Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording nadere vragen 3e Landelijk Afvalbeheerplan en andere vragen

Staatssecretaris Van Veldhoven (IenW) beantwoordt de vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving van de Eerste Kamer. De Commissie had vragen gesteld over het 3e Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). Daarnaast beantwoordt de staatssecretaris andere vragen over de circulaire economie.

14 mei 2018

In haar brief van 9 april 2018 stelt de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving enkele nadere vragen over het derde Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). Hierbij stuur ik u mijn antwoorden mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

1. In uw brief van 28 november 2017 schrijft u: "Het LAP is één van de instrumenten om de ambities en resultaten van het CE-programma en de uitvoeringsprogrammas beleidsmatig vast te leggen, naar een brede praktijk te vertalen en af te dwingen." De ambitie van de regering is om in 2050 volledig circulair te zijn. De fractieleden van GroenLinks vragen u of u van mening bent dat het LAP3 geheel in lijn is met deze ambitie. Waarom draagt het LAP3 hieraan bij? Op welke punten schuurt het LAP3 met deze ambitie?

Voor de transitie naar een circulaire economie is inzet van diverse instrumenten nodig zoals wet- en regelgeving, stimuleringsprogrammas, convenanten, communicatie, etc. Ook een juiste inzet van afvalbeleid past in dit rijtje en dat is precies waar het LAP een wezenlijke rol speelt. Het LAP is daarom inderdaad een instrument om doelen van het CE-programma te realiseren, maar niet het enige.

De Wet milieubeheer beperkt de reikwijdte van het afvalbeheerplan tot beleid over afval. Over ontwerp en productie kan in het LAP niets worden geregeld. De grens van wat op dit moment met het LAP kan worden gerealiseerd, is bereikt. LAP3 is dus - binnen de beperkingen die daarvoor gelden - geheel in lijn met de ambities en de doelen uit het CE-programma. Het LAP heeft een dynamisch karakter; door de opbouw ervan (een beleidskader met daaronder een groot aantal sectorplannen) kan voortvarend ingespeeld worden op wijzigende situaties en ambities.

2. De GroenLinks-fractieleden zijn verbaasd over de versoepeling voor het storten van met kwik vervuilde grond in het sectorplan 'Kwik'. Waarom heeft u niet vastgehouden aan de oorspronkelijke eis om al het kwik te verwerken, en gekozen voor een lastminuteversoepeling, namelijk dat het overdekt opgeslagen mag worden bij een afvalplaats? Druist dit niet in tegen de algemene gedachte om op circulaire wijze om te gaan met kwik? Zijn het vooral de afwegingen van de industrie en de bijbehorende kosten die hierin leidend zijn geweest of kunt u een andere oorzaak aanwijzen van deze beslissing? Kunnen de stortplaatsen wel de veiligheid garanderen die nodig is voor de opslag van kwik? Hoe garandeert u dat het niet gaat lekken? Kunt u inzicht geven in het verschil in kosten tussen verwerking en opslag? Kunt u hierin meenemen welke voordelen de verwerking op langere termijn met zich brengt? En kunt u ook aangeven wat de kosten op lange termijn zijn bij de opslag van kwik?

Het sectorplan kwikhoudend afval is aangepast ten opzichte van ontwerp-LAP3. De belangrijkste wijziging is dat explicieter is gemaakt wanneer afvalstoffen als kwikhoudend worden aangemerkt. Ook hoeft kwikhoudende grond en baggerspecie niet te worden ontkwikt als:

  • het nuttig toepassen ervan ook zonder ontkwikken milieu hygiënisch verantwoord is c.q. voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit, of

  • het na ontkwikken om andere redenen toch moet worden gestort en storten zonder ontkwikken is toegestaan op basis van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.

Door een herindeling van stromen tussen sectorplannen ten opzichte van LAP2, bleek ontwerp-LAP3 onbedoeld zaken te beperken die op basis van deze Besluiten wel zijn toegestaan. Dit is nu hersteld. Beide Besluiten kennen namelijk milieu hygiënische eisen om nuttige toepassing respectievelijk storten mogelijk te maken zonder dat dit tot onaanvaardbare milieuproblemen leidt. Hierbij hoort tevens afdichting aan onder- en bovenzijde om lekken te voorkomen en een verplichte monitoring om dit te verifiëren.

Kosten hebben geen doorslaggevende rol gespeeld. Wel is relevant dat ontkwikken van grond relatief kostbaar is en dus niet moet worden verplicht wanneer daar geen noodzaak voor bestaat. Over de exacte kosten van het ontkwikken van kwikhoudende grond in relatie tot het storten ervan, is geen harde uitspraak te doen omdat dit sterk afhangt van de specifieke casus (hoe zwaar de grond verontreinigd is, wat de aard van de kwikverbindingen is en hoe schoon de grond moet worden).

LAP3 druist op dit punt niet in tegen de algemene gedachte om te komen tot een circulaire economie. Voor kwik is namelijk het beleid dat dit eigenlijk zoveel mogelijk uit de keten moet worden gehaald en niet dat dit op een circulaire wijze in de keten gehouden moet worden. Bezien vanuit grond is de gekozen lijn zelfs een ondersteuning voor de circulaire economie. Immers, in die gevallen waar recycling van grond mogelijk is, is dit ook de lijn. Afhankelijk van de concentratie aan kwik en de normen van het besluit Bodemkwaliteit moet eerst ontkwikken plaatsvinden voordat grond kan worden gerecycled.

3. Euro-commissaris Oettinger heeft een EU-plasticbelasting geopperd, waarbij de vervuiler betaalt. Hoe kijkt u hier tegenaan? Past dit volgens u in de lijn met de circulaire ambities?

In de Milieuraad van 5 maart 2018 heb ik aangegeven dat Nederland terughoudend staat tegenover nieuwe eigen middelen voor de Europese Begroting. Het aangekondigde onderzoek van de Europese Commissie over de haalbaarheid van fiscale maatregelen voor kunststoffen wacht ik af.

4. Veel van het plastic afval dat in de zee te vinden is, is direct afkomstig van schepen. Een oplossing voor deze grote vervuiling zou kunnen zijn dat schepen voortaan bij het aanmeren in een EU-haven een vast bedrag (dat per schip berekend wordt via een aantal indicatoren) voor afvalverwerking moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid afval dat zij ook daadwerkelijk inleveren. Dat neemt de prikkeling om het te dumpen weg. Hoe kijkt u hier tegenaan? En hoe kijkt u aan tegen het dumpen van visnetten in de zee en het voorkomen daarvan?

De prikkel, zoals bedoeld in de vraag, maakt onderdeel uit van de Richtlijn havenontvangstvoorzieningen. Momenteel wordt de Richtlijn herzien en daarbij ligt het voorstel voor dat zeeschepen en vissersschepen na betaling van de verplichte afvalheffing alle vuilnis, operationeel afval en visnetten, gratis kunnen afgeven. Nederland steunt dit voorstel.

Ook in Green Deals met de scheepvaartsector en met de visserij zijn maatregelen opgenomen om de afgifte van afval in de Nederlandse havens te optimaliseren. Zo worden in steeds meer Nederlandse visserijhavens netten apart ingezameld om te worden gerecycled en kunnen zeeschepen in de havens van Amsterdam en Rotterdam schoon plastic onbeperkt en kosteloos afgeven.

5. Oxo-plastics blijken niet afbreekbaar te zijn, zoals eerder werd verondersteld. Bent u het met de GroenLinks-fractieleden eens dat er een verbod op oxo- plastics moet komen?

Ja, mijn inzet is om tot een EU-verbod op oxo-degradeerbare plastics te komen. Daarbij heb ik tijdens de Milieuraad van 5 maart jl. namens Nederland tevens mijn steun uitgesproken voor de ambitie van de Europese Commissie om te komen tot een wereldwijd verbod.

Artikel delen