichten van een activiteit (bijvoorbeeld het openen van een café) en voor de bestuursorganen die over de verlening van deze samenhangende vergunningen of ontheffingen moeten beslissen.

De nieuwe coördinatieregeling is in 2014 al afzonderlijk in internetconsultatie gegeven en voor advies voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Unie van Waterschappen. Op die manier kon de betekenis van de bepalingen in de Omgevingswet die verwijzen naar de coördinatieregeling van de Awb, duidelijk worden gemaakt. In de Omgevingswet wordt deze nieuwe coördinatieregeling namelijk op veel besluiten van toepassing verklaard.

De aanvulling van artikel 5:20 Awb is van belang voor bestuursorganen en toezichthouders en voor burgers en bedrijven die te maken hebben met bestuurlijke handhaving.

De aanpassing van bijzondere nadeelcompensatieregelingen heeft een hoofdzakelijk wetstechnisch karakter en raakt geen partijen in het bijzonder.

3. Wat is het probleem?

Gelet op het feit dat de coördinatieregeling van afdeling 3.5 nagenoeg niet wordt gebruikt en er in de verschillende specifieke wetten coördinatieregelingen bestaan die op onderdelen afwijken van de Awb, adviseerde de Afdeling advisering in haar voorlichting om te onderzoeken of de coördinatieregelingen uit het omgevingsrecht kunnen worden geharmoniseerd en of deze omgezet kunnen worden in een regeling die zich leent voor algemene toepassing en kan worden opgenomen in de Awb. Gebleken is dat dit mogelijk is. Door bestaande bijzondere bevoegdheden en voorzieningen uit verschillende omgevingsrechtelijke wetten (in het bijzonder de Wet ruimtelijke ordening, de Tracéwet en de Elektriciteitswet 1998), zoals doorzettingsmacht voor het coördinerend bevoegd gezag, een plek te geven in de coördinatieregeling van afdeling 3.5 Awb, kan deze regeling toepasbaar worden gemaakt voor het gehele omgevingsrecht. De nu voorgestelde regeling strekt hiertoe.

Bij de invoering van artikel 5:20 Awb werd het voldoende geacht dat de sanctionering verliep via de mogelijkheid van strafvervolging op basis van artikel 184 Wetboek van Strafrecht (strafbaarstelling overtreding ambtelijk bevel). Tegenwoordig biedt een groot aantal sectorale wetten de mogelijkheid om bij overtreding van artikel 5:20 Awb bestuursdwang toe te passen. Het aanvullen van artikel 5:20 Awb met een bestuursdwangbevoegdheid is daarmee een logische stap.

De aanpassing van bijzondere nadeelcompensatieregelingen is nodig met het oog op de inwerkingtreding van de algemene nadeelcompensatietitel (titel 4.5 Awb).

4. Wat is het doel?

Het doel van de nieuwe coördinatieregeling is om procedures van voorbereiding en rechtsbescherming bij samenhangende besluiten te uniformeren en vereenvoudigen. In de Omgevingswet wordt de nieuwe coördinatieregeling van toepassing verklaard op daartoe aangewezen besluiten. Zo ontstaat één uniforme procedure voor de voorbereiding, totstandkoming en rechtsbescherming van samenhangende besluiten. Daarmee ontstaat meer duidelijkheid voor de betrokken burgers, bedrijven en overheden.

De aanvulling van artikel 5:20 Awb maakt een regel die in veel bijzondere wetten voorkomt tot een algemene bestuursrechtelijke regel en draagt op die manier bij aan de harmonisatiedoelstelling van de Awb.

De aanpassing van bijzondere nadeelcompensatieregelingen maakt de inwerkingtreding van de nadeelcompensatietitel (titel 4.5 Awb) mogelijk.

5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Dit wetsvoorstel zorgt voor een goede afstemming van de Awb op de nieuwe Omgevingswet en draagt zo bij aan een uniform, inzichtelijk en effectief bestuursrecht.

6. Wat is het beste instrument?

Een goede afstemming van de Awb op de Omgevingswet vergt wetswijziging.

7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?

De nieuwe coördinatieregeling stroomlijnt procedures van voorbereiding bij samenhangende besluiten en levert zo een (potentiële) bijdrage aan de vermindering van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Doordat de regeling voorziet in een gebundelde beroepsgang inzake gecoördineerde besluiten draagt zij tevens bij aan het verminderen van de procedurelasten voor bestuur, burger, bedrijfsleven en bestuursrechter.

De aanvulling van artikel 5:20 Awb heeft geen bijzondere gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu; het betreft codificatie van een regel die al in veel bijzondere wetten voorkomt.

De aanpassing van bijzondere nadeelcompensatieregelingen heeft geen bijzondere gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu; het betreft wijzigingen met een hoofdzakelijk wetstechnisch karakter.

Artikel delen