Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het Omgevingsplan in de nieuwe Omgevingswet

De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving en over de activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben voor deze fysieke leefomgeving. Doel is de duurzame ontwikkeling van en het bereiken van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving.

28 oktober 2014

Inleiding

De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving en over de activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben voor deze fysieke leefomgeving. Doel is de duurzame ontwikkeling van en het bereiken van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. Om invulling te geven aan deze taken moeten overheden regels opstellen over de fysieke leefomgeving. Het streefbeeld van de Omgevingswet is om deze te bundelen in één regeling per overheidsniveau om zo de toegankelijkheid en het overzicht van de regels over de fysieke leefomgeving te vergroten. Voor de gemeentelijke overheid introduceert de Omgevingswet het omgevingsplan, waarin de gemeentelijke regels bijeen worden gebracht.

In het gemeentelijk omgevingsplan worden bestemmingsplannen, beheersverordeningen en de omgevingsrechtelijke delen van andere verordeningen logisch en samenhangend gebundeld en geïntegreerd met onder meer regels over milieu, natuur, cultureel erfgoed, bomen en welstand. Uitgangspunt is het vaststellen van een omgevingsplan per gemeente. Meerdere omgevingsplannen per gemeente zijn toegestaan, mits deze elkaar maar niet overlappen. Op termijn is het wel de bedoeling dat één omgevingsplan het gehele grondgebied van de gemeente bestrijkt.

Inhoud van het omgevingsplan

In de gemeentelijke omgevingsplannen komen straks de volgende onderdelen terug:

  • regels over de toedeling van functies aan locaties en locatiegebonden regels;

  • omgevingswaarden (als de gemeente dit nodig acht, bijvoorbeeld voor geur);

  • maatwerkregels, daar waar algemene rijksregels daartoe ruimte laten;

  • een toetsingskader voor vergunningen.

Het omgevingsplan vormt een integraal geheel van regels dat alle aspecten van de fysieke leefomgeving omvat, en is dus niet beperkt tot een goede ruimtelijke ordening. Regels over goede ruimtelijke ordening worden geïntegreerd met regels over onder meer milieu, natuur, cultureel erfgoed, bomen en welstand. Doordat omgevingsplannen online beschikbaar moeten worden gemaakt en wijzigingen direct worden verwerkt, kunnen burgers en bedrijven via internet alle geldende regels van de gemeente voor een bepaald perceel of adres bij elkaar vinden, naar voorbeeld van ruimtelijkeplannen.nl. De wet biedt in eerste instantie ruimte aan gemeenten (bijvoorbeeld gemeenten met meerdere kernen), om meer dan één omgevingsplan vast te stellen, maar volgens de toelichting bij de wet is het de bedoeling dat er op termijn voor iedere gemeente één omgevingsplan wordt vastgesteld. Voor het omgevingsplan geldt overigens dat altijd bij omgevingsvergunning voor een concrete activiteit kan worden afgeweken. Deze mogelijkheid geeft veel flexibiliteit aan het omgevingsplan.

Voorbereidingsprocedure en rechtsbescherming

Net als bij het bestemmingsplan wordt het omgevingsplan vastgesteld via de openbare voorbereiding uit afdeling 3.4 van de Awb. Geen zienswijzen kunnen worden ingediend tegen dat deel van het ontwerp omgevingsplan dat zijn grondslag vindt in een onherroepelijke omgevingsvergunning voor een afwijkingsactiviteit. Belanghebbenden kunnen zienswijzen indienen en vervolgens in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Veranderingen ten opzichte van het huidige omgevingsrecht

Op dit moment zijn de gemeentelijke regels over de leefomgeving nog verspreid over een groot aantal verschillende bestemmingsplannen, beheersverordeningen en andere verordeningen. Bijvoorbeeld een kapverordening, monumentenverordening, algemene plaatselijke verordening, reclameverordening, ligplaatsenverordening, een verordening voor in- en uitritten, enzovoort. Het omgevingsplan verenigt alle genoemde gemeentelijke regels in één plan. Hoofdregel wordt dus dat alle regels in één omgevingsplan worden verenigd. Bij Amvb kunnen echter gevallen worden aangewezen waarin regels over de fysieke leefomgeving niet in het omgevingsplan worden opgenomen.

Nu is het nog zo dat een gemeente bij het versterken van de ruimtelijke en economische ontwikkeling van een bepaald gebied soms stuit op wettelijke grenzen, bijvoorbeeld op milieugebied. Voor dergelijke gevallen biedt de Omgevingswet, in het verlengde van de Crisis- en herstelwet, de mogelijkheid om dit gebied als ontwikkelingsgebied aan te wijzen. Voor dat gebied kunnen dan bijzondere maatregelen worden genomen. Op basis van zon omgevingsplan voor een ontwikkelingsgebied kan voor een bepaalde periode worden afgeweken van omgevingswaarden en van bepalingen zoals nu nog opgenomen in de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet natuurbescherming. Deze wetten vervallen overigens na inwerkingtreding van de Omgevingswet waarbij wordt opgemerkt dat de Wet natuurbescherming op het moment van schrijven van dit artikel nog niet in werking is getreden. Tot slot mogen afwijkingen niet in strijd zijn met EU-richtlijnen of met internationale verplichtingen.

Kansen voor bedrijven

Het omgevingsplan beoogt de volgende voordelen te bieden ten opzichte van het bestemmingsplan:

Het integrale omgevingsplan maakt het vooraf makkelijker in te schatten of een initiatief haalbaar is. Door in het omgevingsplan met globalere regels te werken, ontstaan er regels die meer beoordelingsruimte geven binnen het omgevingsplan en richtinggevend zijn voor initiatieven. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor beoordeling op maat, zonder dat een afwijking van het omgevingsplan nodig is.

Bedrijven krijgen daarnaast meer ruimte doordat er minder en duidelijkere regels komen. Door een integraal omgevingsplan weten bedrijven vooraf beter waar ze aan toe zijn. Niet overal is meer een vergunning voor nodig en wanneer er wel een vergunningplicht is dan gaat het om één vergunning die bij één loket is te verkrijgen.

Er ontstaat meer ruimte voor maatwerk doordat niet alles gedetailleerd behoeft te worden geregeld. De rol van de overheid verandert en wordt meer faciliterend.

De onderzoekslasten dalen en veel gegevens zijn op termijn digitaal te verkrijgen. Hergebruik van gegevens is op deze manier mogelijk. Onderzoeksrapporten mogen bij de vaststelling van een besluit overigens maximaal twee jaar oud zijn. Dit geldt echter niet voor Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten.

Wilt u meer informatie, neem contact op met Annette Zebel-Vaudo (

annette.zebel-vaudo@rhdhv.com

) 06 52 55 55 79 of Willem Lambooij (

willem.lambooij@rhdhv.com

) 06 53 75 58 10.

Gerelateerde info:

Artikel delen