Vorige week bracht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hun analyse van het Klimaatakkoord op Hoofdlijnen naar buiten. Wat wordt er in deze analyse gezegd over de Regionale Energiestrategie (RES)?
Het Klimaatakkoord op Hoofdlijnen heeft volgens het PBL genoeg potentieel heeft om aan het doel van 49% CO2-reductie in 2030 te voldoen, maar dat het Kabinet aan zet is om de benodigde kaders te scheppen.
Wat is de RES?
Met de RES worden regionaal aanwezige (restwarmte)bronnen in beeld gebracht en de vraag en het aanbod op elkaar afgestemd, zowel richting het lokale als in samenhang met het landelijke niveau. Energieregios worden binnenkort gevormd en leveren voor de zomer van 2019 in concept een energie-infrastructuur en regionale warmte-plannen op, waarbij de planning gekoppeld is aan het halen van de planning voor de totstandkoming van het Klimaatakkoord.
Reactie PBL
Het PBL zegt in haar reactie dat deze planning erg ambitieus lijkt. In het bijzonder omdat een duidelijke rolverdeling tussen decentrale overheden nog moet worden afgesproken. De VNG begrijpt deze spanning en draagt met de andere overheden zorg voor dat ook de gemeenten goed voorbereid zijn.
Randvoorwaarden die gesteld zijn op terrein van bijvoorbeeld financiën, governance, organisatie en data/tooling staan nog steeds centraal. Ook het koppelen van de planning van de regios aan de planning van het Klimaatakkoord is belangrijk. Het zorgpunt van het PBL is dat informatie over de potentiële beschikbaarheid van restwarmte (nog) niet openbaar is en dat het daarom veel moeite gaat kosten om die op een betrouwbare manier in kaart te brengen. Dit wordt ook meegenomen in de gesprekken over het Klimaatakkoord.
Pilots
In 2017 zijn er 5 pilots gehouden. Vanuit deze pilots wordt nu gewerkt aan een consistente aanpak voor de regio's. Zodat ze vergelijkbaar en optelbaar zijn, maar wel hun eigen dynamiek en regionale invulling hebben. Tot eind 2018 is een kwartiermaker in opdracht van de decentrale overheden hiermee aan de slag. Dat betekent dat regios onder ander richtlijnen gaan krijgen over zowel de inhoudelijke invulling als over de manier waarop vraag en aanbod moeten worden afgestemd. Op zeer korte termijn ontvangen de regio's ook een handreiking die dient als basisdocument.
