Dit boek behandelt het onderwerp luchtkwaliteit in relatie tot ruimtelijke planvorming. Daarbij wordt de materie in een brede context behandeld. Het boek gaat niet alleen in op het normenkader dat vanuit Europa in de Nederlandse wet- en regelgeving doorwerkt, maar bespreekt ook de onderdelen (grof) stof en geurhinder. De reden hiervoor is dat deze onderwerpen nauw verband met elkaar houden en alle onder de meer algemene noemer ‘luchtkwaliteit’ kunnen worden geschaard.
Aan de hand van tien hoofdstukken beogen wij de lezer inzicht te bieden in de wijze waarop de normen voor luchtkwaliteit doorwerken in ruimtelijke plannen. In de eerste plaats wordt geprobeerd een helder toetsingskader te bieden bij het opstellen en toetsen van ruimtelijke plannen. Omdat niet voor alle onderdelen binnen het onderwerp ‘luchtkwaliteit’ vanuit die bredere context harde normen gelden, geeft het boek eveneens een overzicht van de verschillende handreikingen en beleidsdocumenten die een rol spelen bij de toets of een plan – bezien vanuit het onderwerp luchtkwaliteit - in een ‘een goede ruimtelijke ordening’ voorziet. Daarbij tracht het boek steeds het aspect luchtkwaliteit vanuit verschillende invalshoeken te benaderen: bijvoorbeeld vanuit het toevoegen van een ontwikkeling die zelf bijdraagt aan de (verslechtering van de) luchtkwaliteit, of vanuit het ontwikkelen van een gevoelige bestemming nabij een voor de luchtkwaliteit negatieve bron.
Met deze uitgave bieden wij de lezer een praktische handreiking bij het opstellen en verantwoorden van ruimtelijke plannen in relatie tot het onderwerp luchtkwaliteit. Naast een meer juridische uiteenzetting over het toepassen van de relevante wet- en regelgeving, wordt de lezer ook geïnformeerd over de wijze waarop onderzoek kan worden verricht naar de gevolgen van een ruimtelijk plan voor de luchtkwaliteit. Geprobeerd is om een zo volledig mogelijk overzicht te verschaffen aan de hand waarvan nieuwe ruimtelijke plannen – ten minste op het onderdeel luchtkwaliteit – de eindstreep bij de bestuursrechter kunnen halen.
De inhoud van dit boek is op 31 maart 2014 afgerond. Met ontwikkelingen nadien is in dit boek daarom geen rekening gehouden.
Wij danken mevrouw mr. Trees van der Schoot graag hartelijk voor de uitgebreide eindredactie van deze publicatie.
ing. Cor Coenrady
mr. Roelof Reinders
mr. Daniëlle Roelands-Fransen
April 2014