Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Belangrijke wijzing beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving

Op 3 september 2015 publiceerde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal belangrijke wijzigingen van het boetebeleid. Deze wijzigingen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor werkgevers die worden geconfronteerd met een Arboboete. Per 1 oktober 2015 treedt de wijziging in werking. Een aantal wijzigingen is dermate urgent dat zij per direct in werking treedt. De naar onze mening twee belangrijkste wijzigingen: 1. boeteoplegging aan zelfstandigen en 2. schrapping matigingsgronden.

4 oktober 2015

Boeteoplegging aan zelfstandigen

Zoals bekend zijn werkgevers in de eerste plaats verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden. Artikel 9.5 Arbobesluit maakt het echter mogelijk ook zelfstandigen te beboeten voor overtreding van bepaalde Arbonormen. Daaronder vallen ook een aantal belangrijke normen met betrekking tot asbestwerkzaamheden. De minister berekent ook boetes aan zelfstandigen aan de hand van de Beleidsregel.

In eerdere procedures hebben wij namens zelfstandigen aangevoerd dat het boetebeleid alleen kan worden toegepast voor boetes aan bedrijven en instellingen en in bijzondere gevallen voor boetes aan werknemers. Een boete aan een zelfstandige kon volgens ons dus niet aan de hand van dit boetebeleid worden berekend. De minister ziet dit probleem nu ook in en wijzigt de laatste volzin van artikel 1, achtste lid van de Beleidsregel:

Bij overtredingen begaan door werknemers of zelfstandigen geldt als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete een normbedrag dat is gecorrigeerd voor bedrijven of instellingen met minder dan 5 werknemers of zelfstandigen.

Door deze wijziging lijkt het erop dat boetes aan zelfstandigen vanaf nu ook kunnen worden berekend aan de hand van de Beleidsregel. Echter, de minister beboet regelmatig personen waarvan het nog maar de vraag is of zij kunnen worden aangemerkt als zelfstandigen. Het is bijvoorbeeld nog maar de vraag of de Arbowet van toepassing is als bij de werkzaamheden een arbeidsrechtelijke context ontbreekt. Bovendien betekent het berekenen van de boete aan de hand van de Beleidsregel (zeker) niet altijd dat de boete ook evenredig is. De minister wordt regelmatig door de rechter op zijn vingers getikt omdat een boete die is berekend aan de hand van de Beleidsregel, te hoog is.

Schrapping matigingsgronden

De matigingsgronden van artikel 1, elfde lid zijn uit de Beleidsregel geschrapt. Deze wijziging is een reactie van de minister op de uitspraak van 8 juli jl. (zie verderop in onze nieuwsbrief). Daarin oordeelde de hoogste bestuursrechter dat het cumulatieve karakter van de matigingsgronden in de Beleidsregel onredelijk is. Overigens had de minister deze ferme tik op de vingers al van ver kunnen zien aankomen. Op 6 mei jl. oordeelde

de Afdeling immers al dat de oude Beleidsregel 33 op dit punt onredelijk is. De matigingsgronden zijn sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Beleidsregel op 1 januari 2013

alleen maar strenger geworden.

De vraag dient zich aan of de minister met de schrapping van de matigingsgronden heeft voldaan aan de opdracht van de hoogste bestuursrechter. Wij zijn van mening dat dit niet het geval is. De Afdeling oordeelde namelijk dat het cumulatieve karakter van de matigingsgronden onredelijk is. Echter, de Afdeling overweegt letterlijk dat de in de matigingsgronden vermelde factoren op zichzelf genomen relevant zijn om te bepalen of grond bestaat voor matiging van een boete.

In het licht van deze overweging van de Afdeling is het onbegrijpelijk dat de minister besluit tot schrapping van de matigingsgronden. Kennelijk wil de minister de matigingsgronden cumulatief toepassen, of niet. De minister heeft wel aangekondigd zo spoedig mogelijk met nieuwe matigingsgronden te komen, die zouden voldoen aan de recente rechterlijke uitspraken. Wij zien deze nieuwe matigingsgronden dan ook met veel belangstelling tegemoet.

Advies

Dat de minister heeft besloten tot schrapping van de matigingsgronden, betekent zeker nog geen man overboord voor werkgevers die kunnen aantonen dat zij daaraan hebben voldaan. De Afdeling oordeelde namelijk dat de matigingsgronden onverkort relevant zijn om te bepalen of grond bestaat voor matiging van een op te leggen boete. Wij adviseren werkgevers dan ook gebruik te (blijven) maken van de niet-cumulatieve matigingsgronden als handvat bij een beroep op matiging.

Artikel delen