Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Opinie: Afstemming bij het opstellen van omgevingsplannen

"De Omgevingswet komt eraan, dat is merkbaar. Het beleidsterrein van de fysieke leefomgeving is duidelijk in beweging. Veel gemeenten zijn gestart met het opstellen van een omgevingsplan of met voorbereidende documenten daarvoor. Bij deze werkzaamheden zijn kennis van de inhoud van de Omgevingswet en de Uitvoeringsregelingen en het beschikken over de juiste competenties en vaardigheden van wezenlijk belang. Ervaringen zijn er nog niet, of het moeten ervaringen zijn met opstellen van Chw-plannen. Momenteel gaat ieder zijn eigen weg. Elke gemeente of extern bureau maakt hierbij zijn eigen keuzes. Gelet op de reikwijdte en de complexiteit van het omgevingsplan, leidt dit naar alle waarschijnlijkheid tot geheel verschillende omgevingsplannen."

7 juni 2019

Nieuws

Het ene plan zal ongetwijfeld meer aan de Omgevingswet voldoen dan het andere. Op zich niet erg, maar het kan er ook toe leiden dat er op basis van onvoldoende kennis en vaardigheden en het ontbreken van een beeld structuren en regels worden gekozen waarvan later wordt geconstateerd dat deze niet zo handig zijn en niet leiden tot een omgevingsplan zoals dat was voorzien of dat juridisch de toets der kritiek kan doorstaan.

Veel gemeenten zullen waarschijnlijk niet in één keer een omgevingsplan maken, maar daar via verschillende wijzigingen van het tijdelijke omgevingsplan naar toe werken. Een bij de eerste wijziging gekozen onpraktische opzet leidt de jaren daarop dan mogelijk tot ingrijpende en tijdrovende wijzigingen. En wellicht tot teleurstellingen over het instrument omgevingsplan. Het zou mooi zijn als dit kan worden voorkomen door meteen in een goede structuur en met de juiste regels te beginnen.

Het is overigens niet zo dat er geen informatie voor het opstellen van een omgevingsplan aanwezig is. Op de sites van de Programmaraad Aan de slag met de Omgevingswet en de VNG staan de nodige aanbevelingen en handreikingen. Ook kan worden verwezen naar de Staalkaarten van genoemd Programma en naar het Casco voor het omgevingsplan van de VNG.

Geen helder zicht op opzet en regels omgevingsplan

Hoewel het Casco een goede opzet van het omgevingsplan geeft en de Staalkaarten inzicht bieden in mogelijke regels, is het beeld van het uiteindelijke omgevingsplan bij velen nog onduidelijk. Dit is begrijpelijk. Het Casco gaat nog niet in op de regels zelf en de Staalkaarten behandelen nog slechts enkele onderwerpen of gebieden. Daarbij komt dat de Uitvoeringsregelingen nog niet echt doorgrond zijn en dat het omgevingsplan een zeer ruime reikwijdte heeft.

Ik durf dan ook de stelling aan dat niemand nog echt zicht heeft op hoe een volledig omgevingsplan er uit komt te zien en welke regels daarin allemaal zijn en kunnen worden opgenomen. Er wordt enthousiast gewerkt aan onderdelen, maar het totaalbeeld ontbreekt. Het niet hebben van dit beeld uit zich niet alleen in de huidige zoektochten naar het maken van een dergelijk plan, maar bijvoorbeeld ook in de onduidelijkheid bij de opstellers van de standaarden in het kader van het DSO en in het verlengde daarvan bij de bouwers van de applicaties. En bij beleidssectoren als veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en energie die zoekende zijn welk plaatsje zij krijgen in het omgevingsplan.

Stem de werkzaamheden landelijk beter op elkaar af

Mijn pleidooi is om de werkzaamheden en gedachten ten aanzien van het omgevingsplan meer dan tot op heden gebeurt landelijk op elkaar af te stemmen om teleurstellingen en tijd- en geldverlies in de komende jaren te voorkomen. Een aansluiting van alle betrokken partijen op de activiteiten van de VNG ten aanzien van het Casco en de Staalkaarten ligt daarbij voor de hand. De VNG is en blijft immers de komende jaren een belangrijke speler en een constante factor bij het opstellen van omgevingsplannen. Door een goede afstemming en het toepassen van gezamenlijke basisprincipes kan er ook daadwerkelijk voortgang worden geboekt in de ontwikkeling van het omgevingsplan.

Het mag duidelijk zijn dat de onderlinge afstemming enkel gaat om de opzet, systematiek en de mogelijke regels. Niet om beleid. Elke gemeente is daarin vrij. Dit geldt ook voor externe bureaus. Iedere partij kan en mag zich onderscheiden. Omgevingsplannen hoeven er niet allemaal hetzelfde uit te zien. De afstemming is er met name op gericht om onnodige structurele fouten in de komende jaren te voorkomen en om de werkzaamheden efficiënter en effectiever te laten verlopen.

Wie pakt de handschoen op?

Dit is hét moment om de afstemming landelijk gezamenlijk vorm te geven en te komen tot gezamenlijke basisprincipes of werkmethodieken. Een ieder staat nu aan het begin. Dan kunnen we iets bereiken dat onder de Wet ruimtelijke ordening niet is gelukt. Toen was er behoudens het toenmalige NIROV (thans Platform 31) immers geen enkele partij of instantie die zich bekommerde over de opzet, structuur en regels van het bestemmingsplan. De mogelijkheid is nu aanwezig om dit wel voor het omgevingsplan te organiseren. De activiteiten van de VNG ten aanzien van het Casco bieden daarvoor een prima basis! Wie pakt de handschoen op om betrokken partijen bij elkaar te brengen?

Jur van der Velde schreef samen met Annette Zebel-Vaudo het boek '

Werken met de Omgevingswet

', waarvan zojuist de derde druk is verschenen. Dit boek schetst de inhoud van de Omgevingswet en de uitvoeringsregelingen en geeft de mogelijke veranderingen voor de praktijk weer. Het bevat het praktische tips en benoemt het de succesfactoren van een goede implementatie en een goede uitvoering van de wet.

Artikel delen