Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over netcapaciteit

Minister Wiebes beantwoordt vragen van het Kamerlid Kops (PVV) over het bericht Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol.

12 november 2019

Nieuws

1
Bent u bekend met het bericht 'Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol'?

Antwoord

Ja.

2
Deelt u de mening dat het absurd is dat er massaal zonneparken en windmolens worden aangelegd, terwijl het elektriciteitsnet het niet eens aankan (aldus netbeheerder Liander)?

Antwoord
Ik deel de mening niet. De afgelopen jaren heeft er een snelle groei van projecten voor duurzame elektriciteitsproductie plaatsgevonden, Projecten voor duurzame elektriciteitsproductie zijn 4 a 5 keer sneller te realiseren dan aanpassingen in het elektriciteitsnet. De snelle groei is hierdoor niet bij te houden door de netbeheerders. In mijn brief aan de Kamer van 28 juni 2019 (Kamerstuk 30196, nr. 669) ben ik ingegaan op deze problematiek en heb hier meerdere maatregelen aangekondigd die de problematiek moet verlichten. Met bijvoorbeeld een algemene maatregel van bestuur die zo snel mogelijk in 2020 in werking treedt, kan vrijstelling kan worden gegeven voor de juridische eis dat het landelijke hoogspanningsnet redundant moet worden uitgevoerd. Hierdoor kan gebruik gemaakt worden van de spitsstrook van het net. Bijvoorbeeld in de regio Emmen kan deze algemene maatregel van bestuur in de periode tussen nu en 4 jaar voor circa 20-25% van de in de regio geregistreerde wachtenden een oplossing bieden. Begin 2020 zal ik de Kamer informeren over de voortgang van deze maatregelen.

3
Deelt u de mening dat het bespottelijk is dat op sommige plekken grote bedrijven niet meer op het stroomnet worden aangesloten, omdat er door deze zonneparken en windmolens niet genoeg netcapaciteit meer is?

Antwoord
Ik deel het door u gelegde verband niet. Zoals ook beschreven in mijn brief aan de Kamer van 28 juni 2019 (Kamerstuk 30196, nr. 669) zijn er gebieden in Nederland waar het elektriciteitsnet niet de capaciteit heeft om de toegenomen decentrale productie te transporteren. Andere gebieden hebben te maken met een snel groeiende vraag naar elektriciteit. Dit kan er ook toe leiden dat een aansluiting niet op korte termijn gerealiseerd kan worden. In de provincie Noord-Holland is een sterke groei in de vraag naar elektriciteit. Netbeheerders moeten inzetten op uitbreiden en verzwaren van het net zodat zo snel mogelijk de toestand is hersteld waarbij iedereen binnen een redelijke termijn de gewenste hoeveelheid elektriciteit kan transporteren of afnemen.

4
Deelt u de mening dat het initiatief van netbeheerder Liander, waarbij tuinders hun lampen moeten uitzetten wanneer er veel vraag naar stroom is, een belachelijke nepoplossing is? Bent u ertoe bereid de netbeheerder toe te staan nieuwe zonneparken en/of windmolens niet langer aan te sluiten op het elektriciteitsnet? Bent u er tevens toe bereid alle subsidies onmiddellijk te stoppen?

Antwoord
Ik deel de mening niet. Om de problemen die het gevolg zijn van een tekort aan transportcapaciteit te beperken, wordt in afwachting van de realisatie van de benodigde netverzwaring onder meer gezocht naar mogelijkheden om gebruik te maken van tijdelijke of structurele inkoop van flexibiliteit. Hierbij ontvangen aangeslotenen die in staat zijn hun productie of afname van elektriciteit te verhogen of te verlagen een vergoeding om door middel van die verhoging of verlaging bij te dragen aan het beperken van de congestie op het elektriciteitsnet. Deze situatie is niet onwenselijk en draagt bij aan een efficiënt gebruik van het elektriciteitsnet. De afgelopen jaren heeft er een snelle groei van projecten voor duurzame elektriciteitsproductie plaatsgevonden, een positieve ontwikkeling voor het reduceren van CO2 en voor de energietransitie. Voor het verkrijgen van de SDE+-subsidie moet door de aanvrager van nieuwe hernieuwbare elektriciteitsprojecten vanaf de najaarsronde 2019 een transportindicatie van de netbeheerder worden overgelegd waaruit blijkt dat transportcapaciteit beschikbaar is op de locatie waar de productie-installatie is voorzien. Zo wordt meer resultaat behaald met de SDE+.

5
Deelt u de mening dat het tegenstrijdig is dat u volop pleit voor méér duurzame energie, terwijl het elektriciteitsnet dat helemaal niet kan verwerken? Deelt u de conclusie dat uw eigen klimaatagenda niet alleen onzinnig en onbetaalbaar is, maar ook nog eens onmogelijk?

Antwoord
Ik deel de mening niet, de inzet is om ervoor te zorgen dat het elektriciteitsnet klaar is voor de toekomst en de afspraken uit het Klimaatakkoord voor 2030 aan kan, zodat marktpartijen hernieuwbare elektriciteitsprojecten kunnen blijven realiseren. Door middel van de transportindicatie die benodigd is voor het verkrijgen van de SDE+-subsidie vanaf de najaarsronde 2019, is het de bedoeling dat projecten voor duurzame elektriciteitsproductie gerealiseerd worden op plaatsen in Nederland waar er wel ruimte is op het elektriciteitsnet. Ondertussen doen de netbeheerders er alles aan om te zorgen dat er meer ruimte op het elektriciteitsnet ontstaat op plekken waar er sprake is van onvoldoende netcapaciteit, zo investeert TenneT nu bijvoorbeeld 215 miljoen euro in netverzwaringen in Noord-Nederland.

Ik blijf dan ook in overleg met alle partijen om op alle mogelijk manieren samen te werken aan het zo snel mogelijk vergroten van de capaciteit in het elektriciteitsnet. Ik ben ervan overtuigd dat als we met alle betrokken partijen al onze creativiteit inzetten, de regelgeving wijzigen op de hierboven beschreven punten en de prikkels de goede kant op laten wijzen, we voor de energietransitie belangrijke stappen zetten.

6
Deelt u de conclusie dat er zonder zonneparken en windmolens helemaal geen nettekort zou zijn geweest? Bent u ertoe bereid om te stoppen met deze klimaat- en duurzaamheidswaanzin?

Antwoord
Nee, deze conclusie deel ik niet en nee, daar ben ik niet toe bereid.

7
Bent u ertoe bereid deze Kamervragen in tegenstelling tot eerdergestelde vragen1 nu wél afzonderlijk en volledig te beantwoorden?

Antwoord
Ja.






1 Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3452

Artikel delen