Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) geeft antwoord op vragen over het besluit op de (verlengings)aanvraag van de gemeente Dordrecht op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp). De Eerste Kamerfracties van GroenLinks en PvdA hebben deze vragen gesteld.
Met interesse heb ik kennisgenomen van de brief van 16 februari jl. (kenmerk: 168501.04u) van de voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning van Uw Kamer naar aanleiding van een door mij aan uw Kamer aangeboden afschrift van mijn besluit op de (verlengings)aanvraag van de gemeente Dordrecht op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) van 20 januari 2022. In deze brief zal ik ingaan op de vragen die de leden van de fracties van GroenLinks en van de Partij van de Arbeid (PvdA) gezamenlijk daarover hebben gesteld.
In de brief waarmee het besluit van 20 januari 2022 aan de Eerste Kamer wordt aangeboden spreekt u van een besluit op de verlengingsaanvraag van de gemeente Dordrecht. De aanvraag betrof echter deels een verlenging, en deels een eerste aanvraag (voor de Witte de Withstraat / Trompweg). Waarom is dit in de begeleidende brief niet vermeld?
In de aan uw Kamer gestuurde brief over dit besluit is abusievelijk niet aangegeven dat het deels een verlenging betrof, en deels een eerste aanvraag (voor de Witte de Withstraat/Trompweg) voor toepassing van artikel 10 Wbmgp. Doordat in het woord ‘verlengingsaanvraag’ geen haakjes waren aangebracht, kan verwarring zijn ontstaan omtrent de aard van de aanvraag. Bij de afschriften van besluiten over nieuwe (verlengings)aanvragen zal hier rekening mee worden gehouden.
Lees hier de volledige Kamerbrief