Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kan vergunningvrij bouwen in bestemmingsplan worden uitgesloten door term erf te schrappen?

Molenaar, Jasper
26 april 2017

Kan door in een bestemming het woord “erf” in de planregels te schrappen worden uitgesloten dat deze gronden mogen worden gebruikt voor vergunningvrij bouwen krachtens bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor)?

ANTWOORD

In een uitspraak van de Afdeling van 19 april 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1086) beantwoordt de Afdeling deze vraag ontkennend en oordeelt dat dit niet voldoende is om te voorkomen dat de betreffende gronden onttrokken worden aan de reikwijdte van bijlage 2 Bor.Inzet van de procedureEen aantal bewoners in het Friese Fryske Marren stellen beroep in tegen de vaststelling van het plandeel met de bestemming “Groen” op de gronden tussen hun woningen en de in het plangebied voorziene (tweede fase aan) woningen. Zij betogen dat onvoldoende is gewaarborgd dat deze gronden daadwerkelijk groen worden ingericht. Zij vrezen met name dat er vergunningvrij gebouwd magworden.Aangepaste planregelDe raad wijst erop dat de betreffende gronden naar aanleiding van de zienswijzen van de bewoners niet meer voor “Wonen” maar voor “Groen” zijn bestemd. Ook zijn de regels aangepast, zodat “erven” als functie niet meer zijn toegestaan in de bestemming “Groen”. De raad stelt dat hiermee vergunningvrij bouwen ten dienste van het wonen niet langer is toegestaan op de voor “Groen” bestemde gronden.Aanpassing niet toereikendDe Afdeling stelt vast dat de raad het plan ten opzichte van het ontwerp heeft gewijzigd door in de planregel die gaat over “Groen” het woord “erven” te schrappen. De raad heeft hiermee kennelijk beoogd dat de voor “Groen” bestemde gronden niet kunnen behoren tot een “erf” als bedoeld in bijlage 2 van het Bor. In het verlengde hiervan oordeelt de Afdeling dat uit de definitie in artikel 1 van bijlage 2 Bor volgt dat de gronden bij de woningen in het plangebied tot het “erf” daarvan behoren als zij feitelijk ten dienste van het gebruik van de woning zijn ingericht en het plan deze inrichting niet verbiedt. Gelet op met name onderdelen “tuinen en terreinen”, “parkeervoorzieningen” en “speelvoorzieningen” van de planregels ter zake de bestemming “Groen” verbiedt het plan in zoverre niet dat de gronden met deze bestemming mede ten dienste van het gebruik van een woning worden ingericht. In zoverre kunnen de voor “Groen” bestemde gronden dus behoren tot een “erf” als bedoeld in artikel 1 lid 1 bijlage 2 Bor en bestaat in zoverre geen beletsel voor het bouwen zonder omgevingsvergunning.Conclusie van de AfdelingDe conclusie van de Afdeling is dat het plandeel met de bestemming “Groen” wat betreft de gronden tussen de woningen van appellanten en de in het plangebied voorziene woningen is vastgesteld in strijd met artikel 3:2 van de Awb. Met het oog op een spoedige beslechting van het geschil heeft de Afdeling de raad opdragen om de vaststelling van het plandeel met de bestemming “Groen” te heroverwegen. Dit betekent dat de raad, in het licht van het feit dat de mogelijkheden om vergunningvrij te bouwen ruimer zijn dan eerder is onderkend, de rechtstreeks bij dit plandeel betrokken belangen opnieuw moet afwegen en opnieuw moet beoordelen of het plandeel strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De raad dient vervolgens te beslissen of hij het plan wijzigt of niet. Deze beslissing moet berusten op een toereikende motivering die de voornoemde belangenafweging en beoordeling inzichtelijk maakt, aldus de Afdeling.CommentaarDe raad had blijkens de uitspraak met het schrappen van het woord “erven” als doel dat voorkomen wordt dat op de betreffende gronden vergunningsvrij zou kunnen worden gebouwd. Als de raad deze koers handhaaft dan zal in de planregel betreffende de bestemming “Groen” mijns inziens moeten worden bepaald dat het binnen deze bestemming verboden is om bijvoorbeeld uitbreidingen van een hoofdgebouw te bouwen. Aan deze verbodsbepalingen kunnen uiteraard ook nog andere bouwwerken worden toegevoegd die krachtens bijlage 2 Bor vergunningsvrij zouden kunnen worden opgericht. Daarmee zou de lijst van vergunningvrije bouwwerken uit artikel 3 Bijlage 2 Bor kunnen worden uitgesloten.Dit geldt volgens mij niet voor de vergunningvrije bouwwerken van artikel 2 Bijlage 2 Bor, omdat voor deze bouwwerken geen vergunning nodig is ook al is de aangevraagde activiteit in strijd met het bestemmingsplan. Volgens mij kan de raad voor die categorie vergunningvrije bouwwerken alleen via (kruimelgevallen)beleid de reikwijdte van het Bor inperken. Uit deze uitspraak blijkt in ieder geval dat de toepasselijkheid van bijlage 2 Bor niet kan worden uitgesloten door simpelweg het woord “erven” uit de planregels te schrappen.