Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Factsheet woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden

"Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een ‘Factsheet Woningbouwplannen, stikstof en Natura 2000-gebieden’ vastgesteld. 1)"

29 augustus 2019

1)

https://www.omgevingsweb.nl/publicaties/woningbouwplannen-stikstof-en-natura-2000-gebieden-overzichtelijk-gemaakt-door-factsheet

Hierin wordt ingezoomd op de gevolgen van

de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof

voor woningbouwontwikkelingen. In dit blog benoem ik enkele relevante onderdelen van de factsheet.

Woningbouwplannen (ook kleinschalige plannen) kunnen leiden tot een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Deze toename kan het gevolg zijn van bouwwerkzaamheden in de aanlegfase (bijvoorbeeld als gevolg van de aanvoer van bouwmaterialen naar en grondverzet op de bouwplaats) en/of het gebruik van de woningen in de gebruiksfase (bijvoorbeeld als gevolg van het gebruik van gas en het autoverkeer van bewoners en bezoekers van de woningen).

Soms volstaat een voortoets voor een woningbouwplan. Een voortoets is een ecologisch onderzoek waarin de vraag wordt beantwoord of op grond van objectieve gegevens op voorhand kan worden uitgesloten dat een plan of project op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten significant negatieve effecten kan hebben op Natura 2000-gebieden. Of er sprake is van significant negatieve effecten is onder andere afhankelijk van de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden en de vraag welke gevolgen een toename van stikstofdepositie heeft voor het bereiken van die doelstellingen.

Als significant negatieve effecten op voorhand kunnen worden uitgesloten, volstaat een voortoets. Als dat niet het geval is, moet een passende beoordeling (een vervolgonderzoek) worden uitgevoerd. In de passende beoordeling mogen maatregelen worden betrokken die de schadelijke gevolgen die rechtstreeks uit het project of het plan voortvloeien, voorkomen of verminderen (mitigerende maatregelen).

Een natuurtoestemmingsbesluit of een bestemmingsplan kan vervolgens alleen worden vastgesteld als op basis van de passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet worden aangetast. Uit de PAS-uitspraak blijkt dat aan een passende beoordeling strenge criteria worden gesteld. In

deel 2

en

deel 3 van mijn blogserie over de PAS-uitspraak

ben ik hier verder op ingegaan.

Als een passende beoordeling die zekerheid niet biedt, dan kan de ADC-toets mogelijk uitkomst bieden (zie ook hiervoor). Het is niet gemakkelijk om woningbouwontwikkeling als een dwingende reden van groot openbaar belang aan te merken. Mogelijk kan een grote behoefte aan woningbouw binnen een specifieke regio dan wel gemeente wel een voldoende dwingende reden opleveren. Dit moet goed en zorgvuldig worden onderbouwd.

Als er een onherroepelijk bestemmingsplan ligt dat woningbouw mogelijk maakt, dan betekent dit niet automatisch dat er geen natuurtoets meer hoeft te worden uitgevoerd. Er kan namelijk nog steeds een natuurvergunning vereist zijn. Die kan apart worden aangevraagd of worden meegenomen in de omgevingsvergunning bouwen voor de woning. Daarbij kan de initiatiefnemer ervoor kiezen om

de vergunningen te laten aanhaken of om deze los te koppelen

.

Als er voor woningbouw een natuurvergunning is verleend op basis van het PAS, dan mag deze niet één-op-één worden ingepast in een bestemmingsplan. Aan de natuurvergunning kleeft gelet op de PAS-uitspraak namelijk een gebrek. Op 14 augustus 2019 heeft de Raad van State mede om die reden een bestemmingsplan vernietigd. In mijn blog

Bestemmingsplannen vernietigd na PAS-uitspraak

ben ik hier verder op ingegaan.

Artikel delen

KENNISPARTNER

Ruud Broekman