Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Actualiteiten omgevingsrecht – week 22

Een overzicht van belangrijke uitspraken in het omgevingsrecht in week 22. Over onder andere een beroep op 'nieuw' vertrouwensbeginsel en een verzoek om handhaving door niet-belanghebbende.

18 juni 2019

Nieuws

Beroep op nieuw vertrouwensbeginsel slaagt niet (

ECLI:NL:RVS:2019:1838

)

Overtreder doet een beroep op het vertrouwensbeginsel. Hierbij stelt zij dat zij voor aankoop van het betreffende perceel naar het gemeentehuis is geweest en op basis van de toen verkregen informatie het perceel heeft gekocht. Beweerd wordt dat op het gemeentehuis is gezegd dat de illegale bouwwerken onder het overgangsrecht vallen. De ABRS beoordeelt het beroep op het vertrouwensbeginsel aan de hand van het (nieuwe) stappenplan (ECLI:NL:RVS:2019:1694). Ten eerste wordt geoordeeld of de uitlating en/of gedraging gekwalificeerd kan worden als een toezegging. De ABRS oordeelt dat er sprake is van een toezegging. Het is aannemelijk dat, gelet op de gelopen bestemmingsplanprocedure, er op het gemeentehuis is gezegd dat het overgangsrecht van toepassing is. De tweede vraag betreft of deze toezegging aan het bestuursorgaan kan worden toegerekend. De ABRS oordeelt dat niet het geval is. Het besluit tot al dan niet handhavend optreden ligt bij het college en niet bij een baliemedewerker. Zoals ook in de voornoemde uitspraak is overwogen kan de toezegging van medewerkers, die in zijn algemeenheid slechts algemene informatie behoren te verstrekken, niet aan het bevoegde orgaan worden toegerekend. Dat is hier het geval en daardoor dus geen geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel.

Verzoek om handhaving door niet-belanghebbende (

ECLI:NL:RVS:2019:1831

)

Er komt een handhavingsverzoek van een niet-belanghebbende. De gemeente wijst het handhavingsverzoek af want stelt ten eerste dat er sprake is van een verzoek door een niet-belanghebbende en dat de overtreding op grond van het handhavingsbeleid geen prioriteit heeft. De ABRS oordeelt dat dit geen bijzondere omstandigheden zijn om af te zien van handhaving. Aan het weigeringsbesluit kleeft daarom een motiveringsgebrek.

Bijlage II Bor: definitie achtererfgebied nader geduid inz. begrip voorkant (ECLI:NL:RVS:1725)

De gemeente Heerlen treedt handhavend op omdat zonder vergunning aan de voorzijde van een woning op de begane grond zijwanden zijn gebouwd onder de overstek die wordt gevormd door de 1

e

en 2

e

verdieping (er is sprake van een terugliggende begane grond).

In beroep oordeelt de rechtbank dat het college terecht heeft afgewogen of er sprake is van vergunningsvrij bouwen. Waar de gemeente Heerlen van mening is dat de zijwanden gebouwd onder de overstek

niet

in het achtererf staan omdat ze gebouwd zijn vóór de voorgevel (en er dus geen sprake kan zijn van een vergunningsvrije bouwmogelijkheid), oordeelt de rechtbank anders en vernietigt het besluit van de gemeente.

In hoger beroep oordeelt de ABRS dat bij de bepaling van het achtererfgebied in dit geval de feitelijke situatie doorslaggevend is bij de bepaling wat geldt als voorgevel(rooilijn). Dit vanwege het ontbreken van duidelijkheid hieromtrent in het bestemmingsplan en bouwverordening. De ABRS oordeelt dat de voorgevel van de

begane grond

dient als de voorkant in de definitie van achtererfgebied in artikel 1 van bijlage II van het Bor. De ABRS kiest voor een restrictieve uitleg van het begrip voorkant omdat de regels betreffende het vergunningvrij bouwen een uitzondering vormen op de hoofdregel dat voor het bouwen in beginsel een vergunning is vereist en omdat bij vergunningsvrij bouwen het uitgangspunt geldt dat aan de voorkant van hoofdgebouwen weinig vergunningvrij mag worden gebouwd en aan de achterkant veel. Dat de gevel van de eerste en tweede verdieping gezamenlijk de grootste oppervlakte hebben en daarmee bepalend zijn voor de hoofdmassa van het gebouw leidt gelet op de restrictieve uitleg niet tot een ander oordeel. De gemeente Heerlen heeft zich dus volgens de ABRS terecht op het standpunt gesteld dat als het achtererfgebied moet worden aangemerkt het gebied vanaf 1 meter achter de voorgevel van de woning op de

begane grond

. De rechtbank heeft dit niet onderkend en het beroep slaagt.

Artikel delen