Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Meest innovatieve bestemmingsplan onherroepelijk

Met de uitspraak van de Afdeling over het bestemmingsplan Oosterwold is het meest innovatieve bestemmingsplan van dit moment onherroepelijk geworden.

6 juni 2017

Het bestemmingsplan ziet op het gebied Oosterwold, gelegen aan de zuid-oostzijde van Almere. Het plan maakt maximaal 15.000 woningen, 25.000 arbeidsplaatsen, 20 hectare kantoor en 135 hectare bedrijventerrein mogelijk. Een serieus groot plan dus.

Het bestemmingsplan 'Chw bestemmingsplan Oosterwold' is een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op grond van artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Het is dus een bestemmingsplan waarmee wordt geëxperimenteerd om vooruit te lopen op het omgevingsplan zoals dat over een paar jaar op grond van de Omgevingswet zal moeten worden vastgesteld. Het plan gaat uit van uitnodigingsplanologie en heeft het karakter van een structuurvisie met daaraan verbonden planregels. Omdat nog onbekend is wat er wanneer zal worden ontwikkeld, heeft het plan een duur van twintig in plaats van tien jaar en wordt het kostenverhaal doorgeschoven naar het moment van vergunningverlening. Ook de onderzoekslasten zijn zo veel mogelijk doorgeschoven. Dit alles betekent niet dat sprake is van een globaal plan dat nog moet worden uitgewerkt.

Bij de vergunningverlening, die dus gewoon met de reguliere procedure kan plaatsvinden, zal nog een groot deel van de beoordeling moeten plaatsvinden. Daartoe zijn aan de ontwikkelregels, dat zijn algemene regels die aanvullend op de bestemmingen gelden, voor ieder milieu- en omgevingsaspect beslisbomen gekoppeld, waarmee duidelijk wordt of aan de voorwaarden wordt voldaan om een vergunning te kunnen verkrijgen. Via de ontwikkelregels wordt duidelijk op welke wijze initiatiefnemers keuzes kunnen maken voor het bebouwen van de kavels en welke afstanden er moeten worden gehanteerd voor de benodigde milieugebruiksruimte. Op deze wijze is het de bedoeling dat een spontaan stelsel van ontsluitingswegen ontstaat en dat initiatiefnemers onderling hun afstanden afstemmen. Omdat de mogelijkheden voor ontwikkelingen in belangrijke mate worden beïnvloedt door initiatieven van anderen, is er door de gemeente een gebiedsregisseur aangesteld die bijhoudt hoeveel van de beschikbare ontwikkelruimte reeds is opgesoupeerd en die informatie ook beschikbaar stelt. Dit is naar het oordeel van de Afdeling een regeling die voldoende inzicht en zekerheid biedt.

Dit zijn slechts een paar hoofdpunten uit de regeling. Wie geïnteresseerd is in hoe een omgevingsplan er uit zou kunnen gaan zien of hoe een bestemmingsplan er vandaag al uit kan zien doet zichzelf een groot plezier door zich wat verder in dit bijzondere bestemmingsplan te verdiepen.

Gezien het innovatieve karakter en de omvang van het plan, zowel voor wat betreft het plangebied als voor wat betreft de activiteiten die worden mogelijk gemaakt, is het verbazingwekkend dat er door slechts twee beroepen zijn ingesteld, en het die partijen meer te doen is om verduidelijken en verbeteren van de mogelijkheden, dan om het tegenhouden van deze ontwikkeling. Dit gebied lijkt daarmee helemaal klaar te zijn voor organische ontwikkeling op basis van uitnodigingsplanologie.

Een van de beroepsgronden richt zich tegen de bestemming 'bestaand' die aan een deel van het plangebied is toegekend. Deze bestemming houdt in dat ter plaatse het bestaande gebruik en de bestaande bebouwing positief worden bestemd. Daarmee lijkt sprake te zijn van onder het overgangsrecht brengen van de bestaande ontwikkeling. De Afdeling oordeelt dat dit om twee redenen onjuist is. Allereerst is de bestemming 'bestaand' een positieve bestemming, en geen overgangsrecht. En verder is het door middel van de ontwikkelregels, die als extra bovenop de gewone bestemming fungeren, wel mogelijk ter plaatse ook enige ontwikkeling te laten plaatsvinden.

Eén van de innovatieve elementen in dit plan is dat in de ontwikkelregels percentages zijn opgenomen voor de verhouding tussen bebouwing, verharding, groen, water en stadslandbouw per kavel, maar dat vervolgens wel een uitruil kan plaatsvinden met aansluitende kavels. Op deze wijze wordt voorkomen dat bijvoorbeeld alle bebouwing zich in één hoek van het plangebied concentreert, en al het groen in een andere hoek. De appellanten werpen de vraag op of hindercontouren van buiten het plangebied gelegen functies, de Rijksweg A27 en de daarnaast staande windmolens, dit systeem niet doorkruisen en daar dus niet een bijzondere voorziening voor had moeten worden opgenomen. De omvang van de kavels van deze appellanten keert zich in het oordeel van de Afdeling tegen hen: deze kavels zijn zo groot dat de functies die last zouden kunnen hebben van de contouren wel buiten die contouren kunnen worden gerealiseerd, en de onbebouwde delen in de hindercontouren. Dat daarmee dan weer afbreuk wordt gedaan aan de beoogde spreiding, lijkt de Afdeling niet bezwaarlijk te vinden.

De vaststelling van dit bestemmingsplan en het onherroepelijk worden daarvan bieden hoop voor alle gemeenten en private initiatiefnemers die vooruitlopend op de Omgevingswet innovatieve bestemmingsplannen opstellen. Eén op de vijf gemeenten doet mee aan dit experiment en daarmee is het voor innovatie zo belangrijke omslagpunt voor succes gepasseerd.

Vindplaats: ABRvS 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1447.

Artikel delen