Menu

Filter op
content
Omgevingsweb

Beantwoording Kamervragen over openzetten van extern salderen door verschillende provincies

Minister Schouten beantwoordt vragen over het openzetten van extern salderen door verschillende provincies.

13 oktober 2020

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bisschop (SGP) over het openzetten van extern salderen door verschillende provincies (kenmerk 2020Z16620, ingezonden 18 september 2020).

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2020Z16620

1

Heeft u kennisgenomen van de stappen die verschillende provincies hebben gezet omtrent het openzetten van extern salderen in de landbouw?

Antwoord

Ja.

2

Hoe waardeert u de grote verschillen in aanpak tussen de verschillende provincies?

Antwoord

Gegeven de karakteristieken van de betrokken gebieden, kan het stikstofvraagstuk in iedere provincie anders uitpakken. Ik heb daarom begrip voor eventuele onderlinge verschillen.

3

Deelt u de zorgen van onder meer de provincie Gelderland over ongecontroleerde opkoop van agrarische bedrijven door kapitaalkrachtige partijen buiten de landbouw?

Antwoord

Met de provincies heb ik beheersmaatregelen getroffen om grip te houden op extern salderen met veehouderijen. Er is bestuurlijk afgesproken dat extern salderen voor één jaar wordt opengesteld, met een evaluatie om te besluiten over voortzetting. Daarnaast vindt er een maandelijkse monitoring plaats en wordt na zes maanden een tussenbalans opgemaakt. In de maandelijkse monitoring wordt ook gekeken naar het aantal intersectorale transacties, waarbij extern salderen met veehouderijbedrijven plaatsvindt voor ontwikkelingen in andere sectoren.

Bovendien geldt voor initiatiefnemers dat zij bij het bevoegd gezag een melding moeten doen van voorgenomen transacties met extern salderen. Zodoende houden we zicht op de ontwikkelingen. Indien eventuele ongewenste effecten zich voordoen, zal ik samen met de provincies ingrijpen. De evaluatie van extern salderen, en desgewenst de tussenbalans, is een goed moment om aanpassingen te overwegen.

4

Zijn door u en de provincies afspraken gemaakt over het extern salderen en verleasen van stikstofruimte? Zo ja, welke?

Antwoord

Er zijn bestuurlijke afspraken dat het Rijk en verschillende provincies na de zomer een besluit nemen over het openstellen van extern salderen met veehouderijbedrijven en het verleasen van stikstofruimte. Er is geconcludeerd dat de randvoorwaarden voor openstelling van extern salderen met de veehouderijbedrijven en verleasen voldoende in kaart zijn gebracht. Het is aan de Gedeputeerde Staten van de verschillende provincies om te besluiten wanneer extern salderen met veehouderijen en verleasen binnen een provincie mogelijk wordt gemaakt.

5

Hoe waardeert u de kritiek vanuit de sector op het ontbreken van een goed registratiesysteem en/of een stikstofbank?

Antwoord

Het stikstofregistratiesysteem is een gesloten systeem dat vanaf 24 maart jl. operationeel is, met bronmaatregelen gelinkt aan vergunningverlening voor specifieke doelen. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 24 april jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 82) werk ik daar bovenop aan een systeem dat bedoeld is om eventueel onbenutte stikstofruimte bij extern salderen op hexagoon-niveau efficiënt in te zetten. De provincies werken momenteel ook aan een regionaal stikstofregistratiesysteem. Hierbij zullen de ervaringen met extern salderen in de praktijk worden benut.

6

Hoe gaat u ongecontroleerde opkoop van agrarische bedrijven door kapitaalkrachtige partijen buiten de landbouw voorkomen?

Antwoord

Zie voor de beantwoording van deze vraag het antwoord op vraag 2.

7

Bent u voornemens maatregelen tegen ongecontroleerde opkoop op te nemen in het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering?

Antwoord

De regelgeving over salderingstechnieken zijn mogelijk gemaakt via (provinciale) beleidsregels. Zodoende ben ik niet voornemens dergelijke maatregelen in het wetsvoorstel op te nemen. Zie voor de (verdere) beantwoording van deze vraag het antwoord op vraag 2.

8

Bent u voornemens in het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering zo nodig een kapstok op te nemen voor het mogelijk maken van het verleasen van stikstofruimte die gecreëerd wordt door emissiereducerende maatregelen op het boerenerf, zoals voorgesteld door een groep melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plassen?

Antwoord

Op dit moment ben ik in gesprek met de initiatiefnemers van dit initiatief in de Nieuwkoopse Plassen om stikstofreductie te realiseren. Onder andere wordt gekeken of deze aanpak past binnen bestaande regelgeving of dat aanpassing van regelgeving nodig zou zijn.

9

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het legaliseren van de zogenaamde PAS-melders?

Antwoord

Het kabinet heeft in diverse brieven aangegeven dat de meldingen legaal gehouden zullen worden (onder meer Kamerstuk 35 334, nr. 1 en nr. 82). Op dit moment is een uitvraag aan de initiatiefnemers voorbereid. Daarin wordt informatie opgevraagd die nodig is om de meldingen te verifiëren. Dat is een voorwaarde voor het verlenen van een vergunning. In de laatstgenoemde brief is ook aangekondigd dat een ontwikkelreserve zal worden ingesteld als onderdeel van de structurele aanpak van de stikstofproblematiek. Met die ontwikkelreserve kan onder meer de depositie van de meldingen worden gemitigeerd. Om daadwerkelijk van die ruimte gebruik te kunnen maken, moet het effect van de betreffende maatregel vaststaan. Ik ben blijvend op zoek om dit proces waar mogelijk te versnellen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.