Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wijzigingen Bor en aanverwante AMVB’s per 1 november 2014

‘Meer bouwen met minder vergunningen vanaf 1 november’, zo kondigde het Ministerie van I&M de publicatie van het ‘Besluit van 4 september 2014 tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht’ in het Staatsblad aan (Stb. 2014, 333).

9 oktober 2014

Meer bouwen met minder vergunningen vanaf 1 november, zo kondigde het Ministerie van I&M de publicatie van het Besluit van 4 september 2014 tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht in het Staatsblad aan (

Stb. 2014, 333

).

Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van het Besluit omgevingsrecht (Bor), het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), het Besluit externe veiligheid buisleidingen, het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit geluidhinder, het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Besluit uitvoering Chw) en het Bouwbesluit 2012 (Bb).

Hoofdlijnen besluit

In deze bijdrage kunnen niet alle wijzigingen uit het besluit worden besproken. In hoofdlijnen worden in het besluit de volgende onderwerpen geregeld. De mogelijkheden om vergunningvrij te bouwen worden verruimd. Dat geldt in het bijzonder voor bijbehorende gebouwen op het achtererfgebied. Daarbij worden de mogelijkheden om mantelzorgwoningen te bouwen vereenvoudigd. Ook de mogelijkheden om het hoofdgebouw uit te breiden worden vergroot. Tevens bevat het besluit een eenvoudigere regeling om leegstaande kantoorgebouwen te herbestemmen. Tot slot kunnen als gevolg van het besluit meer aanvragen om omgevingsvergunningen met de reguliere procedure worden voorbereid.

Wijzigingen ten opzichte van ontwerp

Een ontwerp van het besluit was op 31 oktober 2013 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcr. 2013, 30053). Het definitieve besluit bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van het ontwerp. Ik bespreek de meest in het oog springende wijzigingen.

Om handhavingsproblemen te voorkomen, is de definitie van mantelzorg verduidelijkt: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond (zie onderdeel M onder 1).

De mogelijkheid om op grond van artikel 2 van bijlage II bij het Bor vergunningvrij bijbehorende bouwwerken te bouwen in achtererfgebied in rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten is komen te vervallen. In de beschermde gezichten blijft het alleen mogelijk om op grond van artikel 3 van bijlage II bij het Bor, zonder omgevingsvergunning voor het bouwen, een bijbehorend bouwwerk te bouwen in het deel van het achtererfgebied dat zich recht achter het hoofdgebouw bevindt en voor zover dat bouwen binnen het bestemmingsplan past.(zie onderdeel M onder 5).

De generieke regeling voor vergunningvrij bouwen is zodanig aangepast, dat de toegelaten oppervlakte aan vergunningvrije bijbehorende bouwwerken verhoudingsgewijs minder wordt naarmate een achtererf groter is. Eveneens is tegemoet gekomen aan het bezwaar dat de regeling bij omvangrijkere percelen tot een inperking van vergunningvrije bouwmogelijkheden zou leiden (zie onderdeel M onder 2 onder c).

Tot slot is in de nota van toelichting bij het besluit uitvoerige aandacht geschonken aan situaties, waarin de bestemming van de grond in het bestemmingsplan zich tegen het aanmerken van,een perceelsgedeelte als erf verzet en er dus geen vergunningvrije bouwmogelijkheden bestaan (zie p. 44 en 45 NvT).

Overgangsrecht

Voor activiteiten, die met het besluit vergunningvrij zijn geworden, geldt dat het Besluit onmiddellijke werking kent. Dit is van belang voor de afhandeling van lopende aanvragen en handhavingstrajecten.

Voor activiteiten, die met het besluit vergunningplichtig worden, geldt dat - als met de vergunningvrije activiteit is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding - deze vergunningvrij blijft (zie onderdeel M onder 9 onder 2).

Voor lopende aanvragen om omgevingsvergunningen, die als gevolg van het besluit met de reguliere procedure worden voorbereid, geldt dat deze moeten worden afgehandeld conform het recht, zoals dat voor inwerkintreding van het besluit gold (zie onderdeel M onder 9 onder 3 en artikel 3.1, derde lid pChw).

Inwerkingtreding

Het besluit zal in werking treden op het tijdstip, waarop een aantal nog niet in werking getreden artikelen van de wet pChw ook in werking zullen treden. Naar verwachting zal dit tijdstip 1 november 2014 zijn. Over de inhoud van vorenbedoelde artikelen uit de wet pChw zullen wij u nog apart berichten.

Gerelateerde info:

Artikel delen