Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Alle kosten van de gasafsluiting voor rekening van de klant? Niet als het aan de Geschillencommissie Energie ligt

De transitie naar aardgasloze wijken is in volle gang. Enkele voorlopers gebruiken in hun woning nu al geen gas meer en beëindigen hun aansluit- en transportovereenkomst voor gaslevering. Een positieve ontwikkeling. Eigen beleid van enkele netbeheerders leidt voor de proactieve klant echter tot een onaangename verrassing. Wanneer klanten de gasaansluiting beëindigen dient deze fysiek verwijderd te worden. De hoge kosten die hiermee gepaard gaan komen geheel voor rekening van de klant. Is dit beleid terecht? Nee, zo bepaalde de Geschillencommissie Energie (de commissie) in het geval van een individuele consument.

31 mei 2018

Veiligheidsoverwegingen

Genoemd beleid vloeit voort uit veiligheidsoverwegingen. Volgens de bij het geschil betrokken netbeheerder zijn in het (recente) verleden voorbeelden geweest van gevaarlijke situaties door gasaansluitingen, die niet meer in gebruik waren, maar wel nog waren aangesloten op het net. Bovendien geldt in Nederland, onder meer vanwege de toenemende drukte in de ondergrond, de afspraak dat infrastructuur die niet langer wordt gebruikt dient te worden opgeruimd. De ondernemer baseerde de noodzakelijke handelingen in beginsel op artikel 10 lid 1 van de Gaswet, waarin onder meer staat vermeld dat een netbeheerder tot taak heeft zijn gastransportnet in werking te hebben, te onderhouden en te ontwikkelen op een wijze die de veiligheid waarborgt.

De klant in kwestie, inwoner van Amsterdam, had geen gasaansluiting meer nodig voor zijn woning en wilde van de vaste lasten daarvoor af. De betrokken netbeheerder presenteerde hem daarvoor slechts één optie en dat is door via mijnaansluiting.nl opdracht te geven tot het weghalen van de aansluiting, waarop de klant een rekening van 605,- gepresenteerd kreeg. Hij diende vervolgens een klacht in bij de commissie en gaf daarbij aan dat ook het veel goedkopere verzegelen of afdoppen een optie voor afsluiting kan zijn, die net zo veilig is. De werkzaamheden zijn daarom niet allemaal noodzakelijke handelingen en de opgelegde verplichting achtte hij dan ook onredelijk bezwarend op grond van artikel 6:236 lid b Burgerlijk Wetboek (BW).

Het advies van de Geschillencommissie Energie

Heeft de ondernemer terecht en/of op juiste gronden aan deze opzegging als noodzakelijke handeling de voorwaarde verbonden van het weghalen van de aansluiting en meetinrichting (en de daarmee gepaard gaande kosten in rekening gebracht aan de consument)? De commissie stelt in haar

advies

van niet. De netbeheerder heeft niet bewezen dat fysieke verwijdering van de aansluiting vanuit veiligheidsoverwegingen echt noodzakelijk is. De Gaswet biedt voor deze handelingen geen wettelijke basis. Hoewel de commissie de veiligheid van het gastransportnet van onmiskenbaar groot belang acht en niets wil afdoen aan het na te streven veiligheidsniveau, heeft de ondernemer naar haar oordeel onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het volledig weghalen van de aansluiting en meetinrichting de enige mogelijkheid is om deze veiligheid te kunnen waarborgen. Zo is het de commissie bijvoorbeeld niet duidelijk geworden waarom met het volledig drukloos maken van de leidingen het veiligheidsbeleid niet naar behoren kan worden gewaarborgd. Slechts de met de opzegging verbonden redelijke kosten, die voortvloeien uit de werkzaamheden die proportioneel van aard zijn, mogen naar het oordeel van de commissie bij de afnemer in rekening worden gebracht. En dat zijn niet de kosten die verband houden met het verwijderen van de aansluiting en de meetinrichting.

Gevolgen van het advies

De Geschillencommissie is als onafhankelijke organisatie die optreedt als scheidsrechter bij geschillen tussen consumenten en bedrijven, of tussen bedrijven onderling, geen rechterlijke instantie. Er ontstaat door de uitspraak dus geen jurisprudentie. Echter zijn de uitspraken wel bindend als de brancheorganisatie waar een bedrijf deel van uitmaakt bij de commissie is aangesloten. Zowel Energie-Nederland als Netbeheer Nederland zijn dat. Wij zijn zeer benieuwd of in deze periode van energietransitie meer van dergelijke uitspraken zullen volgen.

Door Marije van Mannekes en Edward Brans

Artikel delen