"Minister Ollongren stuurt de Tweede Kamer een afschrift van haar antwoord op de open brief van Stichting Expertise¬centrum Regelgeving Bouw (ERB), DGMR en Efectis betrekking tot breedplaatvloeren en brandveiligheid."
Op 25 maart 2019 heeft u met DGMR en Efectis een open brief aan mij gestuurd over breedplaatvloeren en brandveiligheid. In deze brief beschrijft u uw zorgen over de brandveiligheid van versterkingsmaatregelen bij breedplaatvloeren.
U refereert in de brief aan de rekenregels die thans in opdracht van mij worden opgesteld. Deze rekenregels hebben betrekking op de beoordeling van bestaande gebouwen, maar niet op de beoordeling van de eventuele versterkings- maatregelen. Voor de versterkingsmaatregelen dragen marktpartijen en deskundigen zelf oplossingen aan. Het is hun verantwoordelijkheid dat deze oplossingen voldoen aan het Bouwbesluit 2012 en het is aan gemeenten om hierop toe te zien als een oplossing wordt toegepast in een bepaald gebouw. Vanzelfsprekend zal een gebouw na versterking moeten voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 geeft voor de brandveiligheid prestatie-eisen en bepalingsmethoden (NEN-EN 1990 of NEN 6069). Verder kan, ter beoordeling van de gemeente, gekozen worden voor een gelijkwaardige oplossing op grond van de gelijkwaardigheidsbepaling in het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 geeft daarmee voldoende kaders voor marktpartijen, deskundigen en gemeenten om versterkingsmaatregelen te beoordelen.
Hoewel ik geen directe betrokkenheid heb bij het aantonen of beoordelen van de versterkingsmaatregelen, vind ik het wel van groot belang dat de versterkte gebouwen ook bij brand veilig zijn en dat marktpartijen, deskundigen en gemeenten hier goede invulling aangeven. Ik heb daartoe uw brief onder de aandacht gebracht van de Vereniging Bouw- en woningtoezicht Nederland, VN- Constructeurs en Bouwend Nederland en hen gevraagd dit signaal met hun leden te communiceren.
