Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Afdeling vraagt conclusie aan A-G Widdershoven over rechtelijke toetsing van bestuurlijke maatregelen aan het evenredigheidsbeginsel

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: 'Afdeling') heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Widdershoven (hierna: 'A-G') over hoe indringend de bestuursrechter bestuurlijke maatregelen moet toetsen en wat daarbij de betekenis is van het evenredigheidsbeginsel. Bij bestuurlijke maatregelen kunt u bijvoorbeeld denken aan een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.

22 april 2021

Artikelen

Artikelen

Evenredigheid van bestuurlijke maatregelen

Er is al langere tijd aandacht voor de indringendheid van de rechterlijke toets aan bestuurlijke maatregelen en de rol van het evenredigheidsbeginsel in dat verband. De laatste jaren lijkt de tendens te zijn dat de evenredigheid van bestuurlijke sancties door de rechter indringend(er) moet worden getoetst (zie bijvoorbeeld ABRvS 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:863). Hoe indringend die evenredigheidstoetsing precies is en welke omstandigheden de bestuursrechter al dan niet meeweegt, is echter niet altijd duidelijk. In zoverre zal een conclusie van de A-G zeker kunnen bijdragen aan de rechtseenheid en rechtsontwikkeling. 

Verzoek aan A-G Widdershoven

A-G Widdershoven is gevraagd een algemeen kader te schetsen, met inachtneming van een aantal aandachtspunten:

  • de rechtsbasis van de rechterlijke toetsing aan evenredigheid (EVRM, EU-recht of nationaal recht);

  • in welke gevallen de rechter besluiten van bestuursorganen kan toetsen aan evenredigheid;

  • met welke omstandigheden de bestuursrechter rekening kan of moet houden;

  • hoe indringend de toetsing kan zijn als de bevoegdheid voor het bestuur om een bestuurlijke maatregel op te leggen “wettelijk of beleidsmatig is gefixeerd”; en;

  • of het daarbij uitmaakt dat er voor dezelfde overtreding ook andere bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen zijn opgelegd

Aanleiding: drie lopende rechtszaken

De conclusie is gevraagd in drie lopende rechtszaken:

  • De eerste zaak gaat over een besluit tot invordering van een dwangsom van € 50.000,-- van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam wegens overtreding van de Huisvestingswet, nadat daarvoor eerder al een boete was opgelegd (zaaknummer 202000475/1).

  • De tweede zaak gaat over een besluit van de burgemeester van de gemeente Harderwijk om een woning voor zes maanden te sluiten vanwege de vondst van drugs (zaaknummer 202002668/1). 

  • De derde zaak gaat eveneens over de sluiting van een woning vanwege drugsvondst, ditmaal in de gemeente Waadhoeke, voor een periode van één jaar (zaaknummer 202006932/1). ​​​​​​​

In alle drie deze zaken zijn vragen gerezen over de indringendheid van de rechterlijke toetsing van bestuurlijke maatregelen in het licht van het evenredigheidsbeginsel. 

Hoe nu verder?

De drie bovengenoemde rechtszaken worden behandeld op een zitting op 23 april 2021. Na de zitting heeft A-G Widdershoven zes weken de tijd om een conclusie te nemen. Vervolgens krijgen partijen twee weken de tijd om daarop te reageren. Daarna zal de Afdeling uitspraak doen. 

Wij kijken uit naar de conclusie van de A-G en de uitspraken van de Afdeling en houden u hierover verder op de hoogte. 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.