De coronacrisis is ook een tijd voor innovatie, zo laten burgers en bedrijven zien. Het vormt de perfecte gelegenheid om na te denken over een duurzamere toekomst: wat wordt het nieuwe normaal? Hoewel haar fysieke deuren tot nader orde gesloten zijn, biedt het onafhankelijk platform Pakhuis de Zwijger sinds kort op werkdagen zogeheten LIVECASTS uit. In deze interactieve online programma’s komen onderwerpen aan bod die ook voor de (thuis)werkende professional relevant zijn. Op 20 april waren onder andere wethouder Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid) en Kate Raworth, econoom en auteur van het boek Donuteconomie, te gast. in de LIVECAST Amsterdam Donut-stad werd kort ingegaan op het donutmodel en op hoe de gemeente Amsterdam in samenwerking met Raworth deze visie handen en voeten geeft.
Onlangs kondigde het Amsterdamse stadsbestuur haar nieuwe strategie voor een circulaire economie aan. Deze langetermijnvisie is geïnspireerd op het donutmodel dat Raworth in haar bekende boek uiteenzet. En met succes, want het plan is reeds aangenomen door het college. Na een korte introductie wordt van Doorninck gevraagd waarom ervoor gekozen is om deze visie nu te presenteren, aangezien we middenin de coronacrisis zitten. Er wordt aangegeven dat dit een begrijpelijke vraag is, maar dat deze tijd ook veel kansen biedt. We moeten immers toewerken naar een ‘nieuwe normaal’ en nu is het moment om na te denken hoe we dit voor ons zien. Zo bezien geeft het idee van een circulaire economie veel instrumenten om beter uit de crisis te komen: denk bijvoorbeeld aan werkgelegenheid die snel ingezet kan worden. Daarnaast prioriteert het donutmodel, waar de strategie zoals aangegeven door geïnspireerd is, hergebruik van al bestaande materialen in de eigen regio’s: het vereist een herwaardering van wat we afval noemen. Ook is het minder afhankelijk zijn van lange ketens, die hun oorsprong vaak in andere landen hebben, in deze tijden een welkome uitkomst.
Ook Raworth zelf is te gast tijdens de uitzending. Ze legt uit dat we de donut moeten zien als een spiegel die ons zowel de grenzen van het sociaal fundament alsook de buitengrenzen van onze maatschappij laat zien. Haar model biedt kaders waarmee we kunnen werken: het laat ons nadenken over andere manieren van consumeren en produceren. Essentieel is dat dit model uitgaat van een holistische aanpak. Maar hoe kun je als individuele stad holistisch te werk gaan? Die vraag werd aan Annerieke Douma voorgelegd, werkzaam bij de ngo Circle Economy en direct betrokken bij de ontwikkeling van de langetermijnstrategie die nu aangenomen is. Ook hier biedt het model een kompas. Veel van wat er in een stad gekocht of geconsumeerd wordt, heeft namelijk effect op de situatie in andere landen. Daar kan binnen een stad als Amsterdam direct rekening mee gehouden worden door mechanismen en instrumenten in te zetten en zo sturend op te treden. Fairphone en Tony’s Chocolonely zijn mooie initiatieven die in de stad gehuisvest zijn.
Een model op papier is iets dan de realiteit en het gevaar is dat het (al dan niet bewust) verkeerd wordt toegepast. Greenwashing kan hier de kop opsteken: het groener of maatschappelijker voordoen dan je als organisatie of bedrijf daadwerkelijk bent. Is er geen reëel risico dat Raworths model als marketingstrategie wordt misbruikt? Raworth erkent dit mogelijke risico, maar benadrukt ook dat de aangenomen strategie laat zien dat het ook goed kan gaan. Amsterdams visie is om een thriving, regenerative and inclusive city for all citizens te zijn, waarbij planetaire grenzen gerespecteerd worden. Naast een theoretische overeenstemming met het donutmodel, is deze visie nu dus ook expliciet gemaakt in de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025.
Douma vult aan dat de inzet op de thema’s bouw, voedsel en consumptiegoederen concrete handvatten bieden, omdat je hier als stad echt invloed op kan uitoefenen. Zo kan het vastleggen van strenge bouweisen in aanbestedingen en het stimuleren van het gebruik van duurzame materialen in de bouw direct implicaties hebben. En bevolkingsgroei? Ondergraaft dat niet de haalbaarheid van Raworths ideaal? Een goede vraag, beaamt Douma, maar dit kan Amsterdam niet alleen oplossen. Kijken naar regioverbanden als de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is in dezen de juiste weg. Overigens kan bij een groeiende populatie in een stad wel naar binnenstedelijke oplossingen gekeken worden. Zo biedt binnenstedelijk bouwen kansen voor minder vervoersbewegingen, eenvoudiger warmtelevering en het stimuleren van duurzamere transportmiddelen zoals de fiets. Meer is altijd mogelijk. En daar kan Den Haag een steentje aan bijdragen. Zo is de roep om statiegeld op petflessen ook in Amsterdam hoorbaar, net als het verzoek tot het stimuleren van werkgelegenheid door de btw op arbeid te verlagen en voor primaire grondstoffen te verhogen.
Tot slot komen Ruurd Priester (Kwartiermaker Donutcoalitie), Xander Kotvis (initiatiefnemer Green Deal Circular Festivals) en Anne Stijkel (bedenker Donut Deals) kort aan het woord. De Amsterdam Donut Coalitie vormt een organische groep mensen en organisaties die verenigd zijn door de inspiratie die zij halen uit het donutmodel. Het netwerk groeit en samen werken ze op basis van een negental condities toe naar het realiseren van de donut. Kotvis is tevens Revolution Manager van het DGTL Festival, dat dit jaar door de crisis helaas geen doorgang kon vinden. Hoewel dit uiteraard jammer is, benadrukt hij dat er wel 5 miljoen huiskamers bereikt zijn door een digitale variant (Digital DGTL) aan te bieden. Daarnaast is er de afgelopen jaren gewerkt aan een circulaire strategie die niet alleen op het DGTL Festival geïmplementeerd kan worden, maar tevens als blauwdruk kan dienen voor andere festivals die hier de waarde van inzien.
Lees hier de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025.