De rechtbank Rotterdam heeft recent geoordeeld dat de bestuurder van een B.V. persoonlijk aansprakelijk is voor de huurachterstand die de B.V. als huurder heeft laten ontstaan. De Rechtbank oordeelde dat de bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kon worden gemaakt, nu niet is gebleken van gebreken die het opschorten van de gehele huurbetaling rechtvaardigen.
ASG B.V. huurt sinds 1 oktober 2010 van de gemeente Rotterdam twee panden gelegen aan de voet van de Willemsbrug in Rotterdam. De totale maandelijkse huurprijs van de twee panden bedroeg ongeveer 15.000,00.
ASG heeft de huurpenningen reeds vanaf 2011 niet (volledig) voldaan, omdat zij het gehuurde naar eigen zeggen niet of nauwelijks meer kon exploiteren als gevolg van het opbreken van de Boompjeskade en vanwege de omstandigheid dat de luchtbehandelingsinstallatie niet meer functioneerde. Verder klaagt ASG ook over rioleringsproblemen en lekkages in het gehuurde. Deze omstandigheden zouden volgens ASG een groot negatief effect hebben gehad op de bezoekersaantallen. ASG stelt zich dan ook op het standpunt dat het gehuurde zodanig ernstige gebreken vertoont die rechtvaardigen dat in het geheel geen huurpenningen zijn verschuldigd. Alleen al over de periode vanaf januari 2014 tot en met mei 2016 was daarmee de totale huurschuld al opgelopen tot 456.656,98.
De gemeente Rotterdam start een procedure waarbij zij zowel jegens huurder ASG B.V., alsmede jegens de bestuurder van ASG aanspraak maakt op betaling van de achterstallige huurpenningen, boetes, kosten en schadevergoeding.
ASG voert het verweer dat het gehuurde ernstige gebreken vertoond, hetgeen rechtvaardigt dat in het geheel geen huur wordt betaald. De rechtbank oordeelt dat ASG de door haar gestelde gebreken onvoldoende met stukken heeft onderbouwd. Bovendien heeft de gemeente Rotterdam genoegzaam aangetoond, hetgeen niet door ASG is betwist, dat de afgelopen jaren veelvuldig evenementen in het gehuurde hebben plaatsgevonden. Gezien de lijst van evenementen hebben de door ASG gestelde problemen het publiek er kennelijk niet van weerhouden de evenementen te bezoeken. ASG had volgens de rechtbank geen geldige reden om de huur jarenlang niet te betalen en dient dat nu alsnog te doen.
Naast ASG acht de rechtbank ook de bestuurder aansprakelijk voor de schade bestaande uit de huurachterstand. De bestuurder heeft namelijk toegelaten, althans bewerkstelligd dat ASG haar contractuele verplichtingen jegens de gemeente jarenlang niet is nagekomen. Dit terwijl ASG het gebruik en de exploitatie van het gehuurde gewoon voortzette en het gehuurde aan een derde onderverhuurde zonder hiervoor huur in rekening te brengen. Indien ASG de huur niet kon betalen zoals zij tevens ter verweer aanvoerde dan had het op de weg van een goed bestuurder gelegen om maatregelen te nemen zoals de aanvraag van een faillissement van de B.V. Bovendien is niet gebleken van betalingsonmacht, noch van tekortkomingen die het opschorten van de huurbetaling rechtvaardigen. Ook indien het gehuurde wel enige gebreken had vertoond, dan had ASG in ieder geval een gedeelte van de huur moeten betalen dat in overeenstemming was met de mate waarin ASG het gehuurde wél kon gebruiken. Ook dat heeft ASG echter niet gedaan.
De huurder (ASG) wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de nog verschuldigde huurtermijnen tot aan het moment van ontruiming, vermeerderd met de verschuldigde contractuele boetes en de buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is ASG verplicht tot betaling van een schadevergoeding aan de gemeente ter vergoeding van de schade voor de leegstand van de panden na de ontruiming.
De rechtbank acht de bestuurder slechts aansprakelijk voor de schade die de gemeente Rotterdam heeft geleden. Die schade bestaat in ieder geval uit de bestaande huurachterstand. Ook de buitengerechtelijke incassokosten en de procedurekosten zijn schadeposten die direct met het niet betalen van huur in verband staan. Voor de verbeurde boetes is de bestuurder echter niet aansprakelijk. De rechtbank merkt op dat de boetes niet zijn bedoeld ter dekking van de schade, maar dienen als straf voor het niet-nakomen van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Desondanks is de prijs die de bestuurder hiervoor letterlijk en figuurlijk moet betalen hoog genoeg.
