De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij per brief van 16 april 2021 (kenmerk 2021Z02891/2021D13703) verzocht om een reactie te geven op de brief van RIR Nederland te Eerbeek van 10 februari 2021 over het blootstellingsonderzoek sanering asbestdaken Fase 2, Arcadis. Hierbij reageer ik, mede namens de minister van SZW, op dit verzoek. Voor de meer gedetailleerde reactie verwijs ik u naar de antwoordbrief aan RIR Nederland die als bijlage bij deze brief is opgenomen.
Ik wil beginnen met het geven van een reactie op de aangenomen motie Stoffer en Geurts (Kamerstuk 28089, nr. 189) die verzoekt om in overleg met betrokken bedrijven, gemeenten en omgevingsdiensten een vervolg te geven aan het blootstellingsonderzoek en op korte termijn een plan van aanpak voor dit vervolgonderzoek aan uw Kamer voor te leggen. Ik heb het programmabureau voor de versnellingsaanpak asbestdakensanering gevraagd het overleg te organiseren met betrokken partijen om snel te komen tot een aanpak. Ik heb voor ogen dat via deze aanpak duidelijk wordt op welke wijze en in welke mate innovatieve werkmethoden kunnen leiden tot een verlaging van de kosten van de asbestdakensanering. Ik zal u na de zomer hier nader over informeren. Uitgangspunt bij genoemde aanpak is overigens dat de betreffende leveranciers hun werkmethode laten valideren en beoordelen om te kunnen komen tot indeling in een lagere risicoklasse, waarvoor het Validatie- en Innovatiepunt (VIP) is opgericht.
Met mijn brief aan de Tweede Kamer van 1 februari 2021 (Kamerstuk 25834, nr. 176) heb ik u het rapport van Arcadis over het uitgevoerde blootstellingsonderzoek aangeboden en heb ik mede namens de minister van SZW daarop een beleidsreactie gegeven. RIR stelt dat de conclusies in deze brief niet juist en/of volledig zijn en dat geen uitvoering zou zijn gegeven aan een aantal genoemde moties. Deze stellingen van RIR deel ik niet. De inhoud van de brief is gebaseerd op bevindingen van zowel de wetenschappelijke klankbordgroep als de klankbordgroep bestaande uit stakeholders, die beide hebben aangegeven dat door het te beperkte aantal metingen geen statistisch verantwoorde uitspraken kunnen worden gedaan over een eenvoudiger regime voor de sanering van asbestdaken. Er zijn dan ook geen conclusies getrokken over mogelijkheden voor de vereenvoudiging van saneringen, dus ook geen onjuiste of onvolledige conclusies zoals RIR stelt.
Met het blootstellingsonderzoek is uitvoering gegeven aan de motie van het lid Von Martels met het verzoek te onderzoeken of de sanering van asbestdaken voortaan standaard kan worden ondergebracht in risicoklasse 1 Kamerstuk 25 834, nr. 161 Kamerstuk 34 675 nr. 19, 10 oktober 2018. Kamerstuk 25 834, nr. 166, 16 december 2019.
Uiteraard is het teleurstellend dat het uitgevoerde blootstellingsonderzoek niet het gewenste perspectief heeft geboden op de vereenvoudiging van de asbestdakensanering. Zoals hiervoor beschreven, zal ik bij de uitvoering van de motie Stoffer/Geurts bezien op welke wijze en in welke mate innovatieve werkmethoden, zoals het toepassen van schuim, kunnen leiden tot een verlaging van de kosten van de asbestdakensanering.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
S. van Veldhoven - Van der Meer
Bijlage Reactie op het blootstellingsonderzoek sanering asbestdaken Fase 2, Arcadis