Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Besluit omgevingsrecht gewijzigd per 1 november 2014

"Het Besluit omgevingsrecht (‘Bor’) is met ingang van 1 november jl. op een aantal onderdelen gewijzigd (zie Staatsblad 2014, nr 333). Het gaat om wijzigingen die voor de praktijk van belang zijn. Hiervan zetten wij de belangrijkste veranderingen op een rijtje."

3 november 2014

Het Besluit omgevingsrecht (Bor) is met ingang van 1 november jl. op een aantal onderdelen gewijzigd (zie

Staatsblad 2014, nr 333

). Het gaat om wijzigingen die voor de praktijk van belang zijn. Hiervan zetten wij de belangrijkste veranderingen op een rijtje.

Tijdelijkheid

Allereerst is het Bor-regime voor tijdelijke omgevingsvergunningen versoepeld en speelt de tijdelijkheid van de behoefte geen rol meer. Benadrukt wordt dat een bevoegd gezag vrij is om bij verlening van een vergunning voor planologisch strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid (onder c) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) te bepalen dat de activiteiten voor onbepaalde of voor bepaalde tijdsduur is toegestaan. Hoe langer de strijdige activiteit wordt toegestaan, hoe zwaarder de motiveringsplicht, aldus de nota van toelichting. Het vereiste van de tijdelijke behoefte en de vijfjaarstermijn gelden niet meer: artikel 5.18, eerste lid, van het Bor is komen te vervallen. Een tijdelijke omgevingsvergunning kan dus voortaan ook verleend worden voor een activiteit die voorziet in een permanente behoefte. In dit verband valt te denken aan gebruik waaraan permanente behoefte bestaat en dat tijdelijk in een bepaald bouwwerk plaatsvindt in afwachting van definitieve huisvesting. Voor verlening van een vergunning hoeft in zon geval slechts feitelijk mogelijk en aannemelijk te zijn dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan en zal worden beëindigd. Andere bepalingen over tijdelijke vergunningen waaronder de herstelverplichting zijn verplaatst naar het eveneens op 1 november jl. in werking getreden nieuwe artikel 2.23a Wabo.

Kruimellijst

Verder is de lijst met kruimelgevallen (artikel 4 van bijlage II bij het Bor) aangepast. Daardoor is de reguliere voorbereidingsprocedure vaker van toepassing. Zo wordt de transformatie van bijvoorbeeld kantoorruimte naar woonruimte een stuk makkelijker: de mogelijkheid om een functiewijziging van bestaande gebouwen binnen de bebouwde kom te vergunnen is niet langer beperkt tot 1500 m2 en kan ook zien op het aansluitend terrein (zie artikel 4, onderdeel 9, van bijlage II bij het Bor). Grote functiewijzigingen kunnen voortaan dus met de reguliere voorbereidingsprocedure worden vergund. Ook gebruikswijzigingen buiten de bebouwde kom kunnen sinds 1 november jl. met de reguliere procedure vergund worden indien het gaat om logies voor werknemers. Hetzelfde geldt voor andere afwijkingen buiten de bebouwde kom, mits het gaat om afwijkingen met een termijn van ten hoogste 10 jaar (artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II bij het Bor). Gelet op deze toevoeging is de kruimel-categorie voor evenementen overbodig geworden en komen te vervallen.

Vergunningvrij

Het gewijzigde Bor bevat voorts een aantal uitbreidingen op het gebied van vergunningvrij bouwen. Zo mogen uitbouwen dieper en hoger zijn en is de bijgebouwenregeling verruimd. De beperkingen voor een bijbehorend bouwwerk in achtererfgebied zonder vergunning zijn versoepeld. In het Bor is op verschillende plaatsen verduidelijkt dat het bij een bijbehorend bouwwerk ook kan gaan om de uitbreiding daarvan. Verder moet de introductie van het begrip bebouwingsgebied helpen bij een juiste berekening van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken. Tot slot is aan de categorie vergunningvrije activiteiten toegevoegd het gebruiken van bestaande bouwwerken voor huisvesting in verband met mantelzorg (artikel 2 van Bijlage II bij het Bor). In dat kader is ook het begrip mantelzorg nader gedefinieerd.

Door

Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan

Gerelateerde info:

Artikel delen