Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nieuw Besluit emissiearme huisvesting vastgesteld

Op 25 juni 2015 is het nieuwe Besluit emissiearme huisvesting vastgesteld. Het besluit is op 1 juli 2015 gepubliceerd in Staatsblad 2015, 266 en zal op een later, nog te bepalen, tijdstip in werking treden. In dit artikel zet ik de belangrijkste onderdelen van het Besluit emissiearme huisvesting uiteen.

6 juli 2015

Nieuws

Op 25 juni 2015 is het nieuwe Besluit emissiearme huisvesting vastgesteld. Het besluit is op 1 juli 2015 gepubliceerd in

Staatsblad 2015, 266

en zal op een later, nog te bepalen, tijdstip in werking treden. In dit artikel zet ik de belangrijkste onderdelen van het Besluit emissiearme huisvesting uiteen.

Inleiding

Het Besluit emissiearme huisvesting zal het huidige Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij vervangen (hierna zal ik spreken over het Besluit emissiearme huisvesting respectievelijk het Besluit huisvesting (oud)). Vanwege een aantal grote veranderingen is niet gekozen voor een wijziging van het Besluit huisvesting, maar voor een geheel nieuw besluit. Het besluit heeft tot doel de emissie uit dierenverblijven zoveel mogelijk te beperken. Van belang daarbij zijn de Programmatische Aanpak Stikstof, het blijven voldoen aan de NEC-richtlijn en de ontwikkeling van de stand van de best beschikbare technieken.

Gelijktijdig met het Besluit emissiearme huisvesting treden ook een wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij en een wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij in werking. Voor een toelichting daarop verwijs ik u graag naar mijn artikel

Wijziging Regeling ammoniak / geurhinder en veehouderij

.

Reikwijdte van het besluit

Het Besluit emissiearme huisvesting is van toepassing op alle inrichtingen, dus zowel op vergunningplichtige inrichtingen als meldingsplichtige inrichtingen. Iedere inrichting dient te voldoen aan de emissienormen zoals deze in het Besluit emissiearme huisvesting worden opgenomen. De reikwijdte van het besluit wordt beperkt voor wat betreft de soort bedrijven waarop het van toepassing is, namelijk tot huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren die worden gehouden voor de productie van vlees, eieren of melk. Er zijn een aantal categorieën productiebedrijven waarop het Besluit emissiearme huisvesting niet van toepassing is. Deze uitzonderingen zijn opgenomen in artikel 2, tweede en derde lid, van het Besluit emissiearme huisvesting en komen voor een belangrijk deel met de uitzonderingen die zijn opgenomen in het Besluit huisvesting (oud).

Veranderingen in het besluit

Het Besluit emissiearme huisvesting bevat de nodige veranderingen ten opzichte van het Besluit huisvesting (oud). Deze veranderingen zijn in hoofdlijnen als volgt:

  • Het merendeel van de maximale emissiewaarden voor ammoniak is aangescherpt. Dit betreft de diercategorieën melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, vleesvarkens, legkippen, vleeskuikens en (groot)ouderdieren van vleeskuikens.

  • Er gelden niet langer alleen maximale emissiewaarden voor ammoniak, maar ook voor fijnstof. De maximale emissiewaarden voor fijnstof zijn alleen van toepassing op de hoofdcategorie kippen en de diercategorie vleeskalkoenen en vleeseenden.

  • Er is voor een aantal diercategorieën waarvoor geen maximale emissiewaarde gold in het Besluit huisvesting (oud), nu wel een maximale emissiewaarde voor ammoniak opgenomen. Dit geldt voor de diercategorieën vleeskalveren, opfokhennen (niet batterijhuisvesting), (groot)ouderdieren van vleeskuikens in opfok en vleeskalkoenen.

Toelichting wijzigingen per hoofdcategorie

De belangrijkste wijzigingen van de maximale emissiewaarden voor ammoniak per hoofdcategorie zijn als volgt:

  • Rundvee: vanwege actualisering van de emissiefactoren voor melkrundvee in de Regeling ammoniak en veehouderij is de maximale emissiewaarde verhoogd. De huisvestingssystemen die voldeden aan de maximale emissiewaarde van het Besluit huisvesting (oud) voldoen ook aan de geactualiseerde maximale emissiewaarde. De geactualiseerde maximale emissiewaarde gaat ook gelden voor uitbreidingen van een bestaande stal, ook als het bestaande huisvestingssysteem niet aan die maximale emissiewaarde hoeft te voldoen. De maximale emissiewaarde voor melkrundvee wordt aangescherpt. Voor de diercategorie vleeskalveren is voorzien in een maximale emissiewaarde die gaat gelden vanaf 1 juli 2020.

  • Varkens: in de wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij, die op hetzelfde moment als het Besluit emissiearme huisvesting in werking treedt, komt het onderscheid in hokoppervlak bij de diercategorieën vleesvarkens en biggenopfok (gespeende biggen) te vervallen. De maximale emissiewaarden bij deze diercategorieën zijn daarop aangepast, waardoor de maximale emissiewaarde voor vleesvarkens is verhoogd en die voor biggenopfok verlaagd.

  • Kippen en kalkoenen: de maximale emissiewaarde voor de diercategorieën legkippen en vleeskuikens wordt aangescherpt. Voor de diercategorieën opfokhennen (grond- en volièrehuisvesting), grootouderdieren van vleeskuikens in opfok en vleeskalkoenen (tot 2020 alleen voor huisvestingssystemen met mechanische ventilatie) is een maximale emissiewaarde voor ammoniak opgenomen. Voor de diercategorieën opfokhennen (grond- en volièrehuisvesting) en vleeskuikens is voorzien in een verdere aanscherping per 1 januari 2020.

  • Additionele technieken voor mestverwerking en mestopslag: er is geen maximale emissiewaarde opgenomen voor de additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag. De open opslag van mest binnen een inrichting is op grond van het Activiteitenbesluit verboden. Daarom is het opnemen van een maximale emissiewaarde niet meer nodig.

Toelichting per artikel

In het navolgende geef ik een toelichting op de verschillende artikelen in het Besluit emissiearme huisvesting.

Artikel 1

In artikel 1 zijn verschillende definities opgenomen.

Artikel 2

Artikel 2 bepaalt de reikwijdte van het Besluit emissiearme huisvesting. Voor een toelichting hierop verwijs ik naar hetgeen ik hieromtrent in het voorgaande reeds heb opgemerkt.

Artikel 3

Dit artikel ziet op de emissiewaarden ammoniak voor de diercategorie melk- en kalfkoeien. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit emissiearme huisvesting dienen in een dierenverblijf voor de diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar geen huisvestingssystemen te worden toegepast met een emissiefactor voor ammoniak die hoger is dan de maximale emissiewaarde die is vermeld in bijlage 1 bij het Besluit emissiearme huisvesting. In deze bijlage zijn drie kolommen opgenomen, waarbij geldt dat kolom A de hoogste emissiefactor kent, kolom B een lagere emissiefactor en kolom C de laagste emissiefactor:

  • Kolom A: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op uiterlijk 30 juni 2015 (met uitzondering van de aldaar genoemde huisvestingssystemen). Deze kolom geldt ook voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 1) waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een onherroepelijke omgevingsvergunning bouwen is verleend en dat is opgericht voor 1 oktober 2016 of 2) waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning bouwen is ingediend en dat is opgericht binnen 15 maanden nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk is.

  • Kolom B: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 en voor 1 januari 2018.

  • Kolom C: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 januari 2018.

Artikel 4

Dit artikel ziet op de emissiewaarden ammoniak voor de diercategorie vleeskalveren. In een dierenverblijf voor de diercategorie vleeskalveren tot de leeftijd van circa 8 maanden dat wordt opgericht op of na 1 januari 2020 worden geen huisvestingssystemen toegepast met een emissiefactor voor ammoniak die hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak die is vermeld in bijlage 1, kolom C.

Artikel 5

Dit artikel ziet op de emissiewaarden voor ammoniak voor de hoofdcategorie varkens, kippen en kalkoenen. In een dierenverblijf voor de hoofdcategorie varkens, kippen en kalkoenen worden geen huisvestingssystemen toegepast met een emissiefactor voor ammoniak die hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak die voor een tot die hoofdcategorie behorende diercategorie die is vermeld in bijlage 1 bij het Besluit emissiearme huisvesting. In deze bijlage zijn drie kolommen opgenomen, waarbij geldt dat kolom A de hoogste emissiefactor kent:

  • Kolom A: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op uiterlijk 30 juni 2015 (met uitzondering van de aldaar genoemde huisvestingssystemen). Deze kolom geldt ook voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 1) waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een onherroepelijke omgevingsvergunning bouwen is verleend en dat is opgericht voor 1 oktober 2016 of 2) waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning bouwen is ingediend en dat is opgericht binnen 15 maanden nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk is.

  • Kolom B: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015, met uitzondering van een dierenverblijf als bedoeld onder c.

  • Kolom C: geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 januari 2020, indien het dierenverblijf op het tijdstip van oprichting onderdeel is van een IPPC-installatie waarin varkens onderscheidenlijk pluimvee worden gehouden.

Kolom A geldt niet voor huisvestingssystemen die deel uitmaken van een dierenverblijf dat voor 1 januari 2007 is opgericht, indien de totale ammoniakemissie van de tot de inrichting behorende huisvestingssystemen niet hoger is dan de totale ammoniakemissie die de huisvestingssystemen op grond van artikel 5, eerste lid, van het Besluit emissiearme huisvesting (hoofdregel, zoals hiervoor onder artikel 5 vermeld), berekend op basis van de maximale emissiewaarden per afzonderlijk huisvestingssysteem zouden mogen veroorzaken. Hiermee blijft de mogelijkheid van intern salderen bestaan.

Artikel 6

Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag in redelijkheid niet aan de maximale emissiewaarde kan worden voldaan, kan dat gezag in afwijking van de artikelen 3 en 5 bepalen dat bij het uitbreiden van een emissiearm dierenverblijf in plaats van de maximale emissiewaarde uit kolom B of kolom C de maximale emissiewaarde uit kolom A respectievelijk kolom B van toepassing is. Dit kan uitsluitend indien bij die uitbreiding hetzelfde huisvestingssysteem wordt toegepast en de uitbreiding niet meer dan 50% van het bebouwde oppervlak bedraagt.

Artikel 7

Dit artikel ziet op de emissiewaarde voor fijnstof. In een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 worden geen huisvestingssystemen toegepast met een emissiefactor voor zwevende deeltjes (fijnstof) die hoger is dan de maximale emissiewaarde voor fijnstof die voor de desbetreffende categorie is vermeld in bijlage 2 bij het Besluit emissiearme huisvesting.

Deze hoofdregel is niet van toepassing voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 1) waarvoor uiterlijk 30 juni 2015 een omgevingsvergunning bouwen onherroepelijk is geworden en dat is opgericht voor 1 oktober 2016 of 2) waarvoor uiterlijk 30 juni 2015 een ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning bouwen is ingediend en dat is opgericht binnen 15 maanden nadat die omgevingsvergunning onherroepelijk is.

Hetgeen in artikel 6 is bepaald, geldt ook ten aanzien van fijnstof.

Ter toelichting: voor de reductie van emissie van fijnstof zijn drie soorten systemen beschikbaar, namelijk additionele technieken voor emissiereductie van fijnstof, additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag en verschillende luchtwassystemen. Mestdroogsystemen zijn buiten beschouwing gelaten, omdat de toepassing van deze techniek afhankelijk is van de keuze voor mestbewerking door de ondernemer en daarom niet kan worden voorgeschreven door het bevoegd gezag.

Artikel 8

In artikel 8 is overgangsrecht opgenomen. Op grond van dit overgangsrecht gelden de nieuwe emissiewaarden voor ammoniak voor, kort gezegd, bestaande huisvestingssystemen pas vanaf 1 januari 2020. Dit is met name van belang voor bedrijven die bij inwerkingtreding van het Besluit emissiearme huisvesting niet zouden voldoen aan het besluit, terwijl er bij het bedrijf zelf geen wijzigingen plaatsvinden en het bedrijf wel voldeed aan het Besluit huisvesting (oud).

Slot

Wanneer het Besluit emissiearme huisvesting in werking treedt, is op dit moment nog niet bekend. Het moment van inwerkingtreding zal worden bepaald in een nog te nemen koninklijk besluit.

Artikel delen