Menu

Filter op
content
Omgevingsweb

De verplichte quarantaine maatregel - Coronacrisis en het recht (deel 14)

Vorige week kondigde de minister van VWS aan gebruik te willen gaan maken van de verplichte quarantaine maatregel om de snelle verspreiding van het Covid19 virus te voorkomen . De Wet publieke gezondheid biedt hiertoe een mogelijkheid.

24 augustus 2020

De Tweede Kamer hield dit echter tegen. Het is evenwel de vraag of de Kamer wel bij machte is de inzet van dit middel tegen te houden. Het opleggen van een verplichte quarantaine maatregel is geen bevoegdheid van de minister, maar een autonome bevoegdheid van de voorzitters van de veiligheidsregio’s.

Artikel 35 bepaalt:

De voorzitter van de veiligheidsregio kan een persoon onverwijld doen onderwerpen aan de maatregel van quarantaine om de verspreiding van infectieziekten behorend tot groep A tegen te gaan, indien:

a. er redenen zijn om aan te nemen dat die persoon recentelijk een dusdanig contact met een lijder of een vermoedelijke lijder aan een infectieziekte behorend tot groep A heeft gehad, dat deze persoon mogelijk met dezelfde ziekte is geïnfecteerd,

b. ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat door verspreiding van die infectieziekte, en

c. die persoon niet tot vrijwillige onderwerping aan die maatregel bereid is.

Houdt een persoon zich niet aan de maatregel dan pleegt hij of zij een strafbaar feit waarop een fikse straf staat: € 87.000 boete of een gevangenisstraf van vier jaren.

Wat de Kamer slechts met politieke druk kan proberen tegen te houden is dat de minister van VWS een aanwijzing – opdracht – geeft aan de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s om gebruik te maken van de bevoegdheid in de Wet publieke gezondheid.

In beginsel beslissen de voorzitters zelf of zij gebruikmaken van hun bevoegdheid. Een aanwijzing is hiervoor niet noodzakelijk. De minister kan de inzet van dit instrument wel verbieden door middel van een aanwijzing ex artikel 7 Wet publieke gezondheid. Maar voor een zodanige opdracht zal hij op dit moment weinig of niets voelen.

Door J.G. Brouwer & A.E. Schilder

Deze blog is onderdeel van de blogreeks ‘Coronacrisis en het recht’. Deze blogreeks verscheen eerder op de website van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid.

Lees ook:

Inleiding - Coronacrisis en het recht (deel 1)

De juridische grondslag voor aansturing - Coronacrisis en het recht (deel 2)

Implementatie van besluiten Minister van VWS - Coronacrisis en het recht (deel 3)

Handhaving van noodverordeningen - Coronacrisis en het recht (deel 5)

Noodtoestand en lockdown - Coronacrisis en het recht (deel 4)

De inhoud van de maatregelen van 23 maart - Coronacrisis en het recht (deel 6)

De noodverordening vanaf 6 april - Coronacrisis en het recht (deel 7)

De handhavers van de noodverordening - Coronacrisis en het recht (deel 8)

Noodverordening en het verbod van samenkomsten – Coronacrisis en het recht (deel 9)

De noodverordening rijp voor aanpassing - Coronacrisis en het recht (deel 10)

Rechtvaardiging van noodverordeningen - Coronacrisis en het recht (deel 13)

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.