Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Aanbiedingsbrief bij Memorie van Antwoord Invoeringwet Omgevingswet

Minister Ollongren stuurt de Eerste Kamer Memorie van Antwoord met betrekking tot de Invoeringwet Omgevingswet.

28 juni 2019

Nieuws

Aanbiedingsbrief bij Memorie van Antwoord Invoeringwet Omgevingswet

Op 5 juni heb ik uw verslag over het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet ontvangen. Bijgaand treft u de antwoorden op uw vragen aan in de vorm van een Memorie van Antwoord.

Memorie van Antwoord Invoeringswet Omgevingswet

Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet).

Download 'Memorie van Antwoord Invoeringswet Omgevingswet'
PDF document | 74 pagina's | 732 kB
Kamerstuk: Memorie van antwoord | 27-06-2019

Nieuwsbericht op Omgevingswetportaal:

Minister Ollongren heeft de Kamers geïnformeerd over de voortgang van de Omgevingswet. Overheden bereiden zich voor op de start vanaf 1 januari 2021 en zijn zich steeds meer bewust van de betekenis van deze transitie.Het gevoel van urgentie neemt toe in deze fase van verankering. Dit blijkt uit de uitkomsten van de Monitor Invoering Omgevingswet en de beantwoording van de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer.

Eén van de belangrijkste uitgangspunten bij de voorbereiding van de stelselherziening is het vooraf oefenen en leren in de praktijk om de wetgeving zo goed mogelijk te laten aansluiten. In intensief overleg met de koepels zijn hiervoor uiteenlopende instrumenten ingezet, waaronder botsproeven, expertsessies en officiële consultaties. De adviezen van de onafhankelijke Integrale adviescommissie Omgevingswet sluiten hierop aan, waarbij extra aandacht is gevraagd voor het kunnen toepassen van de regels in de praktijk.

Monitoren

De voorbereiding van de implementatie wordt twee keer per jaar gemonitord. Centraal hierbij staan de vragen: Waar gaat het goed, liggen we als overheid op koers en waar is meer aandacht nodig? Het programma Aan de slag met de Omgevingswet vertaalt de uitkomsten en signalen naar passende ondersteuning van de overheden bij de implementatie.

Uit de monitor die eind 2018 is uitgevoerd blijkt, dat alle overheden ver zijn gevorderd met de voorbereidende activiteiten. Er is meer zicht op de omvang van de opgave om op 1 januari 2021 klaar te zijn voor de start van de Omgevingswet. Dit verklaart dat er meer gemeenten zijn die twijfelen of ze op tijd alle werkzaamheden binnen hun organisatie hebben afgerond. Begrijpelijk bij een cultuuromslag zoals bij deze nieuwe wet wordt beoogd. Overheden zijn zich scherper bewust geworden van de uitdagingen die nog aangepakt moeten worden. Het is een goede ontwikkeling dat overheden deze uitdagingen steeds vaker met elkaar en integraal oppakken. De samenwerking tussen provincies, gemeenten, waterschappen en Omgevingsdiensten is het afgelopen jaar tijdens de voorbereiding op de Omgevingswet enorm toegenomen.

Een opvallend punt uit de Monitor is dat programmamanagers vooral aandacht vragen voor de aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), de hoeveelheid werk, de financiering en de bemensing die nodig is voor deze transitie. Het doorvoeren van de gewenste cultuuromslag en andere manier van werken binnen organisaties is daarnaast een flinke opgave.

Het hoeft (nog) niet af om er klaar voor te zijn

Dit voorjaar is samen met VNG, IPO en Unie van Waterschappen en de betrokken ministeries een belangrijke stap gezet om overheden ondersteuning te bieden bij de implementatie. Alle partijen hebben hiervoor in beeld gebracht wat er minimaal klaar moet zijn voor 1 januari 2021 om de nieuwe wet in werking te kunnen laten treden. Bij de invoering van de Omgevingswet is vanaf het begin sprake geweest van een meerjarige transitieperiode. Niet alle stappen kunnen en hoeven in één keer gezet te worden, waarbij er overgangsrecht bestaat voor veel van de vernieuwingen. Daarnaast is voor inwoners en bedrijven de impact op de bestaande situaties beperkt, omdat bestaande vergunningen niet vervallen maar hun werking behouden.

Om overheden meer focus en houvast te bieden bij de vragen: wat moet er tenminste af zijn, en waar moet ik beginnen is een lijst op gesteld met dat wat er minimaal klaar moet zijn. De bestuurlijke ambitie (Bestuursakkoord 2015) gaat echter verder dan de minimale vereisten die zijn opgenomen in de wet, vooral bij de dienstverlening aan burgers en bedrijven. De koepels hebben daarom geïnventariseerd welke zaken nodig zijn om in de geest van de Omgevingswet te kunnen werken. Deze zaken zijn ook belangrijk voor de overheden om de dienstverlening op hetzelfde niveau te houden als nu.

Vragen Eerste Kamer

Tijdens de schriftelijke ronde van de behandeling van de Invoeringswet heeft de Eerste Kamer veel vragen gesteld over onder andere monitoring en onderzoek, participatie, de implementatie en het DSO. De ontwikkeling van de landelijke basisvoorziening van het digitale stelsel (DSO-LV) bevindt zich momenteel in de laatste fase. Het DSO-LV wordt naar verwachting aan het eind van dit jaar opgeleverd. Overheden krijgen hiermee de gelegenheid om een jaar te oefenen voor het ingaan van de wet, om aan te sluiten op deze voorziening en de lokale systemen in te regelen. Voorafgaand kunnen overheden starten met het vullen van het DSO met lokale regels. Voor een aantal onderdelen kan deze voorbereiding zelfs nu al starten.

Artikel delen