Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Actualiteiten overheidsprivaatrecht – december 2017

Het overheidsprivaatrecht is voortdurend in beweging. Wij zetten daarom maandelijks de belangrijkste ontwikkelingen in de rechtspraak op een rij.

22 december 2017

1. Schadevergoeding bij schade aan openbaar groen

Het komt vaak voor dat gemeentelijke bomen worden beschadigd. Op 15 december 2017 heeft de Hoge Raad een

arrest

gewezen over boomschade in gevallen waarin de beschadiging van de boom niet zodanig is dat deze moet worden vervangen (zie hierover het

blog 'Boomschade: het verhaal van schade aan openbaar groen'

). In die gevallen heeft de eigenaar van de boom aanspraak op vergoeding van de kosten van maatregelen tot ondersteuning en bevordering van het zelfherstel van de boom, en van andere specifieke kosten die het directe gevolg zijn van de beschadiging. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (extra) snoeiwerkzaamheden. Schade in de vorm van een mindere belevingswaarde van de boom (lees: de boom is minder mooi) wordt in beginsel niet vergoed. Mogelijke toekomstige schade door een aantasting van de gezondheid en het risico op vervroegde uitval van de boom, kan op zichzelf wel voor vergoeding in aanmerking komen, maar laat zich niet altijd op voorhand begroten.

2. Gemeentelijke rol bij warmtelevering

Eén van de speerpunten van het nieuwe duurzaamheidsbeleid is de reductie van gasgebruik. Het kabinet zet in op een transitie naar andere, duurzame verwarmingsmethoden zoals warmtenetten. Op 4 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een interessante

uitspraak

gedaan, waarin hij een 'samenvatting' geeft van de gemeentelijke rol bij warmtelevering (r.o. 4.12). Deze rol komt erop neer dat de gemeente(raad) bewoners kan verplichten tot aansluiting op een warmtenet door een warmteplan vast te stellen. Dat de gemeente bewoners verplicht zich op een warmtenet aan te sluiten, betekent echter niet dat er een gemeentelijke verplichting tot levering van warmte bestaat. Wel wijst de voorzieningenrechter erop dat de Warmtewet een zorgplicht voor de overheid in het leven roept die inhoudt dat een aangesloten bewoner of een bewoner die verplicht is aan te gaan sluiten, warmte verkrijgt. De Warmtewet schept geen plicht voor de gemeente om die warmte

zelf

te leveren.

3. Schadevergoeding na verkrijgende verjaring

In zijn

arrest

van 27 februari 2017 oordeelde de Hoge Raad dat iemand die de eigendom van zijn grond door verjaring aan een ander is verloren, schadevergoeding van die ander kan vorderen. Vergoeding kan daarbij bijvoorbeeld plaatsvinden in de vorm van teruglevering van de verloren grond (zie hierover het

blog 'Gemeenten en (extinctieve) verjaring'

en deze

annotatie

). Inmiddels is de eerste

uitspraak

over zo'n terugleveringsvordering gepubliceerd. De Rechtbank Rotterdam oordeelt hierin dat de gemeente die de eigendom van haar grond was verloren, geen aanspraak kan maken op teruglevering. Schadevergoeding in geld is namelijk de hoofdregel en daarvan wordt slechts om bijzondere redenen afgeweken, aldus de rechtbank. De terugleveringsvordering wordt daarom afgewezen en de landjepikker wordt veroordeeld tot vergoeding van de waarde van de grond. De les van deze uitspraak is dat de voormalige grondeigenaar goed moet onderbouwen waarom teruglevering van de grond de voorkeur geniet boven schadevergoeding in geld. Algemene argumenten als we willen (i) een einde maken aan de onrechtvaardige situatie waarbij sommige mensen wel betalen voor de grond en anderen niet en (ii) de grond weer in het algemeen belang kunnen aanwenden, zijn niet voldoende.

4. Ontbinding huurovereenkomst i.v.m. sluiting ex art. 13b Opiumwet

Het komt met grote regelmaat voor dat een burgemeester een gebouw sluit op grond van art. 13b Opiumwet. Soms is het zo dat de overtreder de overtredingen begaat in een gebouw dat hij van de gemeente huurt. In dergelijke gevallen kan de gemeente proberen de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Op die situatie ziet het

arrest

van het Gerechtshof Den Haag van 21 november 2017. In dit arrest maakt het hof duidelijk dat de enkele sluiting van het gebouw door de burgemeester ex art. 13b Opiumwet in beginsel voldoende is voor (rechtmatige) buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. Een nadere afweging van belangen (denk bijvoorbeeld aan bepaalde belangen van de overtredende huurder om in het gehuurde te kunnen blijven) door de rechter is niet vereist. Ook is volgens het hof niet vereist dat het besluit van de burgemeester al onherroepelijk is. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal een besluit tot sluiting van het gebouw niet tot ontbinding van de huurovereenkomst kunnen leiden.

5. Motorclub Bandidos ontbonden door de civiele rechter

Bij

beschikking

van 20 december 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland de informele vereniging Bandidos MC Holland ontbonden op verzoek van het Openbaar Ministerie. De rechtbank oordeelt dat de cultuur van wetteloosheid, de boodschap van geweld, het belonen van geweld ten dienste van de organisatie en het feitelijke gedrag van de leden in overeenstemming met die cultuur en de boodschap, maakt dat de werkzaamheid van Bandidos MC Holland in strijd is met de openbare orde en dat de organisatie Bandidos MC Holland wordt verboden en ontbonden. Deze beschikking kan voor gemeenten wellicht aanleiding vormen om eventuele huurovereenkomsten, vergunningen of andere rechtsbetrekkingen met Bandidos MC Holland per direct te beëindigen. Deze beschikking kan verder ook uitstraling hebben richting andere 1% MC's ('OMG's' Outlaw Motorcycle Gangs), zoals de Hell's Angels, in zoverre dat het voor de hand ligt dat het OM in de toekomst ook zal trachten om deze OMG's te doen verbieden.

6. Vergoeding van wederbeleggingskosten bij onteigening

Op 15 december 2017 heeft de Hoge Raad beslist op een zevental cassatieberoepen inzake onteigeningsprocedures ten behoeve van de realisatie van de omlegging van de A9 en de reconstructie van het (in filemeldingen vaak genoemde) knooppunt Badhoevedorp. In

één van deze arresten

moest de Hoge Raad zich buigen over de stelling van een projectontwikkelaar dat hij recht zou hebben op de vergoeding van zogenoemde wederbeleggingskosten. De Hoge Raad gaat niet mee in deze stelling. Het onteigende werd namelijk niet als duurzame belegging aangehouden, maar was onderdeel van een wisselende handelsvoorraad, zoals vaker het geval is bij projectontwikkelaars. De onteigenende overheid die wordt geconfronteerd met een grondeigenaar die wederbeleggingskosten claimt, doet er dus goed aan om in het kadaster te bezien of deze grondeigenaar recent nog percelen heeft verkocht. Als dat het geval is, biedt dat immers steun voor de gedachte dat sprake is van een wisselende handelsvoorraad en dat wederbeleggingskosten in het verlengde daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

AKD

Artikel delen