Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gasloos bouwen en 0 op de meter – deel 2

In ons vorige blog in de serie 'Gasloos bouwen en 0 op de meter' 1) zijn wij ingegaan op het ""Voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot wijziging van de Gaswet in verband met het schrappen van de plicht tot nieuwe gasaansluitingen voor woningen"".

26 januari 2018

1)

Gasloos bouwen en 0 op de meter – deel 1

2)

Officiële bekendmakingen

Dit voorstel is gisteren in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer

behandeld

en de kans is groot dat het op korte termijn zal worden aangenomen.

Ook stonden we kort stil bij het bereiken van '0 op de meter'. In dit blog gaan we in op de gemeentelijke (on)mogelijkheden in dat kader. Te beginnen met de grondslag van de energieprestatiecoëfficiënt ('EPC') in het Bouwbesluit 2012 ('Bouwbesluit').

De EPC-norm in het Bouwbesluit

In artikel 5.2 (incl.

tabel 5.1

) van het Bouwbesluit staan de EPC-normen voor nieuwe bouwwerken. Deze normen kunnen worden gezien als grenswaarden voor de energiezuinigheid van een te bouwen bouwwerk ('hoe energiezuinig moet een nieuw bouwwerk zijn'). Voor woningen geldt op dit moment een norm van 0,4. Voor andere functies gelden andere normen. Zo geldt voor een kantoorfunctie bijvoorbeeld een norm van 0,8.

Als er een omgevingsvergunning voor de bouw van woningen wordt aangevraagd, moet de aanvrager dus aantonen dat de EPC van de te bouwen woningen 0,4 of minder is. Of hieraan is voldaan, wordt vastgesteld aan de hand van gestandaardiseerde rekenmethoden (NEN 7120 en in aanvulling daarop NVN 7125). Als de uitkomst van die berekening ten hoogste 0,4 is, voldoet de aanvraag aan het bepaalde in art. 5.2 lid 1 Bouwbesluit. Is dat niet het geval, dan zal de vergunning wegens strijd met datzelfde artikel geweigerd moeten worden.

Het Bouwbesluit voorziet dus in normen voor energiezuinigheid van nieuw te bouwen bouwwerken. Daarvan kan bij een lagere regeling niet worden afgeweken. Dit brengt volgens ons ook met zich dat een EPC van 0 niet (rechtsgeldig) in een bestemmingsplan kan worden voorgeschreven. Het bestemmingsplan zou in dat geval een regel over de energiezuinigheid van bouwwerken bevatten die in strijd is met een andere, hogere regeling over hetzelfde onderwerp (het Bouwbesluit).

Het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet

('BuChw') is echter, net als het Bouwbesluit, een AMvB en biedt (wel) de mogelijkheid om voor specifieke, aangewezen gebieden een lagere EPC voor te schrijven (dan bijv. een EPC van 0,4 voor woningen).

Afwijking op grond van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet

Voor een aantal gemeenten is in het BuChw, meer in het bijzonder in art. 6b lid 2 daarvan, een uitzondering op tabel 5.1 bij art. 5.2 Bouwbesluit opgenomen. Daaruit volgt dat voor een aantal specifieke projecten een EPC-norm van 0,2 geldt voor vóór 1 januari 2021 nieuw te bouwen woningen.

Wil de gemeente een EPC-eis van 0,0 ('0 op de meter') voor woningen in een specifiek project kunnen voorschrijven, dan zou zij dus een verzoek bij het Ministerie van I&W in kunnen dienen om deel te nemen aan de volgende

tranche

van de experimentenregeling uit het BuChw. Als vervolgens in het BuChw wordt bepaald dat ten behoeve van het aangevraagde project voor woningen, in afwijking van tabel 5.1 bij art. 5.2 Bouwbesluit, een EPC-norm van 0 geldt, dan geldt voor die woningen een EPC van 0. Om een omgevingsvergunning voor bouwen te kunnen krijgen zal de aanvrager dan ook aan moeten tonen dat de EPC van de te bouwen woningen niet hoger dan 0 zal zijn. Lukt hem dat niet, dan zal het college van de gemeente de gevraagde vergunning moeten weigeren.

Afwijking bij overeenkomst

Als voor het project geen uitzondering in het BuChw is opgenomen en het indienen van een verzoek daartoe geen optie is, kan '0 op de meter' in uitzonderlijke gevallen over de contractuele band worden bereikt. Het kan slechts in uitzonderlijke gevallen, omdat vooropstaat dat de Woningwet in art. 122 bepaalt dat een gemeente niet mag contracteren over onderwerpen die in het Bouwbesluit zijn geregeld. En dat is met de EPC-normen (voor nieuw te bouwen woningen) het geval (art. 5.2 met bijbehorende tabel 5.1).

Uit de parlementaire geschiedenis volgt echter dat art. 122 Woningwet niet in de weg staat aan het sluiten van overeenkomsten die

in onderling overleg en op basis van gelijkwaardigheid

gesloten worden (zie p. 7 van dit

Kamerstuk

). Zo kan in een convenant overeengekomen worden dat een hoger kwaliteitsniveau wordt gerealiseerd dan voorzien in het Bouwbesluit. Voorwaarde is daarbij dus wel dat de gemeente (met bijvoorbeeld een projectontwikkelaar) onderhandelt vanuit een gelijkwaardige positie. Iets waar bij gemeentelijke gronduitgifte per definitie geen sprake van lijkt te zijn. Afspraken die zijn gemaakt terwijl de gemeente de grond uitgeeft, zullen immers snel de schijn van 'slikken of stikken' hebben ('als u niet akkoord gaat met deze voorwaarden, geven we de grond niet aan u uit').

In principe mag de gemeente, zeker als zij grond uitgeeft, niet overeenkomen dat er bij de te bouwen woning(en) 0 op de meter moet staan. Doet zij dit wel, dan is deze afspraak zeer waarschijnlijk nietig (zie bijv. deze

uitspraak

). Onderhandelt de gemeente echter op basis van gelijkwaardigheid met een partij die (op eigen grond) woningen wil ontwikkelen, dan zou mogelijk toch (bindend) een verplichting tot het realiseren van woningen met 0 op de meter overeengekomen kunnen worden. Een succesvol beroep op deze uitzondering is ons echter niet bekend.

Afsluiting

Op grond van het Bouwbesluit geldt op dit moment voor woningen een EPC-norm van 0,4. Wil de gemeente daarvan afwijken en '0 op de meter' bereiken, dan zal zij

of

voor het woningbouwproject een verzoek bij het Ministerie van I&W in moeten dienen om deel te nemen aan de volgende

tranche

van het BuChw

of

op basis van gelijkwaardigheid een contract sluiten waarin is afgesproken dat er alleen woningen met een EPC van 0,0 worden gebouwd.

Als er geen sprake meer is van een plicht tot nieuwe gasaansluitingen voor woningen, dan rijst de vraag hoe woningen verwarmd zullen worden. In de volgende editie gaan we daarop in en staan we onder meer stil bij de zogeheten warmtenetten.

AKD

Artikel delen