Een privaatrechtelijke belemmering staat aan de verlening van vrijstelling in de weg indien de belemmering een evident karakter heeft. De Wabo geeft geen aanleiding om daar ten aanzien van een omgevingsvergunning die met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo wordt verleend, anders over te oordelen.
Niet in geschil is dat vergunninghouder in strijd met de huurovereenkomst handelt door de recreatiewoning op het perceel voor permanente bewoning te gebruiken. Het enkele bestaan van een contractuele relatie tussen verhuurder en vergunninghouder, waarbij is overeengekomen dat permanente bewoning van het gehuurde niet is toegestaan, betekent nog niet dat sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering die aan het verlenen van een omgevingsvergunning in de weg staat.
Uitspraak:
201207119/1/T1/A1
Door StAB