Minister Ollongren stuurt een brief over de voortgang van de ontwikkeling en implementatie van de Omgevingswet.
Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de ontwikkeling en implementatie van de Omgevingswet in de afgelopen maanden. Mijn vorige voortgangsbrief dateert van 24 juni van dit jaar. Vanuit de Eerste Kamer is intussen het verzoek gekomen om in een tijdpad te schetsen wanneer welke informatie aan de Kamers zal worden aangeboden. In mijn brief van 28 september van dit jaar heb ik dit tijdpad beschreven. Ook heb ik recent antwoord gegeven op een aantal vragen van leden van de Eerste Kamer die naar aanleiding van de voortgangsbrief van 24 juni van dit jaar zijn gesteld.
In deze voortgangsbrief behandel ik de onderwerpen wetgeving, DSO en implementatie, waarbij ik steeds inga op de relevante ontwikkelingen voor een succesvolle invoering. In bijlage 1 ga ik in op de stand van zaken van een drietal specifieke toezeggingen, zoals aangekondigd in mijn brief van 28 september van dit jaar, te weten de stand van zaken van de financiële effecten (T02853), aanbod kennisuitwisseling decentrale overheden (T02876), en de bespreking van de succes- en faalfactoren participatie met de VNG (T02861).
Op weg naar inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn in de afgelopen zomermaanden belangrijke stappen gezet. De coronacrisis zal op de korte en middellange termijn ook invloed blijven hebben op hoe de werkzaamheden plaatsvinden. Maar gelukkig zetten alle bij de Omgevingswet betrokken partijen zich in om de snelheid en energie vast te houden in de voorbereiding van de zorgvuldige inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Dat overheden graag het instrumentarium van de Omgevingswet willen gebruiken, blijkt uit de meer dan tweehonderd experimenten met de Crisis-en herstelwet die vooruitlopen op de Omgevingswet. Drie provincies hebben voor de zomer – toen duidelijk werd dat de beoogde inwerkingtreding een jaar later plaats zou hebben – aangegeven behoefte te hebben aan een verordening met verbrede reikwijdte, waarin ze regels kunnen opnemen over de hele fysieke leefomgeving van hun provincie en niet alleen over de ruimtelijke ordening.
Dit nieuwe experiment zal in beide Kamers worden voorgehangen in de 23ste tranche van de Crisis en herstelwet.
De parlementaire behandeling van de wetgeving is, op de behandeling van Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht na, in zijn geheel afgerond. Hiermee verschuift de focus van het gesprek met uw Kamer de komende tijd naar de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet, die per 1 januari 2022 is beoogd.
Om zicht te geven op de implementatie en de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontvangt u in november de uitkomsten van het BITadvies met mijn reactie daarop en de resultaten van de tweede Gateway Review over de implementatie van het DSO die in de afgelopen periode is uitgevoerd. Ook ontvangt u in november de volgende voortgangsbrief, waarin wordt ingegaan op de uitkomsten van de halfjaarlijkse implementatiemonitor. Deze monitor geeft inzicht in de vorderingen van de implementatie in het land. Daarnaast stuur ik u maandelijks zoals gebruikelijk de aansluitcijfers op het DSO.
Met deze informatie neem ik u stap voor stap mee op het pad dat ik samen met mijn bestuurlijke partners afloop richting de inwerkingtreding.
In het vervolg van deze brief zal ik de voortgang op de verschillende onderdelen toelichten.
De afronding van de laatste wetgevingsonderdelen ligt op koers om inwerkingtreding op 1 januari 2022 mogelijk te maken. Met de aanvaarding door de Eerste Kamer van het voorstel voor de Aanvullingswet natuur en de afronding van de voorhangprocedure van het aanvullingsbesluit natuur, is de behandeling van het laatste aanvullingsspoor in het parlement afgerond. De hierboven genoemde wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het laatste wetgevingsonderdeel dat voorafgaand aan inwerkingtreding nog in uw Kamers behandeld zal worden. Dit wetsvoorstel zal op 9 november aanstaande in een wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer worden behandeld.
Ook de laatste onderdelen van de onderliggende regelgeving liggen op koers:
- Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State op het ontwerp van het Aanvullingsbesluit natuur heb ik op 22 oktober ontvangen Voor de ontwerpen van de Aanvullingsbesluiten grondeigendom, geluid en bodem is het nader rapport in voorbereiding. Na verwerking van het advies van de Raad van State zullen de vier Aanvullingsbesluiten worden gepubliceerd.
- Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de vier Aanvullingsregelingen natuur, grondeigendom, geluid en bodem. Hierin wordt de inbreng van de consultaties verwerkt en vinden de afrondende gesprekken plaats met de bestuurlijke partners en betrokken partijen.
- Het Invoeringsbesluit zal binnenkort worden gepubliceerd in het Staatsblad. De publicatie van de Invoeringsregeling volgt kort daarna.
- De Wet elektronische publicaties is afgelopen zomer in het Staatsblad gepubliceerd. De volgende stap is dat het bijbehorende besluit en de regelingen worden gepubliceerd. Dit is nodig om het DSO naar behoren te kunnen laten werken.
Op weg naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de inspanningen onverminderd gericht op de afbouw van het basisniveau van de landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV). Verschillende gemeenten, provincies en waterschappen en rijkspartijen zijn aan het oefenen. Via het oefenen met de landelijke voorziening DSO ontstaat goed zicht op de werking en wordt inzichtelijk waar verdere verbetering en vulling van het DSO-LV noodzakelijk is. In de voortgangsbrief van 24 juni van dit jaar Kamerstukken I 2019/20, 33118, BF / Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 148
Enkele onderdelen van het basisniveau zullen na het eerste kwartaal van 2021 beschikbaar zijn op de oefenomgeving. Dit betreft functionaliteiten die gereed moeten zijn voor inwerkingtreding, maar oefenen met het DSO niet in de weg staan. Ondertussen gaat ook het aansluiten van overheden op het DSO-LV door. Al sinds het begin van 2020 kan door overheden worden aangesloten op het DSOLV ten behoeve van het kunnen ontvangen van een aanvraag of melding (STAM) en het kunnen registreren van vragenbomen (STTR). Sinds deze maand kunnen overheden ook aansluiten het DSO-LV voor het publiceren van omgevingswetbesluiten volgens de STOP-standaard. Veel softwareleveranciers ontwikkelen nu op basis van deze standaard de lokale software, daarna kunnen overheden die gebruiken om aan te sluiten en te oefenen met omgevingswetbesluiten. In de paragraaf implementatie wordt verder ingegaan op het aansluiten.
Het ontwikkelen van het DSO-LV gebeurt behalve met bevoegd gezagen ook in nauw overleg met ICT-leveranciers. Iedere maand wordt een leveranciersdag georganiseerd waar over en weer uitwisseling plaatsvindt met de leveranciers van plansoftware, regelbeheersystemen en vergunningsystemen.
Tijdens leveranciersdagen worden leveranciers op de hoogte gebracht van de actuele stand van zaken, en worden oplossingen bij hen getoetst op uitvoerbaarheid. Daarnaast is op het openbare Ontwikkelaarsportaal alle informatie beschikbaar voor softwareontwikkelaars en organisaties die het DSOLV willen koppelen aan eigen systemen. Het portaal ontwikkelt zich tot een digitale ontmoetingsplaats waar technisch specialisten kennis en ervaringen uitwisselen met elkaar en met de DSO-LV organisatie. Bevoegd gezagen kunnen er ook het actuele overzicht raadplegen van lokale softwarepakketten die geschikt zijn voor koppeling met de landelijke voorziening. Begin oktober presenteerden softwareleveranciers hun Omgevingswet-software aan ruim 300 bevoegd gezagen tijdens leveranciersdemonstraties.
Aan het begin van het jaar is er een Gateway Review naar de implementatie van het DSO uitgevoerd, in het kader van de gefaseerde toetsing van het DSO-LV. Het rapport Samen sprinten naar de start is op 1 april 2020 met uw Kamer gedeeld Kamerstukken I 2019/20, 33118, BC / Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 139 Kamerstukken I 2019/20, 33118, BC / Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 139
De materiële onderzoeksfase van het BIT naar doorontwikkeling en uitbouw van het DSO heeft in de periode voor de zomer plaatsgevonden. Het BIT heeft op 20 oktober het definitieve advies opgeleverd. Op basis van de voorgeschreven BITprocedure verwacht ik uw Kamer op korte termijn over de uitkomsten en aanbevelingen en mijn reactie daarop te kunnen informeren. Dat doe ik in samenhang met de tweede Gateway Review op de implementatie van het DSO.
In de afgelopen periode is het zwaartepunt van alle werkzaamheden verschoven van de totstandkoming van de wet- en regelgeving en de landelijke voorziening van het DSO naar het implementeren van de regelgeving en het DSO door alle overheden. Daartoe heb ik met de bestuurlijke partners een duidelijke koers uitgewerkt via de routekaart ‘Route2022’. Via deze routekaart hebben alle betrokken partijen zich gecommitteerd aan de gefaseerde weg richting inwerkingtreding.
De prioritering in deze Route2022 is erop gericht alle partijen eerst te laten doen wat nodig is voor een succesvolle inwerkingtreding. Het zwaartepunt ligt hierbij op het realiseren van de zaken die op het lokale niveau nodig zijn. Pas daarna worden in deze routekaart de acties opgepakt die voor inwerkingtreding van het stelsel als geheel klaar moeten zijn.
Vijf minimale criteria voor inwerkingtreding
Criterium 1 omgevingsvisies van provincies en Rijk moeten er zijn
Criterium 2 omgevingsverordening provincies gereed
Criterium 3 werken met projectbesluit
|
Criterium 4 omgevingsplan wijzigen
Criterium 5 Vergunningen en meldingen ontvangen en behandelen
|
Onderstaand wordt nader ingegaan op de voortgang met betrekking tot aansluiten, vullen en oefenen bij de verschillende criteria.
Welke aansluitingen zijn nodig?Aansluiten betekent dat overheden verbinding leggen tussen lokale systemen en DSO-LV. Het gaat om de volgende onderdelen:
|
Belangrijk element in mijn berichtgeving over de implementatie vormt de voortgang van het aansluiten van de verschillende overheden op de diverse onderdelen van het DSO-LV. Hierover informeer ik u maandelijks en dat blijf ik ook in de komende maanden doen. In bijlage 3 vindt u de cijfers per 22 oktober. In het overzicht is op een paar punten een kleine terugloop te zien. Dit komt omdat het implementatieprogramma de contacten met de bevoegde gezagen over het aansluiten verder heeft geïntensiveerd, waardoor de aansluitinformatie in sommige gevallen is bijgesteld. Het extra jaar heeft overheden de ruimte gegeven om de aansluiting alsnog door een nieuwe leverancier of onder een nieuw contract te realiseren. Ook zijn bevoegde gezagen in gesprek wanneer de juiste versie van de software beschikbaar is. Er zijn overheden die om de kosten voor de invoering te beperken de aansluiting nog even uitstellen.
Sinds oktober is het mogelijk op www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl de actuele aansluitstatus op het DSO per bevoegd gezag te zien. Op kaartjes wordt weergegeven welke gemeenten, provincies, waterschappen en omgevingsdiensten zich hebben aangemeld voor het aansluiten op het DSO, welke de aansluiting hebben gerealiseerd en welke deze aansluiting hebben getest. Ook voor het Rijk is die informatie beschikbaar. De kaartjes zullen wekelijks worden geactualiseerd, zodat er steeds een actueel beeld van de aansluitingen is.
Welke vulling is bij inwerkingtreding minimaal aanwezig?Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal voor checken, aanvragen en oriënteren op de kaart onderstaande vulling zijn opgenomen in het DSO: |
Oriënteren op de kaart: |
Checken en aanvragen: |
De vulstrategie van het DSO bevat diverse fasen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: - de vulling die nodig is voor de goede voorbereiding door overheden (oefenen);
- de vulling die vanaf het moment van inwerkingtreding beschikbaar moet zijn voor gebruikers; en
- de vulling die de jaren daarna beschikbaar komt in verband met de overgangstermijnen voor waterschapsverordeningen en omgevingsplannen maar bijvoorbeeld ook in het kader van de uitbouw.
Voor de regels van het Rijk in het DSO zijn reeds basisversies beschikbaar voor de functie ‘oriënteren op de kaart’. De wijzigingen als gevolg van het invoeringsspoor en de aanvullingssporen zullen in de komende tijd beschikbaar komen. Het Rijk zorgt er ook voor dat in de loop van het vierde kwartaal de bruidsschat voor elke gemeente en elk waterschap wordt klaargezet in het DSOLV. Het gaat om een set juridische regels in de vorm van een stukje omgevingsplan of waterschapsverordening, in combinatie met een set toepasbare regels. Deze set kan worden gebruikt om mee te oefenen, en wordt in 2021 verder aangevuld met de bruidsschatregels uit de aanvullingssporen.
Over zowel de voortgang van het vullen voor als de doorontwikkeling na inwerkingtreding rapporteer ik aan de beide Kamers in de reguliere voortgangsbrieven.
Er is de afgelopen periode interbestuurlijk een oefenstrategie opgesteld waarin per type bevoegd gezag is uitgewerkt, hoe kan worden geoefend. Het oefenaanbod wordt opgezet samen met de bevoegde gezagen en de koepels. Het aanbod bestaat uit democases, die bevoegd gezagen kunnen inzien en oefencases waarmee bevoegd gezagen geleid kunnen oefenen. Scripts voor vrij oefenen geven bevoegd gezagen de mogelijkheid om met eigen content aan de slag te gaan. Er is hulp en ondersteuning beschikbaar bij het oefenen vanuit het implementatieprogramma (bijvoorbeeld door de Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet, RIO’s).
Het aanbod aan oefencases is de afgelopen periode uitgebreid, zowel in aantal als in complexiteit. De cases worden beschikbaar gesteld op de website van het implementatieprogramma (www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl).
Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer met deze brief inzicht heb gegeven in de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet in de afgelopen periode. Zoals eerdere aangegeven stuur ik u medio november het BIT-advies met mijn reactie daarop en de resultaten van de tweede Gateway Review die in de afgelopen periode is uitgevoerd.
Ook ontvangt u in november de volgende voortgangsbrief waarin wordt ingegaan op de uitkomsten van de implementatiemonitor. Daarmee krijgt u belangrijke informatie om een steeds completer beeld te kunnen vormen van de voortgang en nog te zetten stappen richting de voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. K.H. Ollongren
Toezeggingen Zoals aangegeven in mijn brief aan de Eerste Kamer van 28 september jl. over het tijdpad waarin u informatie kunt verwachten, ga ik in deze brief in op onderstaande toezeggingen.
Ten behoeve van de monitoring van de financiële effecten wordt nu gezamenlijk met de bestuurlijke koepels een integraal financieel beeld van de verwachte financiële effecten van de stelselherziening opgesteld. Daarvoor wordt op dit moment een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de elementen waarbij belangrijke kosten en baten worden verwacht. De kosten van uitstel worden daarin meegenomen. Dit financiële beeld zal begin volgend jaar beschikbaar zijn en vormt input voor een gezamenlijk te ontwikkelen monitoringsinstrument. Om inzicht te geven in de wijze van opvolging van deze toezegging is interbestuurlijk de actuele stand van zaken van het onderzoek opgesteld. Deze is opgenomen in bijlage 4.
Afgesproken is om na de inwerkingtreding van de wet de financiële effecten opnieuw te onderzoeken. Dit voorjaar is bestuurlijk afgesproken dat er bij alle partijen bereidheid is dan een open gesprek te voeren en naar oplossingen te zoeken in geval de transitiekosten ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de bestuursorganen liggende factoren substantieel hoger blijken uit te vallen in relatie tot de verwachte baten. Deze afspraak is gemaakt om recht te doen aan de zorgen die leven bij de medeoverheden over de invoeringskosten van het stelsel. Daarbij speelt de vraag of er voldoende balans is met de structurele baten van het stelsel.
Uit de brede belangstelling voor de instrumenten om kennis uit te wisselen, blijkt dat deze inspelen op de behoefte van de uitvoeringspraktijk. Op de website Aandeslagmetdeomgevingswet.nl is een groot aanbod van instrumenten voor kennisuitwisseling beschikbaar zoals handreikingen, webinars en webcolleges. Als 2019 en 2020 met elkaar worden vergeleken, blijken de bezoekersaantallen en het aantal gebruikers van de site verdubbeld. Dagelijks bezoeken nu ruim 1000 professionals de website. Daarnaast werden de 35 webinars die sinds maart georganiseerd zijn elk gemiddeld een kleine 500 keer bekeken. Verder blijkt dat verschillende doelgroepen, zoals gemeenten, het Informatiepunt Omgevingswet goed weten te vinden voor een breed scala aan vragen op het gebied van wetgeving, digitalisering en implementatie.
Het aanbod voor kennisuitwisseling kan per regio worden toegespitst als daaraan behoefte is. De Regionale implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) hebben hierin een belangrijke rol. Zij maken bij het aanbieden van aanvullende instrumenten voor kennisuitwisseling gebruik van de aanpakken die voor verschillende thema’s al zijn uitgewerkt, zoals voor toepasbare regels/vragenbomen en voor samenwerking. Zo kan er snel en adequaat worden ingespeeld op de behoefte aan kennisuitwisseling.
Aan de toezegging om met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de succesfactoren, doelstellingen en (rand)voorwaarden voor participatie te bespreken is invulling gegeven door een gezamenlijk document op te stellen. Dit is ook in samenwerking met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) gebeurd. Het document heeft als titel Denkwijze(r) voor goede participatie en bestaat uit drie delen. Deel 1 beschrijft het belang van participatie. In deel 2 komen succesfactoren en randvoorwaarden voor goede participatie aan bod. De eerste 2 delen vormen de basis voor deel 3 dat ingaat op participatie per instrument van de Omgevingswet. De publicatie staat inmiddels online en is te downloaden als PDF. https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/actueel/nieuws/2020/september/denkwijzegoede-participatie/
Bijlage 2: Opvolging aanbevelingen eerste Gateway
Bijlage 3: Maandrapportage Aan de slag met de Omgevingswet oktober 2020
Bijlage 4: Stand van zaken integraal financieel beeld effecten stelselherziening