Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Concurrenten en het relativiteitsvereiste: Afdeling vraagt conclusie over correctie op relativiteitsvereiste

"In een beroepszaak tegen een vaststellingsbesluit van een bestemmingsplan in Zwolle dat een nieuwe bouwmarkt mogelijk maakt, beroept de concurrent zich erop dat de nieuwe bouwmarkt niet voldoet aan het externe veiligheidsbeleid van de gemeenteraad. Kan de concurrent zich beroepen op deze normen uit het gemeentelijk beleid of staat het relativiteitsvereiste van artikel 8:69a van de Awb daaraan in de weg?"

4 september 2015

In een beroepszaak tegen een vaststellingsbesluit van een bestemmingsplan in Zwolle dat een nieuwe bouwmarkt mogelijk maakt, beroept de concurrent zich erop dat de nieuwe bouwmarkt niet voldoet aan het externe veiligheidsbeleid van de gemeenteraad. Kan de concurrent zich beroepen op deze normen uit het gemeentelijk beleid of staat het relativiteitsvereiste van artikel 8:69a van de Awb daaraan in de weg?

In de uitspraak naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening dat de concurrent hangende beroep aanhangig maakte, overwoog de Voorzitter van de Afdeling nog, dat hij verwachtte dat in de beroepszaak zou worden geoordeeld, dat het door de concurrent ingeroepen beleid niet strekt tot bescherming van de belangen waarvoor zij in deze procedure bescherming zoekt. Het belang van de concurrent is er immers in gelegen, dat zij gevrijwaard blijft van een nieuwe bouwmarkt in haar omgeving, terwijl de in het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid opgenomen normen strekken ter bescherming van gevoelige bestemmingen tegen de risicos voor externe veiligheid vanwege zware industrie enerzijds en anderzijds om te voorkomen dat de bedrijfsvoering van de op het bedrijventerrein gevestigde zware industrie beperkt wordt door gevoelige bestemmingen, aldus de Voorzitter (ABRvS 22 augustus 2014, zaaknr. 201402641/3/R1, r.o. 5). Hij verwachtte dus, dat in de beroepsprocedure door de Afdeling zou worden geoordeeld, dat het relativiteitsvereiste in de weg zou staan aan vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.

De Afdeling heeft nu aan staatsraad Advocaat-Generaal Widdershoven gevraagd of niet net als in het civiele recht ook in het bestuursrecht de zogenoemde correctie Langemeijer moet worden ingevoerd. Dit houdt in, dat een handeling die in strijd is met een geschreven regel die niet de belangen van eiser beschermt ook in strijd kan zijn met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, die wel de belangen van eiser beschermt. Staatsraad Advocaat-Generaal Widdershoven is daarom gevraagd ook in te gaan op de vraag of een concurrent met een beroep op bijvoorbeeld het gelijkheids-of rechtszekerheidsbeginsel kan bereiken, dat de bestuursrechter een besluit toch toetst aan een norm, die strikt genomen niet zijn belangen beoogt te beschermen. De Afdeling heeft daarbij gevraagd of hij ook aandacht wil besteden aan de vraag wat een concurrent in zon geval zou moeten aanvoeren en aannemelijk moet maken om te bereiken, dat de bestuursrechter een besluit toch aan die norm toetst.

Een mogelijke invoering van de correctie Langemeijer zal gevolgen hebben voor de bestuursrechtpraktijk. Zodra de conclusie wordt gepubliceerd, zullen wij daar uiteraard aandacht aan besteden.

Artikel delen