Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De opheffing van een omweg: de introductie van de omgevingsplanactiviteit in de Invoeringswet

Dit is het derde deel van onze blogreeks Invoeringswet Omgevingswet. In deze reeks bespreken wij opeenvolgend verschillende onderwerpen van de Invoeringswet. In dit bericht staat het Omgevingsplan centraal. Onder de eerder aangenomen Omgevingswet (Ow) was het slechts mogelijk om via de ‘omweg’ van een verbodsbepaling in het omgevingsplan een activiteit vergunningplichtig te maken. Deze systematiek werd onduidelijk en verwarrend geacht. De Invoeringswet Omgevingswet (IOw) heft deze omweg op door een expliciet ‘binnenplans’ vergunningstelsel in het leven te roepen.

30 mei 2017

Hoe was het tot op heden geregeld?

Onder de Ow was het niet mogelijk om activiteiten binnenplans vergunningplichtig te maken. In art. 4.4 lid 2 Ow ontbrak de mogelijkheid om regels te stellen over activiteiten in het Omgevingsplan.

Artikel 4.4 lid 2 Ow: De regels in de waterschapsverordening of de omgevingsverordening kunnen inhouden een verbod om een activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten.

Het opnemen van de mogelijkheid om in een omgevingsplan regels te stellen over activiteiten werd overbodig geacht. Hetzelfde resultaat kon immers worden bereikt via de route van art. 5.1 lid 1, sub b, Ow.

Artikel 5.1 lid 1 Ow: Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten: [..] b. een afwijkactiviteit,

Aan de omgevingsvergunning voor afwijken konden vervolgens op basis van art. 5.19, lid 1 Ow, in het omgevingsplan beoordelingsregels gesteld worden. In deze regels kon worden bepaald onder welke voorwaarden de omgevingsvergunning voor afwijken in ieder geval zou worden verleend.

Wat verandert er met de Invoeringswet?

De IOw maakt het mogelijk dat activiteiten ook zonder expliciet verbod vergunningplichtig worden gemaakt. Dit gebeurt door wijziging van art. 4.4 lid 2 Ow. Dit artikel komt als volgt te luiden:

4.4 lid 2 Ow: de regels in het

omgevingsplan

, de waterschapsverordening of de omgevingsverordening kunnen inhouden een verbod om een activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten.

Door de toevoeging van het omgevingsplan in het bovenstaande artikel is het onder de IOw mogelijk om activiteiten binnenplans vergunningplichtig te maken en hieromtrent regels te stellen. De omweg via artikel 5.1, lid 1, Ow wordt daarmee opgeheven.

Een tweede verandering die IOw voorstelt is om de term afwijkactiviteit te vervangen door omgevingsplanactiviteit (de zogenaamde Opa). Uit de begripsomschrijving blijkt dat een omgevingsplanactiviteit, een activiteit is:

waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en elke andere activiteit voor zover die in strijd is met het omgevingsplan.

Wat tevens nieuw is aan dit vergunningstelsel, is de reikwijdte daarvan. Het nieuwe binnenplanse vergunningstelsel beperkt zich niet, zoals nu in het bestemmingsplan, tot de ruimtelijke ordening, maar het vergunningstelsel onder de Ow reikt zich tot de gehele fysieke leefomgeving. Zo wordt het door de met de IOw voorgestane wijzigingen in het Omgevingsplan bijvoorbeeld mogelijk om in het Omgevingsplan vergunningplichten in het leven te roepen die zien op het houden van dieren.

Wat betekent deze wijziging concreet voor de praktijk?

De toelichting spreekt van een voorgestelde wijziging van technisch-juridische aard. De met de IOw voorgestane wijzigingen in het omgevingsplan roepen niet een ander soort mogelijkheid tot vergunnen in het leven, maar wijzigen slechts de juridische route waarlangs dit mogelijk is. Voorheen moest het via een omweg en nu kan het direct. Daarnaast ligt het voorgestelde stelsel dichterbij het stelsel zoals we dat nu kennen onder de Wro en Wabo. Dit is juist, maar als we kijken naar de gevolgen voor de praktijk dan doet de wetgever zichzelf hier echt te kort. Voor de praktijk vormt de met de IOw voorgestelde wijziging een echte verbetering ten opzichte van de Ow. Met de wijzigingen wordt het systeem namelijk een stuk eenvoudiger en overzichtelijker voor zowel gemeenten als voor raadplegers van het omgevingsplan. Raadplegers kunnen niet meer op het verkeerde been gezet worden door een verboden activiteit die achteraf niet verboden blijkt te zijn. En gemeenten kunnen onder het gewijzigde stelsel eenvoudiger de huidige regels voor activiteiten in het nieuwe omgevingsplan binnenplans overzetten zonder deze activiteiten vergunningplichtig te moeten maken via verschillende verbodsconstructies. En dat is winst. De voorgestelde wijziging maakt de Ow wat ons betreft daadwerkelijk eenvoudiger en beter.

Meer artikelen:

Artikel delen