Na de Tweede Kamer heeft nu ook de Eerste Kamer ingestemd met de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm). Een ruime meerderheid van de senaat steunt de wet, inclusief de aanpassingen van de Tweede Kamer. De tijdelijke wet vervangt de huidige noodverordeningen en geldt in eerste instantie voor 3 maanden.
Met de tijdelijke wet komen ministers de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) en Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer en de Raad van State om de coronamaatregelen een structurele juridische grondslag te geven. De noodverordeningen zijn bedoeld voor een acute crisis van beperkte duur en inmiddels is al langere tijd sprake van een coronacrisis. Het kabinet krijgt met de tijdelijke wet geen nieuwe of andere bevoegdheden. Wel biedt de wet op landelijk niveau meer controlemogelijkheden voor het parlement en op lokaal niveau voor de gemeenteraad.
Op basis van de wet wordt het parlement tijdig betrokken bij concrete maatregelen die het kabinet wil inzetten bij de bestrijding van de coronacrisis. De Tweede en Eerste Kamer ontvangen op korte termijn de ministeriële regelingen over de mondkapjesplicht en de maatregelen die momenteel in de noodverordening staan. Ook de routekaart, het overzicht waarin is aangegeven welke maatregelen bij de 4 risiconiveaus (waakzaam, zorgelijk, ernstig en zeer ernstig) horen, wordt vertaald naar een regeling. De beide Kamers hebben daarbij de mogelijkheid om over de regelingen te debatteren en de Tweede Kamer kan er ook over stemmen. De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend.
De VNG constateert met instemming dat, mede op advies van VNG, er aandacht is voor lokaal maatwerk en democratische legitimatie. Burgemeesters krijgen in de Twm meer bevoegdheden dan zij nu, in de huidige crisisstructuur, hebben. Zij kunnen in bijzondere gevallen ontheffingen verlenen voor onder meer evenementen en bijeenkomsten.
Verder komt ook de bevoegdheid om toezicht te houden op publieke plaatsen, zoals pretparken en musea, bij de burgemeesters te liggen. Dat geldt eveneens voor het toezicht in de openbare ruimte, zoals winkelstraten en parken. De handhaving van de coronaregels ligt ook bij de burgemeesters. In de praktijk staan daarvoor de boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) aan de lat.
Met deze bevoegdheden kan, als de stand van de pandemie het toelaat, meer lokaal maatwerk worden geleverd.
De VNG werkt samen met ministeries en veiligheidsregio’s aan een ondersteuningsstructuur voor gemeenten. Deze structuur is gereed op het moment dat de wet in werking treedt. Binnenkort zullen wij gemeenten hierover nader informeren.
Meer informatie