Hierbij informeer ik u mede namens de minister van Medische Zorg en Sport (MZS) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) over het onderzoekprogramma naar de relatie tussen luchtkwaliteit, veehouderij en COVID-19, waar uw Kamer eerder over is geïnformeerd Aanhangsel van de Handelingen 2019-2020, 2667; Kamerstukken 28286, nr. 1088; Kamerstukken 25295, nr. 950.
Onderzoek luchtkwaliteit, veehouderij en COVID-19
Resultaten uit diverse studies uit binnen- en buitenland lijken aan te geven dat er sprake is van een verband tussen luchtkwaliteit en COVID-19. Deze studies zijn over het algemeen grofmazig en houden geen rekening met de mens op mens overdracht van het virus. Ook in het kader van het Multi-Country Multi-City Collaborative Research Network (MCC), zijn geen onderzoeken gepland waarbij fijnmazig/epidemiologisch onderzoek gedaan wordt naar de relatie tussen luchtkwaliteit en COVID-19 waarbij ook rekening wordt gehouden met mens op mens overdracht van het virus. Daarom heb ik samen met de Ministers van LNV en VWS, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd om een verkenning uit te voeren naar de onderzoeksmogelijkheden aangaande de relatie luchtkwaliteit, veehouderij en COVID-19. Het RIVM heeft hiervoor een meerjarig onderzoeksvoorstel opgesteld, dat inzicht kan verschaffen in potentiële oorzakelijke verbanden tussen luchtkwaliteit (beïnvloed door verschillende bronnen van luchtverontreiniging) en COVID-19. Hierbij informeer ik u over het definitieve onderzoeksvoorstel en het vervolgproces. De samenvatting van het voorstel is als bijlage aan deze brief toegevoegd.
Met dit onderzoek wordt bijgedragen aan de verdere opbouw van een wetenschappelijke kennisbasis. Ik hecht er veel waarde aan om de internationale context hierbij te betrekken. Binnen Europa is ook behoefte aan meer wetenschappelijk inzicht in het verband tussen luchtkwaliteit en COVID-19, om te komen tot aanbevelingen, volgens het recent gepubliceerde onderzoek dat werd uitgevoerd op verzoek van de commissie Milieu, Volksgezondheid en Voedselveiligheid (ENVI) van het Europees Parlement Brunekreef, B, et al., Air pollution and COVID-19. Including elements of air pollution in rural areas, indoor air pollution and vulnerability and resilience aspects of our society against respiratory disease, social inequality stemming from air pollution, study for the committee on Environment, Public Health and Food Safety, Policy Department for Economic, Scientific and Quality of Life Policies, European Parliament, Luxembourg, 2021.
Inzicht in de relatie tussen luchtverontreiniging en COVID-19 is ook van belang voor het handelingsperspectief om gezondheidseffecten door luchtverontreiniging terug te dringen. De huidige inzet van het luchtkwaliteitsbeleid is gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Het Schone Lucht Akkoord, waarbij 91 partijen zijn aangesloten, heeft als doel 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016 door het terugdringen van luchtverontreiniging afkomstig van nationale bronnen. Door inzicht in de relatie tussen luchtverontreiniging en COVID-19 en welke bronnen daarbij een rol spelen kan het luchtkwaliteitsbeleid worden versterkt.
Het RIVM voert het onderzoek samen met de universiteiten Utrecht en Wageningen uit. Hierbij worden ook de GGD, lokale overheden en verschillende stakeholders betrokken. De afronding van het onderzoek is voorzien medio 2023. Ik zal uw Kamer periodiek informeren over de voortgang van het onderzoek.
Industriële emissies
In maart is de aanpassing van de algemene regels ten aanzien van industriële emissies geconsulteerd. De wijzigingen zien op de Omgevingsregeling (Or) en het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal). Het betreft regelgeving ten aanzien van biomassa installaties (vergunningplicht, aanscherping emissiegrenswaarden), aanscherping emissiegrenswaarden luchtmodule Bal en aanpassing van de rentevoet in de kosteneffectiviteitsberekening. Ook is deze conceptregelgeving ter toetsing voorgelegd aan de ATR, IPO, VNG en ILT. Momenteel worden inspraakreacties verwerkt. De rentevoet is opgenomen in de Omgevingsregeling en zal worden geactualiseerd naar 5%. Eerder heb ik uw Kamer deze aanscherping van de rentevoet toegezegd.
De ILT heeft in 2019 geconstateerd Kamerstukken 29 826/32 813, nr. 120 RHDHV, Advies rentevoet kosteneffectiviteit wet milieubeheer (6 nov. 2019)
Voorhang bij het parlement maakt onderdeel uit van de procedure voor het Bal en zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2021 plaatsvinden. Met de aanpassing van de algemene regels streef ik naar 1 juli 2022, gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
S. van Veldhoven - Van der Meer
Bijlage 1 Samenvatting onderzoeksvoorstel luchtkwaliteit, veehouderij en COVID-19